ECLI:NL:OGEAA:2024:295

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
3 mei 2024
Publicatiedatum
17 maart 2025
Zaaknummer
636 van 2023
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van mensensmokkel, drugsmokkel, schending ambtsgeheim en deelname aan criminele organisatie door kustwachtmedewerker

In de zaak tegen de verdachte, een kustwachtmedewerker in Aruba, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg op 25 november 2024 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder mensensmokkel, drugsmokkel, schending van het ambtsgeheim, en deelname aan een criminele organisatie. Het onderzoek, genaamd 'Watapana', onthulde dat de verdachte samen met medeverdachten betrokken was bij het voorbereiden en uitvoeren van illegale activiteiten, waaronder het smokkelen van verdovende middelen en mensen. De verdachte ontkende de beschuldigingen, maar het bewijs, waaronder afgeluisterde gesprekken en getuigenverklaringen, wees op zijn actieve rol in de criminele organisatie. Het Gerecht oordeelde dat de verdachte opzettelijk zijn functie misbruikte en vertrouwelijke informatie verstrekte aan smokkelaars, wat leidde tot ernstige strafbare feiten. De verdachte werd schuldig bevonden aan alle ten laste gelegde feiten, met uitzondering van de dood van een slachtoffer als gevolg van mensensmokkel, waarvoor hij werd vrijgesproken. De straf die werd opgelegd omvatte een gevangenisstraf van acht jaar en een ontzetting van het recht om het ambt van kustwachtmedewerker te bekleden voor dertien jaar.

Uitspraak

Parketnummer: P-2023/02367
Zaaknummer: 636 van 2023
Uitspraak: 25 november 2024 tegenspraak
Verkort vonnis van dit Gerecht
in de strafzaak tegen de verdachte:
[Verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1990 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres],
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Aruba.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 28 oktober 2024 en 4 november 2024. De verdachte is telkens verschenen; op 28 oktober 2024 bijgestaan door zijn raadsman, mr. D.G. Illes, advocaat in Aruba en op 4 november door mr. C.S. Edwards namens mr. D.G. Illes.
De officier van justitie, mr. G. Visser, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1 tot en met 6 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van tien jaren, met aftrek van voorarrest, en tot een ontzetting van het recht om het ambt van kustwachter te bekleden voor de duur van vijftien jaar.
Haar vordering behelst voorts de verbeurdverklaring van de in beslag genomen telefoon.
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 2 tot en met 6 ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van het Gerecht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting – ten laste gelegd dat:

Feit 1: voorbereidingshandelingen

Hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2022 tot en met september 2023 te Aruba, tezamen in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, als bedoeld in artikel 3 lid 1, A en/of B en/of artikel 4 lid 1, A juncto artikel 11c lid 1 van de Landsverordening verdovende middelen en/of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren van cocaïne en/of binnen het grondgebied van Aruba brengen van een of meer (grote) hoeveelhe(i)d(en) cocaïne en/of hennep, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of hennep, zijnde cocaïne en/of hennep een middel vermeld in artikel 1 van de Landsverordening verdovende middelen,
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen,
hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s)
  • (telefonisch) contact onderhouden en/of afspraken gemaakt met zijn/hun mededader(s), althans een of meer andere perso(o)n(en) over de invoer van verdovende middelen en/of manieren en/of mogelijkheden om verdovende middelen te smokkelen en/of
  • inlichtingen en/of coordinaten verschaft (aan derden) van 'blind spots' op zee en/of
  • vanuit zijn, verdachtes, functie als ambtenaar bij de Kustwacht (een) bo(o)t(en) niet laten controleren en/of niet gecontroleerd en/of door laten gaan, wetende dat die bo(o)t(en) verdovende middelen, te weten cocaïne en/of hennep, althans een verboden substantie als genoemd in artikel 1 van de Landsverordening verdovende middelen, vervoerden en/of Aruba binnen brachten en/of
  • zijn, verdachtes, mededader(s), althans een of meer andere perso(o)n(en) gewaarschuwd wanneer (de/een) bo(o)t(en), waar al dan niet die mededader(s) op aanwezig waren, dat zij (op zee) gecontroleerd zouden worden en/of
  • inlichtingen/informatie verstrekt aan zijn, verdachtes, mededader(s), althans aan derden, wat de beste vaarroutes waren zodat men niet werd gecontroleerd en/of
  • advies/informatie gegeven over mogelijke dekladingen en/of
  • aanwijzingen gegeven waar en/of op welk tijdstip het beste aanlandingen met verdovende middelen konden plaatsvinden en/of de overdracht van de lading verdovende middelen kon plaatsvinden en/of hoe hard men moest varen om niet op te vallen en/of gecontroleerd te worden en/of wanneer en/of hoe 'het spel' kon gebeuren en/of advies over de lading en/of waar op welk 'veld' (op zee) het kon plaatsvinden;

