ECLI:NL:OGEAA:2024:252

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 november 2024
Publicatiedatum
9 januari 2025
Zaaknummer
AR AUA202201276
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen en getuigenverhoor in civiele procedure

In deze civiele procedure, aangespannen door UPCYCLE DESIGNS LLC, kantoorhoudende te Florida, U.S.A., tegen twee gedaagden die gezamenlijk als eisers in reconventie optreden, is op 20 november 2024 een vonnis gewezen door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. De eiseres vorderde betaling van openstaande facturen, waaronder facturen met nummers #1241, #1278, #1279, #1287 en #1297. De gedaagden in conventie, eisers in reconventie, hebben betwist dat zij deze bedragen verschuldigd zijn, en hebben gesteld dat de gefactureerde kosten ten onrechte in rekening zijn gebracht. Tijdens de procedure zijn getuigen gehoord en is een comparitie van partijen gehouden op 19 september 2024. Het Gerecht heeft in zijn vonnis geoordeeld dat de gedaagden in conventie een bedrag van USD 10.588,08 aan de eiseres moeten betalen, na verrekening van verschillende creditnota's. Tevens is de wettelijke rente toegewezen vanaf 8 juni 2022. In reconventie heeft het Gerecht geoordeeld dat de eiseres, Upcycle, gehouden is tot terugbetaling van bedragen aan de gedaagden in reconventie, voor een totaalbedrag van USD 10.107,48, afhankelijk van de onderbouwing van de betalingen door de gedaagden. De kosten van het geding zijn eveneens toegewezen aan de zijde van de gedaagden in conventie, die grotendeels in het ongelijk zijn gesteld.

Uitspraak

Vonnis van 20 november 2024
Behorend bij A.R. no. AUA202201276
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de vennootschap naar buitenlands recht
UPCYCLE DESIGNS LLC,
kantoorhoudende te Florida, U.S.A.,
domicilie kiezende te Aruba,
eiseres in conventie,
gedaagde in reconventie,
hierna ook te noemen: Upcycle,
gemachtigden: de advocaten mr. C.R.O. Richardson en mr. L.A.J. Banis,
tegen

1.[Gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1],

2.
[Gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2],
beiden (tevens) wonende te Aruba,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
hierna gezamenlijk te noemen: [gedaagden in conventie, eisers in reconventie],
gemachtigde: de advocaat mr. M.L.J.J.P. Willems.

1.DE VERDERE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit het tussenvonnis in deze zaak van 26 juni 2024 en de daarin genoemde stukken.
1.2
Bij voormeld vonnis is in reconventie [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] toegelaten tot bewijs en een getuigenverhoor bepaald. Tevens is in conventie en in reconventie een comparitie van partijen gelast. Het getuigenverhoor en de comparitie van partijen hebben plaatsgevonden op 19 september 2024. Partijen zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigden voornoemd. Van het getuigenverhoor is een proces-verbaal opgemaakt.
1.3
Vonnis is nader bepaald op vandaag.

