Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
[Verzoekster],
DE MINISTER VAN ARBEID, ENEGIE EN INTEGRATIE,
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Ter beantwoording ligt voor de vraag of de onmiddellijke uitvoering van de bestreden beschikking voor verzoekster een onevenredig nadeel met zich zou brengen in verhouding tot het door een onmiddellijke uitvoering daarvan te dienen belang, en dat ter voorkoming van dat nadeel een voorlopige voorziening moet worden getroffen. Voor zover het gerecht daarbij een inhoudelijk oordeel geeft, heeft dit oordeel een voorlopig karakter en is het niet bindend in de bodemprocedure.
Deze artikelen uit het BW bevatten dus niet de door verzoekster gestelde gelijkstelling die ertoe moet leiden dat verweerder genoemde uitzondering in zijn beleid vanwege de bijzondere band met Aruba ook moet toepassen op personen die wel voogd maar geen ouder zijn en ook niet als ouder kunnen worden aangemerkt.
BESLISSING
2. Onder gezag wordt verstaan ouderlijk gezag dan wel voogdij.
3. Ouderlijk gezag wordt door de ouders gezamenlijk of door één ouder uitgeoefend. Voogdij wordt door een ander dan een ouder uitgeoefend.
4. Het gezag heeft betrekking op de persoon van de minderjarige, het bewind over zijn vermogen en zijn vertegenwoordiging in burgerlijke handelingen, zowel in als buiten rechte.
2. Onder verzorging en opvoeding worden mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind alsmede het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. In de verzorging en opvoeding van het kind is er geen sprake van verwaarlozing en passen de ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling toe.
[…]
Landsverordening toelating en uitzetting
1. Een verzoek om verlening van een vergunning tot tijdelijk verblijf kan door of namens de minister, belast met vreemdelingenzaken, worden geweigerd:
a. in verband met de openbare orde of het algemeen belang, waartoe ook de bescherming van de volksgezondheid en de arbeidsmarkt wordt gerekend te behoren;
[…]
[…]
Er kan sprake zijn van bijzondere band indien zich een van deze gevallen zich voordoet:
[…]
- Bent u een ongehuwde meerderjarige toelatingsplichtige ouder van een landskind en woont u samen met het kind: Indien u ongehuwd bent en niet in het bezit bent van een andere verblijfstitel kunt u aanspraak maken op een vergunning. Voorwaarde is dat uw kind op uw hoofdverblijf woont en u beschikt over het wettelijk gezag (alleen of samen) van het minderjarige kind.