Feit 2: mensensmokkel

Hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2023 tot en met 22 maart 2023, in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een persoon, te weten [slachtoffer] (van Venezolaanse afkomst) behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot Aruba, of die persoon daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, immers heeft/hebben hij, verdachte) en/of zijn mededader(s):
  • bemiddeld en/of overleg gevoerd met een of meer derden om voornoemd persoon per boot vanuit Venezuela naar Aruba te (laten) vervoeren, welke bemiddeling ertoe heeft geleid dat voornoemd persoon in Venezuela aan boord is gestapt van een boot die een (deel van de) overtocht heeft gemaakt en/of
  • geregeld dat er een vaartuig was waarmee voornoemd persoon van Venezuela naar Aruba kon reizen en/of
  • voornoemd persoon met een boot van Venezuela naar Aruba vervoerd, en/of
  • voornoemd persoon laten (en/of te dwingen te) springen in het water (zonder zwemvest) en naar de kust laten zwemmen ter hoogte van Baby Beach en/of
  • met een of meer ander(e) perso(o)n(en), (telefonisch) contact onderhouden en/of afspraken gemaakt en/of informatie verschaft (over waar boten (ongezien)) konden binnenvaren) en/of
  • inlichtingen verschaft en/of overleg gevoerd over coördinaten en/of 'blind spots' op zee,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededaders wisten of ernstige redenen hadden te vermoeden dat de aanwezigheid van die ander(en) daar wederrechtelijk was hetgeen werd begaan in de uitoefening van zijn ambt en/of beroep (te weten ambtenaar bij de Kustwacht), terwijl door dit feit [slachtoffer] is komen te overlijden;
Feit 3: aannemen van giften of beloften en/of omkoping al dan niet in strijd met zijn plicht in zijn hoedanigheid als kustwachter;
Hij op een of meer tijdstippen in de periode van 1 september 2022 tot en met 9 september 2023 te Aruba, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in zijn hoedanigheid van ambtenaar, te weten als medewerker van de Kustwacht Aruba,
van/aan een of meer anderen, een of meer giften en/of beloften en/of een diensten, te weten:
  • een of meer geldbedragen en/of goederen en/of
  • toezeggingen en/of beloften van geld en/of goederen
A.
heeft aangenomen, terwijl hij, verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat deze giften en/of deze beloften en/of deze diensten hem werden gedaan en/of verleend en/of aangeboden,
  • teneinde hem, verdachte, te bewegen om, al dan niet in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen en/of na te laten en/of
  • ten gevolge en/of naar aanleiding van hetgeen door hem, verdachte, al dan niet in strijd met zijn plicht, in zijn huidige en/of vroegere bediening is gedaan en/of nagelaten,
en/of
B.
voor zichzelf en/of een of meer anderen heeft gevraagd,
  • teneinde hem, verdachte, te bewegen om, al dan niet in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen en/of na te laten en/of
  • ten gevolge en/of naar aanleiding van hetgeen door hem, verdachte, al dan niet (handelend) in strijd met zijn plicht, in zijn huidige en/of vroegere bediening is gedaan en/of nagelaten,
door het verstrekken van informatie (waarover hij beschikte in zijn hoedanigheid als kustwachter) aan [mededader 1] en/of [mededader 2] en/of (wijlen) [mededader 3] en/of [mededader 4] en/of [mededader 5], althans een of meer ander(e) perso(o)n(en), te weten
  • coördinaten en/of ‘blind spots’ op zee door te geven en/of
  • niet of onjuist melden van waarnemingen (vanuit de radarkamer en/of op zee) en/of
  • locatie(s) van een of meerdere marineschepen en/of patrouilleschepen door te geven;

Feit 4: misbruik van functie

Hij op een of meer tijdstippen in de periode van 1 september 2022 tot en met 9 september 2023 te Aruba, in zijn hoedanigheid als ambtenaar, te weten medewerker van de Kustwacht Aruba, opzettelijk misbruik van zijn functie en/of positie iets heeft gedaan en/of nagelaten te doen teneinde enig voordeel voor hem en/of een ander te verkrijgen, namelijk heeft hij, verdachte informatie verstrekt aan [mededader 1] en/of [mededader 2] en/of (wijlen) [mededader 3] en/of [mededader 4] en/of [mededader 5], althans een of meer ander(e) perso(o)n(en), te weten
- coordinaten en/of ‘blind spots’ op zee en/of
- locatie(s) van een of meerdere marineschepen en/of patrouilleschepen en/of
- wat de beste vaarroutes waren zodat men niet op viel en/of werd gecontroleerd en/of waar en/of op welk tijdstip het beste aanlandingen konden plaatsvinden en/of hoe hard men moest varen om niet gecontroleerd te worden en/of
- advies/informatie over mogelijke dekladingen en/of
- politiële en/of kustwacht gerelateerde informatie (over aanlandingen) en/of
- aanwijzingen gegeven wanneer en/of waar en/of hoe het 'spel' kon gebeuren;

Feit 5: schendig ambtsgeheim:

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2022 tot en met 9 september 2023 te Aruba, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, geheimen waarvan hij, verdachte, wist dat hij, uit hoofde van zijn ambt, te weten ambtenaar van de Kustwacht Aruba, verplicht was ze te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, door:
  • het verstrekken van inlichtingen en/of delen van informatie aan derden, te weten coördinaten en/of 'blind spots' op zee en/of
  • locatie(s) van marineschepen en/of patrouilleschepen en/of
  • het verstrekken van inlichtingen/informatie aan zijn, verdachtes, mededader(s), althans aan derden, wat de beste vaarroutes waren zodat men niet werd gecontroleerd en/of waar en/of op welk tijdstip het beste aanlandingen en/of overdrachten van ladingen konden plaatsvinden en/of hoe hard men moest varen om niet op te vallen en/of gecontroleerd te worden en/of
  • het verstrekken van politiële en/of kustwacht gerelateerde informatie (over aanlandingen);

Feit 6: deelnemen aan criminele organisatie:

