In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 3 december 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de naamloze vennootschap ISLAND FOODS AND DISTRIBUTORS N.V., handelende onder de naam Pricesmart, en de verweerder, die in dienst was als Front-end Supervisor. Pricesmart verzocht de ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van vermeende overtredingen van bedrijfsregels door de verweerder, die op 10 mei 2024 met behoud van loon was geschorst in verband met een onderzoek naar een incident op 13 april 2024. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 september 2024 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, maar zij hebben geen overeenstemming bereikt.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de verwijten van Pricesmart aan de verweerder onvoldoende zijn om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Hoewel de verweerder niet heeft ingegrepen toen een kassamedewerker haar kassa onbeheerd achterliet, is dit niet voldoende om te concluderen dat de arbeidsrelatie zodanig verstoord is dat deze niet kan worden voortgezet. Het Gerecht heeft ook opgemerkt dat Pricesmart niet voldoende bewijs heeft geleverd van de gestelde overtredingen en dat de verweerder al 21 jaar in dienst is zonder eerdere klachten over zijn functioneren. De ontbinding van de arbeidsovereenkomst werd als een te ingrijpende maatregel beschouwd, en het verzoek van Pricesmart werd afgewezen. Tevens werd Pricesmart veroordeeld in de proceskosten van de verweerder, die zijn gemaakt in deze procedure.