Op 13 november 2024 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker die een tijdelijke verblijfsvergunning voor studie heeft aangevraagd, maar wiens aanvraag aanvankelijk was afgewezen omdat hij niet de vereiste documenten had overgelegd. De verzoeker volgt een opleiding Elektrotechnische installaties aan Collegio EPI in Aruba en had een huurovereenkomst en bewijs van solvabiliteit van zijn garantsteller, zijn moeder, moeten indienen. Na de afwijzing heeft de verzoeker de benodigde documenten alsnog overgelegd.
Tijdens de zitting op 13 november 2024 heeft de verweerder, de Minister van Arbeid, Energie en Integratie, aangegeven dat de verzoeker nu voldoet aan de voorwaarden voor de verlening van de vergunning. Het gerecht heeft overwogen dat, gezien de omstandigheden, de afhandeling van het bezwaar van de verzoeker enige tijd in beslag kan nemen. Om onevenredig nadeel voor de verzoeker te voorkomen, heeft het gerecht besloten een voorlopige voorziening te treffen. De rechter heeft bepaald dat de verweerder binnen vier weken na de uitspraak een beslissing op het bezwaar van de verzoeker moet nemen.
De uitspraak is gedaan door mr. B.J. van Ettekoven en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, wat betekent dat de beslissing van het gerecht definitief is.