Hij op of omstreeks de periode van 1 september 2022 tot en met 9 september 2023 te Aruba, heeft deelgenomen aan een organisatie, die werd gevormd door he, verdachte en/of [mededader 1] en/of [mededader 2] en/of (wijlen) [mededader 3] en/of [mededader 4] en/of [mededader 5], die tot oogmerk had het plegen van misdrijven,
welke misdrijven bestonden uit
  • Medeplegen invoer aan de invoer van verdovende middelen, althans handelen in strijd met artikel 3 lid 1/A en/of B en/of artikel 4 lid 1, A juncto 11 lid 1 van de Landsverordening verdovende middelen juncto artikel 1:123 Wetboek van Strafrecht van Aruba en/of
  • Medeplegen voorbereidingshandelingen invoer verdovende middelen, althans handelen in strijd met artikel 11c lid 1 onder a en/of b van de Landsverordening verdovende middelen juncto artikel 1:123 Wetboek van Strafrecht van Aruba en/of
  • Medeplegen aan mensensmokkel, althans handelen in strijd met artikel 2:154 lid 3 en 5 juncto artikel 1:123 en/of 1:124 Wetboek van Strafrecht van Aruba en/of
  • Medeplegen schending ambtsgeheim, artikel 2:232 juncto 1:123 Wetboek van Strafrecht Aruba en/of
  • Omkoping, artikel 2:128 en/of 2:350/2:351 juncto artikel 1:123 Wetboek van Strafrecht Aruba.
Verbetering misslag in de tenlastelegging van feit 1
Het ligt op de weg van de rechter om in de tekst van een tenlastelegging voorkomende misslagen te verbeteren, indien de verdachte daardoor niet in zijn verdediging wordt geschaad. Dit betreft geen wijziging van de tenlastelegging in de zin van artikel 355 van het Wetboek van Strafvordering, maar slechts een vaststelling van de juiste inhoud van de tenlastelegging waarvoor geen medewerking van het Openbaar Ministerie of van de verdachte is vereist.
Het Gerecht leidt uit de inhoud van het dossier, het verhandelde ter zitting en de tekst van het onder 1 ten laste gelegde af dat deze tenlastelegging, voor zover hier van belang, is toegesneden op het in artikel 11c van de Landsverordering verdovende middelen strafbaar gestelde – in deze zaak kort gezegd – het voorbereiden van de invoer van verdovende middelen.
Het bestanddeel ‘voorbereiden’ ontbreekt echter in de tenlastelegging. Het Gerecht beschouwt dit als een kennelijke misslag en zal dit deel verbeterd lezen in die zin dat dit deel in de tenlastelegging zal worden ingelezen.
De verdachte wordt door de verbeterde lezing niet geschaad. Ter zitting is niet gebleken dat door deze misslag onduidelijkheid bij de verdachte heeft bestaan over hetgeen hem wordt verweten. Bovendien is het ontbreken van deze term in de tenlastelegging ter zitting door de rechter aan de orde gesteld, hetgeen niet tot opmerkingen van de verdediging heeft geleid.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 tot en met 6 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

Feit 1: voorbereidingshandelingen

Hij op
een ofmeerdere tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1
septemberjanuari202
23tot en met september 2023 te Aruba, tezamen in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, (telkens
)om een feit, als bedoeld in artikel 3 lid 1, A en
/ofB en
/ofartikel 4 lid 1, A
juncto artikel 11c lid 1van de Landsverordening verdovende middelen
en/of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I, te weten het opzettelijk
bereiden, bewerken, verwerken, verkopen,afleveren, verstrekken, vervoeren van cocaïne en
/ofbinnen het grondgebied van Aruba brengen van
een of meer (grote
)hoeveelhe
(i)d
(en
)cocaïne en
/ofhennep,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of hennep,zijnde cocaïne en
/ofhennep een middel vermeld in artikel 1 van de Landsverordening verdovende middelen,
voor te bereiden
-
een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en
/of (een)ander
(en
)gelegenheid en
/of middelen en/ofinlichtingen tot het plegen van
dat/die feit
(en
)heeft getracht te verschaffen,
hebbende verdachte en
/of (een of meer van)verdachtes mededader
(s
)
  • (telefonisch) contact onderhouden en
  • inlichtingen en
  • vanuit zijn, verdachtes, functie als ambtenaar bij de Kustwacht
  • zijn, verdachtes, mededader
  • inlichtingen/informatie verstrekt aan zijn, verdachtes, mededader
  • advies/informatie gegeven over mogelijke dekladingen en/of
  • aanwijzingen gegeven waar en/of op welk tijdstip het beste aanlandingen met verdovende middelen konden plaatsvinden en

Feit 2: mensensmokkel

Hij op
een ofmeer
deretijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 januari 2023 tot en met 22 maart 2023, in Aruba, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen
, althans alleen,een persoon, te weten [slachtoffer] (van Venezolaanse afkomst) behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot Aruba, of die persoon daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, immers
heeft/hebben hij, verdachte
)en
/ofzijn mededader
(s
):
  • bemiddeld en
  • geregeld dat er een vaartuig was waarmee voornoemd persoon van Venezuela naar Aruba kon reizen en/of
  • voornoemd persoon met een boot van Venezuela naar Aruba vervoerd, en
  • voornoemd persoon laten
  • met
  • inlichtingen verschaft en/of overleg gevoerd over coördinaten en
terwijl hij, verdachte, en
/ofzijn mededaders wisten
of ernstige redenen hadden te vermoedendat de aanwezigheid van die ander
(en)daar wederrechtelijk was hetgeen werd begaan in de uitoefening van zijn ambt en
/of beroep (te weten ambtenaar bij de Kustwacht
), terwijl door dit feit [slachtoffer] is komen te overlijden;
Feit 3: aannemen van giften of beloften en omkoping in strijd met zijn plicht in zijn hoedanigheid als kustwachter
Hij op
een ofmeer
deretijdstippen in de periode van 1
septemberjanuari202
23tot en met 9 september 2023 te Aruba,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,in zijn hoedanigheid van ambtenaar, te weten als medewerker van de Kustwacht Aruba,
van
/aan een of meeranderen,
een of meergiften en
/ofbeloften
en/of een diensten, te weten:
  • een of meergeldbedragen
    en/of goederenen
    /of
  • toezeggingen en
A.
heeft aangenomen, terwijl hij, verdachte wist
, althans redelijkerwijs moest vermoedendat deze giften en
/ofdeze beloften
en/of deze dienstenhem werden gedaan en
/ofverleend en
/ofaangeboden,
  • teneinde hem, verdachte, te bewegen om,
  • ten gevolge