2.DE VERDERE BEOORDELING

In conventie
2.1
Upcylce vordert de betaling van (de nog openstaande bedragen van) de facturen met nummers #1241, #1278, #1279, #1287 en #1297.
2.2
Zoals in de tussenvonnissen van 17 januari 2024 en 26 juni 2024 is overwogen, dienen [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ter zake van de factuur met nummer #1241 nog een bedrag van USD 19.840,50 te betalen en de factuur #1278 ten bedrage van USD 1.513,33 te voldoen. Nog niet (volledig) is beslist over de facturen met nummers, #1279, #1287 en #1297.
Factuur #1279
2.3
Met betrekking tot deze factuur ten bedrage van USD 8.211,43 is in voornoemd tussenvonnis van 26 juni 2024 overwogen dat het in deze factuur begrepen installeren van de keukenkastjes al door middel van een andere factuur in rekening is gebracht, zodat de factuur met een bedrag van Afl. 3.125,- (USD 1.785,71) moet worden verminderd. Tevens is overwogen dat de door middel van de factuur over dit bedrag in rekening gebrachte commissie van 20% (zijnde USD 357,14) dan eveneens op het te betalen bedrag in mindering strekt.
2.4
Door middel van deze factuur zijn verder in rekening gebracht de werkzaamheden met betrekking tot het kopen en installeren van spotlights, het sealen van de ramen en het schoonmaken van de ramen. Dat deze werkzaamheden zijn uitgevoerd kan echter, zoals in het tussenvonnis van 26 juni 2024 is overwogen, niet worden gezegd. Het door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] te betalen bedrag dient daarom met deze werkzaamheden te worden verminderd. Tijdens de comparitie van partijen hebben partijen overeenstemming bereikt dat de kosten voor deze werkzaamheden op een bedrag van USD 2.000,- kunnen worden begroot. Dit bedrag en de daarover in rekening gebrachte commissie van USD 400,- strekt dan ook in mindering op de factuur.
2.5
Nu, zoals in het tussenvonnis van 17 januari 2024 is overwogen, het verweer van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] dat de overigens gefactureerde werkzaamheden al in andere facturen zijn verwerkt, faalt, brengt het voorgaande mee dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ter zake van de factuur #1279 een bedrag van USD 3.668,58 aan Upcylce dienen te betalen.
Factuur #1287
2.6
Deze factuur van USD 1.732,91 ziet op de ter zake van de voor [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] bestelde en geïmporteerde goederen door Upcycle betaalde International Shipping Charges en Customs and Duty kosten. Bij akte na het tussenvonnis van 17 januari 2024 heeft Upcylce stukken in het geding gebracht waaruit volgens haar blijkt dat zij het door haar betaalde bedrag op juiste wijze aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft doorberekend. [Gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hebben betwist dat dit uit de overgelegde stukken blijkt en erop gewezen dat uit die stukken ook in het geheel niet blijkt dat de op die documenten omschreven goederen de goederen betreffen die Upcycle voor [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft gekocht en geïmporteerd.
2.7
Dit verweer van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] slaagt.
2.8
Blijkens de op 1 december 2021 gedateerde factuur #1287 zijn door Upcycle aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] de volgende kosten in rekening gebracht:
1. International shipping charges
Freight Forwarder Shipping Chargers,
Dockage and Fees Cargo Invoice
09-13-1802 Bedroom furniture USD 550,42
2. Customs and Duty
Customs and Duty Cargo Invoice
09-13-1802 - Bedroom furniture USD 674,97
3. International shipping charges
Freight Forwarder Shipping Chargers,
Dockage and Fees Cargo Invoice
09-13-1802 - Full Mattresses and Boxes USD 177,63
4. Customs and Duty
Customs and Duty Cargo Invoice
09-13-1802 - Full Mattresses and Boxes USD 329,89.
Ter onderbouwing van deze factuur is een aan Upcylce Design V.B.A. verstuurde factuur van GP Cargo met nummer 09-13-1802 (gedateerd 7 december 2021) overgelegd. Blijkens de aan deze factuur ten grondslag liggende stukken zijn invoerrechten betaald voor verschillende door Upcycle Design V.B.A. geïmporteerde zaken en is onder meer verschillende “department store merchandise” ingevoerd.
2.9
In de eerste plaats geldt dat alle doorberekende facturen, zoals [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] terecht hebben aangevoerd, allemaal aan Upcycle Design V.B.A. zijn gericht. Daarom kan, zonder een nadere toelichting, die ontbreekt, niet worden aangenomen dat Upcycle deze kosten voor [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft betaald. Maar ook overigens volgt uit de overgelegde stukken niet dat de kosten terecht door Upcycle bij [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in rekening zijn gebracht. De Customs and Duty ten bedrage van USD 674,97 correspondeert volgens Upcycle met het bedrag van Afl. 1.181,20 dat door de douane in rekening is gebracht voor de invoer van “meubels van hout, van de soort gebruikt in slaapkamers, KASTEN”. Dat dit door Upcylce voor [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] gekochte en ingevoerde zaken betreffen, blijkt uit de overgelegde stukken evenwel niet. Upcycle heeft ook overigens niet, althans onvoldoende inzichtelijk gemaakt welke zaken hier precies worden bedoeld en met welke factuur en wanneer zij deze aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in rekening heeft gebracht en geleverd. Met betrekking tot de andere in rekening gebrachte Customs and Duty post ten bedrage van USD 329,89 geldt verder dat dit bedrag niet uit de overgelegde stukken blijkt en dat een concrete toelichting op deze post ontbreekt. Voor wat betreft de transportkosten (International shipping charges) geldt eveneens dat niet, althans onvoldoende blijkt dat de ter onderbouwing van die kosten overgelegde stukken op voor [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] gekochte en ingevoerde zaken zien (te minder nu de factuur van Upcycle van 1 december 2021 dateert en de factuur van GP Cargo van 7 december 2021) en dat daaruit ook niet blijkt dat de berekening van het gewicht van de ingevoerde zaken (waar de transportkosten op zijn gebaseerd) op juiste wijze is gebeurd. Gelet op al het voorgaande heeft Upcycle de gegrondheid van haar factuur niet, althans onvoldoende onderbouwd. Ook tijdens de comparitie van partijen heeft Upcycle geen feiten en/of omstandigheden aangedragen die tot een ander oordeel kunnen leiden. Niet kan daarom worden gezegd dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zijn gehouden deze factuur te betalen.
2.1
Dat niet kan worden gezegd dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zijn gehouden de factuur #1287 te betalen, laat onverlet dat zij, zoals [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] tijdens de comparitie van partijen ook hebben erkend, wel zijn gehouden de transportkosten en Customs and Duty kosten voor de voor hun gekochte en ingevoerde zaken aan Upcycle (dan wel aan degene die deze kosten voor hen heeft betaald) te betalen. De door Upcycle betrokken stellingen en de overgelegde stukken bieden echter onvoldoende concrete aanknopingspunten om het door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] te betalen bedrag te begroten.
Factuur # 1297
2.11
Deze factuur van USD 3.6647,58 ziet eveneens op door Upcycle aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in rekening gebrachte International Shipping Charges ten bedrage van USD 1.448,74, Customs and Duty ten bedrage van USD 1.590,91 en de over deze posten berekende commissie ten bedrage van USD 607,93. Ook ten aanzien van deze factuur geldt dat onvoldoende concreet is onderbouwd dat de ter onderbouwing van deze factuur overgelegde stukken op voor [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ingevoerde zaken zien. Niet alleen ontbreken voldoende aanknopingspunten voor het oordeel dat de ingevoerde zaken de aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] geleverde zaken betreffen, ook zijn alle ter onderbouwing van de factuur overgelegde stukken aan Elizabeth Ginocchio of Upcycle Design V.B.A. gericht. Voor wat betreft deze factuur kan daarom, zonder een nadere toelichting, die ontbreekt, evenmin worden aangenomen dat Upcycle deze kosten voor [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft betaald. Dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zijn gehouden de in rekening gebrachte kosten en de daarover berekende commissie te betalen, kan dan ook niet worden gezegd. Bij gebreke aan voldoende concrete aanknopingspunten daarvoor, kunnen deze kosten, die [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in beginsel dus wel zijn gehouden te betalen, ook nu niet worden begroot.
Slotsom
2.12
Het voorgaande brengt mee dat de vordering van Upcycle voor wat betreft de facturen #1287 en # 1297 zal worden afgewezen en dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ter zake van (de nog openstaande bedragen van) de facturen met nummers #1241, #1278 en #1279 in totaal een bedrag van USD 25.022,41 zijn verschuldigd. Op dit bedrag strekt echter in mindering de creditnota’s #1280 ten bedrage van USD 6.285,96, #1281 ten bedrage van USD 5.087,97 en #1302 ten bedrage van USD 3.060,40, zodat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zijn gehouden een bedrag van USD 10.588,08, oftewel (op basis van de kennelijk tussen partijen gehanteerde wisselkoers van Afl. 1,75) Afl. 18.529,14, te betalen. De vordering in conventie zal tot dat bedrag worden toegewezen. [Gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zullen, nu dit ook niet is weersproken, hoofdelijk worden veroordeeld voormeld bedrag aan Upcycle te voldoen.
2.13
De gevorderde wettelijke rente zal, bij gebreke aan concrete aanknopingspunten die tot een ander oordeel leiden, worden toegewezen vanaf de veertiende dag na betekening van het inleidend verzoekschrift aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] op 25 mei 2022, derhalve vanaf 8 juni 2022.
2.14 [
Gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zullen als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij hoofdelijk worden veroordeeld in de kosten van het geding aan de zijde van Upcycle gevallen. Deze kosten worden tot op heden begroot op Afl. 750,- aan griffierecht, Afl. 215,- aan explootkosten en Afl. 3.500,- aan gemachtigdensalaris (3,5 punten x tarief 4), derhalve in totaal op Afl. 4.465,-.
In reconventie
2.15 [
Gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stellen dat de door Upcycle verstuurde, deels door hen al betaalde, facturen met de nummers 1196, 1208, 1226, 1229, 1235, 1241, 1244, 1260, 1265, 1266, 1274, 1275, 1276, 1277, 1279, 1287 en 1297 aanpassingen behoeven. Volgens [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zijn kosten ten onrechte in rekening gebracht en betaald en dient dit te worden terugbetaald.
2.16
Zoals in de tussenvonnissen van 17 januari 2024 en 26 juni 2024 is overwogen, wordt deze stelling van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ten aanzien van de facturen #1196, #1235 en #1265 gepasseerd en behoeven de stellingen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] voor wat betreft de facturen #1241 en #1279 (vanwege het oordeel in conventie) geen bespreking meer.
2.17
