ECLI:NL:OGEAA:2024:286

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
27 november 2024
Publicatiedatum
12 maart 2025
Zaaknummer
AUA202403440 en AUA202403441
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot schorsing van precariovergunningen voor kiosken in de High Rise Corridor te Aruba

In deze zaak heeft El Bohio Holding N.V. een verzoek ingediend tot schorsing van de precariovergunningen die zijn verleend aan twee belanghebbenden voor het innemen van domeingrond voor het plaatsen van kiosken voor de verkoop van souvenirs. De vergunningen zijn verleend op 4 juli 2024, maar El Bohio heeft pas op 26 september 2024 bezwaar gemaakt, wat buiten de wettelijke bezwaartermijn valt. Het gerecht heeft echter geoordeeld dat El Bohio ontvankelijk is in haar bezwaren, omdat zij niet eerder op de hoogte was van de vergunningverlening.

De zitting vond plaats op 13 november 2024, waar El Bohio werd vertegenwoordigd door een gemachtigde. Het gerecht heeft vastgesteld dat de situatie rondom de kiosken sinds 2019 niet wezenlijk is veranderd en dat er geen relevante wijziging is die de bezwaren van El Bohio kan onderbouwen. De rechter heeft geconcludeerd dat de verzoeken tot schorsing van de vergunningen niet kunnen worden toegewezen, omdat er geen spoedeisend belang is en de bezwaren van El Bohio naar verwachting niet zullen slagen. De verzoeken zijn afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak werd gedaan door mr. B.J. van Ettekoven op 27 november 2024.

Uitspraak

Uitspraak van 27 november 2024
Lar nrs. AUA202403440 en AUA202403441

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op de verzoeken in de zin van artikel 54 van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

EL BOHIO HOLDING N.V.

gevestigd in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna ook te noemen: El Bohio,
Gemachtigde: mr. D.G. Kock,
gericht tegen:
de Minister van ALGEMENE ZAKEN, INNOVATIE, OVERHEIDSORGANISATIE, INFRASTRUCTUUR EN RUIMTELIJKE ORDENING,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
Gemachtigde: mr. D.C.A. Crouch,
Als BELANGHEBBENDEN worden aangemerkt:
[Belanghebbende 1], h.o.d.n. IGUANA SOUVENIR’S,
gevestigd in Aruba,
en
[Belanghebbende 2], h.o.d.n. HOPI SOUVENIRS & MORE,
gevestigd in Aruba,
Gemachtigde: mr. D.M. Canwood.

PROCESVERLOOP

Op 4 juli 2024 heeft verweerder aan de belanghebbenden precariovergunningen verleend voor het jaar 2024 voor het innemen van domeingrond voor het plaatsen van een kiosk voor de verkoop van souvenirs op het trottoir voor het gebouw [plaats], [adres] te Aruba (de bestreden beschikkingen).
El Bohio is eigenaar van [plaats] en zij heeft op 26 september 2024 bezwaar gemaakt tegen de bestreden beschikkingen. El Bohio heeft bij dit gerecht verzoeken als bedoeld in artikel 54 van de Lar ingediend.
Verweerder heeft verweerschriften ingediend.
Het gerecht heeft de zaken behandeld op de zitting van 13 november 2024. Voor El Bohio is verschenen de heer [betrokkene 1], bijgestaan door [betrokkene 2], die de zaak heeft waargenomen voor de hiervoor genoemde gemachtigde. Voor de belanghebbenden zijn verschenen [belanghebbende 1] en de hiervoor genoemde gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