en/of

B.
voor zichzelf en/of een of meer anderen heeft gevraagd,
  • teneinde hem, verdachte, te bewegen om, al dan niet in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen en/of na te laten en/of
  • ten gevolge en/of naar aanleiding van hetgeen door hem, verdachte, al dan niet (handelend) in strijd met zijn plicht, in zijn huidige en/of vroegere bediening is gedaan en/of nagelaten,

door het verstrekken van informatie (waarover hij beschikte in zijn hoedanigheid als kustwachter) aan [mededader 1] en/of [mededader 2] en/of (wijlen) [mededader 3] en/of [mededader 4] en/of [mededader 5], althans een of meer ander(e) perso(o)n(en), te weten

  • coördinaten en/of ‘blind spots’ op zee door te geven en/of
  • niet of onjuist melden van waarnemingen (vanuit de radarkamer en/of op zee) en/of
  • locatie(s) van een of meerdere marineschepen en/of patrouilleschepen door te geven;

Feit 4: misbruik van functie

Hij op
een ofmeer
deretijdstippen in de periode van 1
septemberjanuari202
23tot en met 9 september 2023 te Aruba, in zijn hoedanigheid als ambtenaar, te weten medewerker van de Kustwacht Aruba, opzettelijk met misbruik van zijn functie en
/ofpositie iets heeft gedaan en
/ofnagelaten te doen teneinde enig voordeel voor hem en
/ofeen ander te verkrijgen, namelijk heeft hij, verdachte, informatie verstrekt aan [mededader 1] en
/of[mededader 2] en
/of(wijlen) [mededader 3] en
/of[mededader 4] en
/of[mededader 5]
, althans een of meer ander(e) perso(o)n(en), te weten
- coördinaten en
/of‘blind spots’ op zee en
/of
- locatie(s) van een of meerdere marineschepen en/of patrouilleschepen en
/of
- wat de beste vaarroutes waren zodat men niet op viel en
/ofwerd gecontroleerd en
/ofwaar en
/ofop welk tijdstip het beste aanlandingen konden plaatsvinden en
/ofhoe hard men moest varen om niet gecontroleerd te worden en
/of
- advies/informatie over mogelijke dekladingen en
/of
-
politiële en/ofkustwacht gerelateerde informatie (over aanlandingen)
en/of
- aanwijzingen gegeven wanneer en/of waar en/of hoe het 'spel' kon gebeuren;

Feit 5: schendig ambtsgeheim

hij op
een ofmeer
deretijdstippen in
of omstreeksde periode van 1
septemberjanuari202
23tot en met 9 september 2023 te Aruba,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,geheimen waarvan hij, verdachte, wist dat hij, uit hoofde van zijn ambt, te weten ambtenaar van de Kustwacht Aruba, verplicht was ze te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, door:
  • het verstrekken van inlichtingen en
  • locatie(s) van marineschepen en/of patrouilleschepen en
  • het verstrekken van inlichtingen/informatie aan zijn, verdachtes, mededader
  • het verstrekken van

