Uitspraak
1.[Eiser 1],
[Eiser 2],
[Eiser 3],
[Eiseres 1],
[Eiseres 2],
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben eisers, bestaande uit meerdere personen die in Venezuela en de Verenigde Staten wonen, een kort geding aangespannen met betrekking tot de afwikkeling van de nalatenschap van [eiser 3]. Deze is op 29 juli 2022 overleden zonder testament. De eisers vorderen toestemming voor de verkoop van het recht van erfpacht op een perceel domeingrond in Aruba, waarop een woning staat. De gedaagde, die ook erfgenaam is, is niet verschenen op de zittingen, ondanks dat hij deugdelijk was opgeroepen. Het Gerecht heeft verstek verleend tegen de gedaagde en de vorderingen van de eisers inhoudelijk beoordeeld.
Het Gerecht oordeelt dat het bevoegd is om de zaak te behandelen, omdat het onroerend goed in Aruba ligt. De eisers hebben een spoedeisend belang bij hun vorderingen, aangezien het erfpachtrecht deel uitmaakt van de nalatenschap en zij niet langer in onverdeeldheid kunnen blijven. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de gedaagde tweemaal behoorlijk is opgeroepen en dat de vorderingen van de eisers niet onrechtmatig of ongegrond zijn. Daarom zijn de vorderingen toegewezen.
In de uitspraak is bepaald dat het vonnis in de plaats komt van de noodzakelijke toestemming van de gedaagde voor de verkoop van het erfpachtrecht. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 2 december 2024 door mr. J. Brandt, rechter, in aanwezigheid van de griffier.