El Bohio heeft verzocht om schorsing van de precariovergunningen van de twee belanghebbenden en wil hiermee bereiken dat zij niet langer hun kiosken kunnen exploiteren voor de ingang van het winkelcentrum [plaats].
El Bohio vindt dat de situatie zoals die nu is voor overlast zorgt en dat de precariovergunningen zijn verleend in strijd met verweerders eigen beleid van 5 april 2012 “High Rise Corridor’ Palm Beach (hierna: het beleid).
Voordat het gerecht toekomt aan de bespreking van de verzoeken, moet zij eerst de vraag beantwoorden of El Bohio ontvankelijk is in haar bezwaren. De precariovergunningen zijn verleend op 4 juli 2024 en El Bohio heeft pas op 26 september 2024 bezwaar gemaakt. Dat is buiten de in artikel 11, tweede lid van de Lar genoemde bezwaartermijn van zes weken na dagtekening van de beschikkingen en dus te laat. Een te laat ingediend bezwaar, wordt, ingevolge artikel 12, eerste lid, van de Lar, niet-ontvankelijk verklaard.
2.1
Een bezwaar dat na afloop van de termijn is ingediend, wordt echter niet niet-ontvankelijk verklaard als de indiener aannemelijk maakt dat hij het bezwaar zo spoedig mogelijk als redelijkerwijs verlangd kon worden heeft ingediend en het tegendeel niet blijkt. Dat volgt uit artikel 12, derde lid van de LAR.
2.2
Het gerecht oordeelt dat het El Bohio niet kan worden verweten dat zij pas op 26 september 2024 bezwaar heeft gemaakt tegen de afgifte van de precariovergunningen. Deze vergunningen heeft verweerder namelijk niet op enig moment gepubliceerd. Ook is niet aannemelijk geworden dat El Bohio op een andere manier kennis heeft kunnen nemen van de verlening van de vergunningen. El Bohio heeft gesteld dat zij pas rond 19 september 2024 - een week voordat zij bezwaar heeft gemaakt - op de hoogte is geraakt van de afgifte van de precariovergunningen aan de belanghebbenden. Niet is gebleken dat El Bohio al eerder op de hoogte was of had kunnen zijn van de verlening van de vergunningen. Hierbij merkt het gerecht op dat het feit dat El Bohio er kennis van heeft gehad dat aan de belanghebbenden al sinds 2019 jaarlijks op enig moment precariovergunningen zijn verleend, niet relevant is voor de vraag of El Bohio op tijd bezwaar heeft gemaakt tegen de in 2024 verleende precariovergunningen.
2.3
Het gerecht oordeelt dat El Bohio, nadat zij – naar eigen zeggen – op de hoogte is geraakt van de verleende vergunningen zo spoedig mogelijk daartegen bezwaar heeft gemaakt. De bezwaren van El Bohio zijn ontvankelijk.
2.4
Het gerecht zal beoordelen of er een spoedeisend belang is bij het treffen van een voorlopige voorziening, waarbij mede betrokken wordt of het bezwaar van El Bohio een redelijke kans van slagen heeft. Deze beoordeling heeft een voorlopig karakter en bindt de rechter in een eventuele bodemprocedure niet.
3 Uit de gedingstukken en wat er op de zitting is besproken komen de volgende relevante feiten naar voren.
3.1
El Bohio heeft in het verleden kiosken verhuurd op het trottoir voor haar winkelcentrum. Het ging toen om vijftien kiosken, die stonden op domeingrond van het Land. Verweerder heeft El Bohio er in een brief van 2 oktober 2018 op gewezen dat zij deze kiosken illegaal verhuurde, omdat zij geen vergunning had om domeingrond van het Land te verhuren. Zij heeft ook geen precario betaalt voor het innemen van de domeingrond. Verweerder heeft El Bohio over de drie jaar voorafgaand aan de brief alsnog precario laten betalen en haar aangezegd dat zij de kiosken binnen drie maanden moest ontruimen.
3.2
Op 15 februari 2019 heeft er, onder leiding van een notaris, een loting van kavels plaatsgevonden ten behoeve van het plaatsen van kiosken op de domeingrond van het Land voor [plaats]. Er zijn toen zeven kavels verloot. De belanghebbenden hebben ieder een kavel mogen innemen. Waar eerst vijftien kiosken stonden, waren dat er in 2019 nog maar zeven. Deze kiosken zijn, conform de wens van verweerder, zigzaggend geplaatst op de domeingrond. De belanghebbenden hebben precariovergunningen en vergunningen op grond van de Algemene Politieverordening verkregen voor de exploitatie van de kiosken op de hun toegewezen kavels. Zij huurden die kiosken van El Bohio, die ook zorgdroeg voor de benodigde elektra, water, schoonmaak en bewaking.
3.3
In 2023 heeft El Bohio een eind gemaakt aan de deze verhuurconstructie. Met ingang van 30 november 2023 huren de belanghebbenden niet langer een kiosk van El Bohio, maar hebben zij op andere wijze in een kiosk kunnen voorzien.
4. Uit het hiervoor geschetste feitenverloop blijkt dat de situatie voor [plaats] sinds 2019 in essentie niet is gewijzigd. Er stonden toen zeven kiosken en die staan er nu nog steeds, zij het dat zij niet langer gehuurd worden van El Bohio. El Bohio heeft niet aannemelijk gemaakt dat zich sinds 2019 een relevante wijziging heeft voorgedaan. Dat er nu als gevolg van de precariovergunningen van belanghebbenden sprake zou zijn van overlast, een onveilige situatie en klachten van anderen etc, zoals door El Bohio is gesteld, is in het geheel niet onderbouwd en overigens niet aannemelijk . Niet valt in te zien dat El Bohio onevenredig nadeel zal ondervinden als de bestreden precariovergunningen niet worden geschorst. Het voor het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening ontbreekt dan ook.
5. Er is nog een reden waarom er geen aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen. Naar voorlopig oordeel van het gerecht zullen de bezwaren van El Bohio niet slagen en zullen de bestreden beschikkingen na heroverweging in stand blijven. El Bohio heeft gesteld dat de kiosken in strijd met verweerders eigen beleid zijn geplaatst, omdat daarin staat vermeld: “Het plaatsen en hebben van kiosken/uitstallingen aan beide zijden van de wegen in de “high rise corridor” wordt niet toegestaan.” El Bohio leest hierin een algeheel verbod op kiosken langs de weg in de “high rise corridor”, maar dat staat er niet. Het gaat er, zoals verweerder heeft toegelicht, om dat niet aan allebei de kanten van de weg kiosken of uitstellingen worden geplaatst. De situatie zoals hier aan de orde, waarbij aan één kant van de weg kiosken zijn geplaatst, is dus niet in strijd met het beleid.
6. De verzoeken zullen daarom worden afgewezen. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.
BESLISSING
De rechter in dit gerecht:
- wijst de verzoeken af.
Deze beslissing is gegeven door mr. B.J. van Ettekoven, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 november 2024 in aanwezigheid van mr. M.E.C. Bakker, de griffier.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.