Feit 6: deelnemen aan criminele organisatie

Hij
op of omstreeksinde periode van 1
septemberjanuari202
23tot en met 9 september 2023 te Aruba, heeft deelgenomen aan een organisatie, die werd gevormd door
he,verdachte en
/of[mededader 1] en
/of[mededader 2] en
/of(wijlen) [mededader 3] en
/of[mededader 4] en
/of[mededader 5], die tot oogmerk had het plegen van misdrijven,
welke misdrijven bestonden uit
  • Medeplegen
  • Medeplegen
  • Medeplegen
  • Medeplegen schending ambtsgeheim, artikel 2:232 juncto 1:123 Wetboek van Strafrecht Aruba en/of
  • Omkoping
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd; omwille van de leesbaarheid zijn ook wijzigingen aangebracht in de bewezenverklaring (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door het Gerecht gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling zal vervolgens aan het vonnis worden gehecht.
Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Voor zover geschriften worden gebruikt, worden deze slechts gebruikt in samenhang met de inhoud van andere bewijsmiddelen, die op hetzelfde feit of dezelfde feiten betrekking hebben.
Bewijsoverwegingen
Standpunt verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte van het onder 2 tot en met 6 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van feit 2 blijkt uit het dossier niet van enige betrokkenheid van de verdachte bij de mensensmokkel of dat hij daar wetenschap van had. De verdachte ontkent en de enkele verklaring van medeverdachte [mededader 1], waarvan de betrouwbaarheid wordt betwist, is onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen.
Ten aanzien van feit 3 is er geen direct of indirect bewijs dat verdachte ooit een gift of belofte heeft ontvangen, zodat de tenlastegelegde omkoping niet kan worden bewezen.
Ten aanzien van feit 4 dient, gelet op voorgaande verweren, vrijspraak te volgen.
Ten aanzien van feit 5 volgt niet uit het dossier welke geheime informatie de verdachte heeft gedeeld of welke geheimen door de verdachte zijn geschonden.
Ook ten aanzien van feit 6 is er geen bewijs voorhanden dat verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie. De enkele vermoedens en assumpties zijn daarvoor onvoldoende.
Beoordeling
Feit 1: voorbereidingshandelingen invoer drugs.
De Landsrecherche heeft van het Bureau Criminele Inlichtingen (BCI) diverse processen-verbaal ontvangen waaruit volgt dat – onder andere – kustwachtambtenaar [verdachte] (hierna: verdachte), zich samen met [mededader 1] bezig houdt met het plegen van strafbare feiten met betrekking tot de handel en invoer van verdovende middelen in Aruba en het verstrekken van vitale en vertrouwelijke informatie aan smokkelaars om onderschepping door autoriteiten te vermijden. Naar aanleiding hiervan is een strafrechtelijk onderzoek onder de naam “Watapana” ingesteld.
Uit voornoemde processen-verbaal en de opgenomen en afgeluisterde gesprekken en communicatie tussen de telefoonnummers :
  • [Telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] (in gebruik bij verdachte),
  • [Telefoonnummer 3] (in gebruik bij [mededader 1]),
  • [Telefoonnummer 4] (in gebruik bij (wijlen)[mededader 3] en later bij [mededader 4]/[mededader 5]),
  • [Telefoonnummer 5 en [telefoonnummer 6] (in gebruik bij [mededader 5]),
blijkt dat onderling – onder meer – wordt gesproken over een geslaagde drugssmokkel op 18 januari 2023, een mislukte drugssmokkel op 17 maart 2023 en een geplande drugssmokkel op 24 maart 2023.
Uit het dossier en de gesprekken volgt dat:
- de verdachte steeds wordt aangeduid als [verdachte] of er wordt verwezen naar de ‘neef’, ‘broer’ of ‘naaste familie’ van [mededader 1]. Verdachte heeft verklaard dat hij ‘[verdachte]’ wordt genoemd, dat hij getrouwd was met de zus van [mededader 1], dat hij wel ‘de broer’ of ‘de neef’ van [mededader 1] werd genoemd en dat hij als enige kustwachtmedewerker een familiaire band had met [mededader 1]. Op basis hiervan stelt het Gerecht vast dat waar gesproken wordt over [verdachte] en/of de neef, de broer of familie van [mededader 1], verdachte wordt bedoeld;
- de modus operandi van de smokkelaars was het zoeken naar ‘blindspots’ [1] , het ‘plakken van boten’ [2] , de ‘Palambra vismethode’ [3] en het inzetten van twee boten tegelijk zodat de Kustwacht een keuze moet maken welke boot zij gaan controleren.
Met betrekking tot de drugssmokkel op 18 januari 2023
Uit de gesprekken vanaf 15 januari 2023 tussen [mededader 1] en (wijlen) [mededader 3] bleek dat zij afspraken maakten over de betaling, taakverdeling en details met betrekking tot het binnensmokkelen van honderd kilo cocaïne op 18 januari 2023, met een boot vanuit Colombia naar Aruba. Coördinaten werden uitgewisseld van de locatie op zee, waar de verdovende middelen moesten worden overladen van de boot uit Colombia op de boot naar Aruba. [Mededader 3] benoemde hierbij dat sprake was van “een goal zonder keeper” en beloofde [mededader 1] nog meer van dit soort “baantjes”. In de telefoon van verdachte is een clip aangetroffen met dezelfde coördinaten die [mededader 3] naar [mededader 1] stuurt. De verdachte bekent dat hij deze coördinaten naar [mededader 3] heeft gestuurd.
Met betrekking tot de drugssmokkel op 17 maart 2023 en 24 maart 2024
Naar aanleiding van enerzijds de melding van de Drug Enforcement Administration (DEA) – dat op 16 maart 2023 een boot vanuit Colombia richting Aruba was vertrokken met aan boord driehonderd kilo cocaïne en dat er ten zuiden van Aruba een overload van de cocaïne zou plaatsvinden op de boot ‘de Mila’ – en anderzijds de waarnemingen op de radar met betrekking tot de vaarbewegingen van de boten ‘de Charlotte’ en ‘de Mila’, werd onderzoek gedaan naar het rooster en de telefoongegevens van verdachte.
Hieruit bleek dat verdachte in dienst was en dat het telefoonnummer van verdachte ([telefoonnummer 1]), alleen al op 17 maart 2023 tussen 07:04 uur en 09:34 uur over en weer negenenveertig sms-contacten had met het telefoonnummer [telefoonnummer 7] in gebruik bij [mededader 5]. Deze contacten vonden plaats kort voor, tussen en na de controles van de Kustwacht op ‘de Mila’ en ‘de Charlotte’. Uit het dossier blijkt verder dat [mededader 5] ambtshalve bekend is in verband met drugshandel en dat hij één van de criminele contacten was van (wijlen) [mededader 3] en [mededader 4], de twee mannen die op ‘de Mila’ zaten.
Voorgaande (onderlinge connectie tussen verdachte, [mededader 3], [mededader 5] en [mededader 4] en de grote hoeveelheid telefonische contacten tussen verdachte en het nummer van [mededader 5]) in combinatie met het feit dat ‘de Mila’ – die koers zette richting ‘de Charlotte’ – zonder verdere kenbare aanleiding van koers veranderde en zonder contact te hebben gehad met ‘de Charlotte’ terugvoer, maakt dat de verdenking ontstaat dat de personen op ‘de Mila’ telefonisch werden geïnformeerd over een ophanden zijnde controle door de Kustwacht. Rechtstreeks door verdachte (doordat [mededader 3] en [mededader 4] de telefoon van [mededader 5] bij zich hadden) of door verdachte via een ander ([mededader 5]).
In het onderzoek naar het Curaçaose telefoonnummer van verdachte zijn bovendien diverse chats tussen verdachte en [mededader 1] aangetroffen waaruit niet alleen volgt dat zij beiden betrokken waren bij de mislukte drugssmokkel op 17 maart 2023, maar ook dat verdachte vertrouwelijke informatie van de Kustwacht had doorgegeven aan [mededader 1]. En bovendien blijkt uit die communicatie dat verdachte en [mededader 1] op 17 maart 2023 een afspraak maakten voor de volgende vrijdag (het Gerecht begrijpt hier 24 maart 2023). Verdachte zegt in die appwisseling dat “het spel dan nog steeds door zou gaan”, vraagt of het team van [mededader 1] klaar was voor die vrijdag, zegt dat de zee een beetje ruwer was geworden en dat het moest plaatsvinden op dezelfde tijd net als die andere keer. [Mededader 1] vraagt in die communicatie aan verdachte wat er mis was gegaan, waarop verdachte antwoordt dat het “thuis heet/gevaarlijk/risicovol was geworden”.
Voorgaande vraagt om een eenduidige, geloofwaardige uitleg van verdachte. Die heeft verdachte niet gegeven. Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij dacht dat het over ‘vissen’ ging, maar hij heeft bij de politie en ter zitting ook verklaard dat hij wel wist dat zowel [mededader 1] als (wijlen) [mededader 3] door de Kustwacht als een ‘target of interest’ werd beschouwd. Ook heeft verdachte aangegeven dat hij wist of in ieder geval dacht dat het om iets anders dan ‘vissen’ zou gaan. En ten slotte heeft de rechter op zitting waargenomen dat verdachte op enig moment - als hij over vissen sprak - met zijn vingers aanhalingstekens maakte bij het woord “vissen”. Kennelijk om aan te geven dat hij er zelf ook vanuit ging dat het niet echt om vissen ging. Het Gerecht is dan ook van oordeel dat verdachte feitelijk wist dat de gesprekken en chats niet over het vervoeren, ophalen, handelen in ‘vissen’ gingen, maar om illegale (drugs)transporten. Voor zover verdachte heeft aangevoerd dat hij informatie slechts gaf om strafbare feiten te voorkomen, is het Gerecht van oordeel dat ook dit ongeloofwaardig is, gelet op de inhoud en het verloop van de gesprekken.
Voor wat betreft de periode is het Gerecht met de officier van justitie van oordeel dat voor de start van de periode aansluiting gezocht kan worden bij het transport van januari 2023 en dat de periode doorloopt tot de aanhouding van verdachte, nu uit het dossier blijkt dat er ook in de tussenliggende periode, drugsgerelateerde chatcontacten en ontmoetingen waren tussen verdachte, [mededader 5] en [mededader 4].
Feit 2 mensensmokkel
Uit de aangifte, de getuigenverklaring van [getuige] en een geluidsopname blijkt dat op 22 maart 2023 [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer]) op zee vermist is geraakt bij een illegale overtocht van Venezuela naar Aruba. Uit voormelde bewijsmiddelen blijkt bovendien dat – onder meer – [mededader 1] en [mededader 2] betrokken waren bij de organisatie van de smokkel van [slachtoffer] en dat zij van een kustwachter een tijdsruimte hadden gekregen waarbinnen de overdracht op zee moest plaatsvinden via de zogenoemde “Palambra-methode”. [slachtoffer] is echter door [mededader 2] te laat bij de overdracht op zee opgehaald en onderweg naar Aruba is zijn boot gecontroleerd door de Kustwacht. [Slachtoffer] is niet aan boord aangetroffen. Later is gebleken dat [slachtoffer] net vóór de controle door de Kustwacht in zee is beland. Pas de volgende ochtend, 23 maart 2023, is door [mededader 1] alarm geslagen bij de autoriteiten. Op de geluidsopname van de ontmoeting tussen [getuige] en [mededader 1] en [mededader 2] is te horen dat de “zwager van [mededader 1]” die werkzaam is bij de Kustwacht Aruba en die bewuste nacht tot 08:00 uur in de radarkamer van de Kustwacht zou werken, betrokken was. De boot moest voor het einde van zijn dienst binnenkomen in Aruba.
In de mobiele telefoon van de zoon van [slachtoffer], is bovendien een chatgesprek aangetroffen tussen hem en zijn moeder waarin [slachtoffer] zegt dat de smokkel 2.500 USD is, omdat ze onder andere aan de Kustwacht moeten betalen en dat de reis in het weekend zal zijn omdat het “familielid” van de man die haar gaat ophalen op de radar werkt en verder dat de “neef” zijn knie heeft geblesseerd en één week rust moet houden. Zodra de “neef” weer gaat werken dan gaat “het” door (het Gerecht begrijpt hier: de smokkel van [slachtoffer] naar Aruba) want hij is degene die de weg vrijmaakt.
De verklaring van [mededader 1] over de betrokkenheid van verdachte wordt niet alleen ondersteund door de informatie uit voormelde chatgesprekken, maar ook door het dienstrooster van de Kustwacht, waarop te zien is dat verdachte in dienst was, en door de verklaring van verdachte zelf, die verklaard heeft een familieband met [mededader 1] te hebben en last van zijn knie te hebben/hebben gehad.
Het Gerecht is gelet op het voorgaande van oordeel dat verdachte een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de mensensmokkel van [slachtoffer]. Verdachte was er voor verantwoordelijk dat de mensensmokkel ongezien en zonder controle kon plaatsvinden. Verdachte heeft zo doende een substantiële bijdrage geleverd en is derhalve samen met zijn mededaders verantwoordelijk voor deze mensensmokkel.
De dood ten gevolge
Ten aanzien van feit 2 zijn [mededader 1], [mededader 2] en andere betrokkenen inmiddels veroordeeld voor de mensensmokkel met de dood van [slachtoffer] ten gevolge.
Het dossier zoals het Gerecht in deze zaak heeft ontvangen, bevat echter niet alle stukken die in het onderzoek naar medeverdachten beschikbaar waren. Het proces-verbaal waaruit zou moeten blijken op welke locatie op zee de boot van [mededader 2] gecontroleerd is – en waarop [slachtoffer] ten tijde van de controle al niet meer aanwezig was – ontbreekt, evenals informatie over de weersomstandigheden op dat moment en de afstand naar de kust ten tijde van de controle. Hoewel er duidelijke aanwijzingen zijn dat [slachtoffer] is komen te overlijden als gevolg van deze mensensmokkel, is het Gerecht, gelet op het voorgaande, van oordeel dat dit dossier onvoldoende stukken bevat op basis waarvan dit in het kader van deze zaak kan worden vastgesteld. De vonnissen van medeverdachten – die ter onderbouwing van dit onderdeel ter zitting zijn overgelegd – zijn, zonder onderliggende stukken, onvoldoende om als bewijs daartoe te kunnen dienen. De verdachte zal daarom ten aanzien van dit onderdeel van het onder 2 ten laste gelegde worden vrijgesproken. Ook zal partiele vrijspraak volgen voor het ‘dwingen te springen’, nu hiervoor bewijs ontbreekt.
Feit 3, 4 en 5: omkoping, misbruik van functie en schending ambtsgeheim
Uit de bewijsmiddelen volgt naar oordeel van het Gerecht dat verdachte zich als ambtenaar van de Kustwacht Aruba – onder meer – meermalen schuldig heeft gemaakt aan het verstrekken van inlichtingen en coördinaten aan smokkelaars, het geven van aanwijzingen, het vrijhouden van de weg voor de smokkelaars en het waarschuwen van smokkelaars voor controles door de Kustwacht.
Verdachte heeft verklaard dat hij ambtenaar is in dienst van de Kustwacht en dat hij daarom integer dient te handelen en geen giften of beloften mag accepteren. Uit het dossier blijkt bovendien dat verdachte nog enkele maanden voor zijn aanhouding heeft deelgenomen aan een integriteitscursus.
Uit de verklaring van verdachte blijkt dat hij plaatsvervangend gezagvoerder was bij de Kustwacht. Hij was daardoor direct betrokken bij de bediening van de radar, die de Kustwacht in staat stelt gericht op te treden tegen vreemde of verdachte activiteiten in de territoriale wateren van Aruba. Uit het dossier en deels uit de verklaring van verdachte blijkt dat hij coördinaten heeft doorgegeven, informatie over boten op zee, controles, vaarroutes. Dit is naar oordeel van het Gerecht vertrouwelijke informatie, waar verdachte uit hoofde van zijn functie toegang toe had en die onder zijn ambtsgeheim viel. Zoals hiervoor reeds overwogen acht het gerecht de verklaring van de verdachte, dat hij dacht dat het steeds om transport, handel en/of vervoer van vissen ging, ongeloofwaardig.
Uit het onderzoek van de politie blijkt verder dat verdachte voor zijn aandeel in de smokkel beloften en giften heeft aangenomen. Uit het bericht tussen de zoon van [slachtoffer] en [slachtoffer] blijkt bijvoorbeeld dat de betrokken kustwachter betaald moest worden en uit een app-bericht tussen verdachte en [mededader 5]/[mededader 4] blijkt dat is afgesproken dat verdachte “iets” zou krijgen voor zijn aandeel en dat zij het voor hem zouden bewaren, welke toezegging door verdachte werd geaccepteerd.
Op basis van voorgaande acht het Gerecht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan omkoping, schending ambtsgeheim en misbruik van functie.
Feit 6: criminele organisatie
Een organisatie is een criminele organisatie als vast komt te staan dat de organisatie het oogmerk heeft om misdrijven te plegen. Voor bewijs van het bestanddeel oogmerk kan onder meer betekenis toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie reeds zijn gepleegd, aan het meer duurzaam of gestructureerde karakter van de samenwerking, en meer algemeen, aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie.
Om van deelnemen aan een criminele organisatie te kunnen spreken, dient de verdachte te behoren tot de organisatie en moet hij een aandeel hebben in, dan wel ondersteuning bieden aan gedragingen ter verwezenlijking van het oogmerk van die organisatie. Een dergelijke bijdrage kan bestaan uit het (mede)plegen van enig misdrijf, maar ook uit het verrichten van handelingen die op zichzelf niet strafbaar zijn, zolang van bovengedoeld aandeel of ondersteuning kan worden gesproken.
Op grond van de bewijsmiddelen kan worden gesteld dat verdachte zich, samen met zijn medeverdachten, gedurende een langere periode heeft bezig gehouden met – onder andere – de voorbereidingshandelingen ten behoeve van het binnen Aruba smokkelen van verdovende middelen, mensensmokkel en omkoping. Verdachte en zijn medeverdachten hadden in die periode intensief contact over – onder meer – de vaarroutes, blind spots, data en tijdstippen van aanlandingen. Hieruit blijkt dat verdachten planmatig en georganiseerd te werk gingen. Verdachte had daarbij als kustwachtmedewerker een belangrijke rol in de organisatie en was een belangrijke schakel in het gehele proces. Hij kreeg hiervoor een geldelijke vergoeding of er werd hem een vergoeding in het vooruitzicht gesteld. Zonder zijn hulp was het smokkelen over de territoriale wateren van Aruba voor zijn medeverdachten immers niet mogelijk, althans veel minder makkelijk en succesvol geweest.
Het Gerecht is om die reden van oordeel dat er sprake is geweest van een georganiseerd en crimineel samenwerkingsverband met als oogmerk de voorbereiding van het binnen het land Aruba brengen van verdovende middelen en [slachtoffer] en dat de handelingen van verdachte zijn aan te merken als deelneming aan die criminele organisatie.
De verweren worden verworpen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde van de feiten 1 tot en met 6 levert op:
Feit 1:
medeplegen van, om een feit als bedoeld in het tweede lid van artikel 11c van de Landsverordening verdovende middelen, voor te bereiden, een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen, meermalen gepleegd;
Feit 2:
medeplegen van mensensmokkel, terwijl het misdrijf wordt begaan in de uitoefening van enig ambt of beroep;
Feit 3:
als ambtenaar een gift en belofte aannemen, wetende dat deze hem gedaan, verleend en aangeboden wordt teneinde hem te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen, meermalen gepleegd
en
als ambtenaar een gift en belofte aannemen, wetende dat deze hem gedaan, verleend en aangeboden wordt ten gevolge van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn huidige bediening is gedaan, meermalen gepleegd;
Feit 4:
als ambtenaar opzettelijk met misbruik van zijn functie of positie iets doen of nalaten iets te doen ten einde enig voordeel voor hem of een ander te verkrijgen, meermalen gepleegd;
Feit 5:
opzettelijke schending van een ambtsgeheim, meermalen gepleegd;
Feit 6:
het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Er is sprake van eendaadse samenloop tussen de feiten 4 en 5. Er is sprake van meerdaadse samenloop tussen de feiten 1 tot en met 6.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf en maatregel
Bij de bepaling van de op te leggen straf en maatregel wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Verdachte heeft vertrouwelijke informatie, waarover hij uit hoofde van zijn ambt als kustwachtmedewerker van Kustwacht Aruba beschikte, verstrekt aan zijn medeverdachten, terwijl hij wist dat zij door de Kustwacht Aruba als ‘target of interest’ werden gezien en dat zij zich bezighielden met criminele zaken.
Verdachte heeft door zijn handelen het vertrouwen dat door de Kustwacht in hem als medewerker was gesteld en zijn geheimhoudingsplicht op grove wijze geschonden. Van ambtenaren wordt integriteit en onkreukbaarheid verwacht en niet dat zij het functioneren van de Kustwacht en het land en het daarin te stellen vertrouwen aantasten. Dat wordt benadrukt door het afleggen van een eed of belofte. Die beëdiging heeft juist ook betrekking op het verbod om geld of toezeggingen van anderen aan te nemen, anders dan het salaris. Verdachte heeft als ambtenaar in ruil voor tegenprestaties beloften geaccepteerd en giften aangenomen en dat is een ernstig delict. Het Gerecht rekent het verdachte ten slotte aan dat mede door zijn handelen drugstransporten en mensensmokkel zijn voorbereid en hebben plaatsgevonden, waarbij de smokkelaars informatie kregen die niet voor hen bestemd was, hetgeen mogelijk (extra) gevaar voor collega’s van verdachte opleverde. Bovendien heeft verdachte door zijn handelen een bijdrage geleverd aan drugstransport, drugshandel en mensenhandel. Strafbare feiten die in zijn algemeenheid gepaard gaan met andere criminele handelingen, die risico’s met zich meebrengen en die een gevaar vormen voor de volksgezondheid.
Dat verdachte gedurende deze periode angst heeft gehad voor de personen met wie hij samenwerkte, komt voor zijn eigen rekening en risico. Verdachte had, als inderdaad sprake is geweest van angst, een andere oplossing moeten zoeken, hulp moeten vragen aan familie of collega’s en/of de politie moeten inschakelen. Dit geldt voor verdachte temeer gelet op zijn functie als ambtenaar van de Kustwacht.
Het Gerecht heeft bij het bepalen van de op te leggen straf rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en met de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Het Gerecht is, na een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat na te noemen gevangenisstraf passend en geboden is. De straf is lager dan door de officier van justitie geëist, omdat het Gerecht niet alle onderdelen van het tenlastegelegde bewezen acht.
Als bijkomende straf zal het Gerecht verdachte voor de – in dit geval maximale – duur van 13 jaren ontzetten van het recht om het ambt van kustwachtmedewerker/ ambtenaar te bekleden. Het vertrouwen dat in een overheidsdienaar moet kunnen worden gesteld heeft verdachte zo ernstig beschaamd dat voor hem gedurende die periode geen plaats is om die overheid te dienen.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde is voorts het onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp onder [codenummer], te weten een mobiele telefoon van het merk Samsung, zoals vermeld in de op pagina 2067 (Map 3) opgenomen lijst inbeslaggenomen goederen.
Het voorwerp, is vatbaar voor verbeurdverklaring. Het voorwerp behoort immers toe aan de verdachte en het betreft een voorwerp met betrekking tot welke het bewezen verklaarde is begaan.
Het Gerecht zal daarom de verbeurdverklaring gelasten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf en maatregel is gegrond op de artikelen 1:64, 1:67, 1:68, 1:116, 1:123, 1:133, 1:136, 2:79, 2:154, 2:232, 2:351 en 2:354 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 tot en met 6 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het onder 1 tot en met 6 bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het onder 1 tot en met 6 bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
acht (8) jaren;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
ontzet de verdachte van het recht tot het bekleden van zijn ambt als ambtenaar voor de duur van
dertien (13) jaren;
verklaart verbeurd het in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
[Codenummer]
donkergrijs/zwart mobiele telefoon van het merk Samsung (privé).
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. T.C. Henniphof, bijgestaan door mr. S.M. Eman en J. Spanner, (zittingsgriffieren), en op 25 november 2024 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.

Voetnoten

1.‘blindspots’: plekken op zee die minder goed zichtbaar zijn op de radar van de Kustwacht;
2.‘Plakken van boten’: het langere tijd naast elkaar liggen van boten op zee. Dit is goed op de radar van de Kustwacht waar te nemen;
3.‘Palambra vismethode’: een vismethode waarbij visgerei bestaande uit meerdere vishaken in zee wordt uitgezet en in een tweede ronde weer opgehaald. Bij drugs- en/of mensensmokkel worden met deze methode door de eerste boot drugs en/of mensen in zee gedropt en op een later moment door een andere boot weer opgehaald.