Verder is in het tussenvonnis van 17 januari 2024 al overwogen dat Upcycle ter zake van de facturen #1260 en #1266, die beide door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] aan Upcycle zijn betaald, de bedragen van respectievelijk USD 507,41 en USD 1.829,88 aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] dient terug te betalen. In het tussenvonnis van 26 juni 2024 is voorts overwogen dat Upcycle ter zake van de factuur #1274 een bedrag van USD 1.028,57 aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] moet terugbetalen.
Factuur #1287 en #1297
2.18
Met betrekking tot deze facturen is in het tussenvonnis van 26 juni 2024 in conventie iedere beslissing aangehouden. In reconventie is vervolgens met betrekking tot deze facturen abusievelijk opgenomen dat in conventie is overwogen dat niet kan worden gezegd dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zijn gehouden deze facturen te betalen en dat daarom voor terugbetaling geen grond bestaat. Dit is dus ten onrechte. Mede naar aanleiding van de comparitie van partijen is thans in conventie (alsnog) geoordeeld dat niet kan worden gezegd dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zijn gehouden deze facturen te betalen. Gelet hierop en omdat deze facturen nog niet door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] aan Upcycle zijn betaald, bestaat voor terugbetaling geen grond.
Factuur #1208, #1226, #1229, #1244, #1276 en #1277
2.19 [
Gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hebben gesteld dat de door Upcycle met de facturen # 1208, #1226, #1229, #1244, #1276 en #1277 gefactureerde transportkosten en invoerrechten voor door Upcycle voor [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] bestelde en geïmporteerde zaken ten onrechte in rekening zijn gebracht. Naar aanleiding van de door Upcycle in het geding gebrachte, volgens haar aan de facturen ten grondslag onderliggende stukken hebben [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hun stelling nader onderbouwd. Zij hebben, zoals in het tussenvonnis van 26 juni 2024 al is weergegeven, erop gewezen dat uit de overgelegde stukken niet blijkt dat de op die documenten omschreven goederen voor [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zijn gekocht en geïmporteerd en aan hen zijn geleverd. De omschrijvingen op die stukken zijn onvoldoende concreet om aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] toe te kunnen rekenen. In de verschillende laadbrieven wordt ofwel [betrokkene 1] persoonlijk, ofwel Upcycle Design V.B.A. als consigne genoemd en voor een deel van de goederen is de omschrijving “Department Store Merchandise” gegeven, ter indicatie dat de betreffende goederen bestemd waren voor de winkel en showroom van de lokale, zelfstandige Upcycle entiteit. Daarnaast wordt, zo stellen [gedaagden in conventie, eisers in reconventie], in de overgelegde stukken nagenoeg nergens het adres van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] omschreven, maar telkens het adres van de importeur, zijnde [betrokkene 1] en [betrokkene 2], zijn de rekeningen van het cargobedrijf aan [betrokkene 1] en [betrokkene 2] dan wel Upcycle Design V.B.A. gericht en worden in de douanepapieren ofwel [betrokkene 1] persoonlijk, ofwel Upcycle Design V.B.A. voor de invoerrechten aangeslagen. In de overgelegde documentatie voor wat betreft de bestellingen bij Amazon.com wordt melding gemaakt van andere adressen dan het adres van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie], waaruit blijkt dat dit aankopen betreffen die niet ten behoeve van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hebben plaatsgevonden, aldus nog steeds [gedaagden in conventie, eisers in reconventie].
2.2
Voor alle facturen geldt dat de onderliggende stukken (met de doorberekende kosten) niet aan Upcycle zijn gericht. Daarnaast blijkt uit die stukken ook niet, althans onvoldoende dat de verschillende zaken waarvoor (aan de hand van de waarde en het gewicht berekende) transportkosten en invoerrechten zijn betaald de aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] geleverde zaken betreffen en daarmee evenmin of de doorberekende kosten juist zijn berekend. Gelet op dit alles kan niet worden gezegd dat de betreffende kosten door Upcycle zijn betaald en evenmin dat de met de onderhavige facturen in rekening gebrachte transportkosten en invoerrechten terecht en voor het juiste bedrag zijn gefactureerd. Nu Upcycle (ook tijdens de comparitie van partijen) niets heeft aangevoerd dat tot een ander oordeel leidt of kan leiden, heeft Upcycle de stelling van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] dat de gefactureerde transportkosten en invoerrechten, en daarmee de daarover berekende commissie, ten onrechte in rekening zijn gebracht, onvoldoende weersproken. De stelling van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] slaagt. Upcycle zal de aldus door haar in rekening gebrachte, en door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] aan haar betaalde bedragen (voor zover reeds betaald) aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] moeten terugbetalen. Ook nu geldt dat de door Upcycle betrokken stellingen en de overgelegde stukken onvoldoende concrete aanknopingspunten bieden om het door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ter zake van de voor hen betaalde transportkosten en invoerrechten te betalen bedrag te begroten.
2.21
Het voorgaande brengt mee dat Upcycle is gehouden ter zake van de facturen #1208, #1226, #1229, #1244, #1276 en #1277 respectievelijk USD 1.983,93, USD 761,42, USD 841,40, USD 1.701,08, USD 4.565,29 en USD 254,36 (derhalve in totaal USD 10.107,48) terug te betalen, indien en voor zover [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] onderbouwd met stukken aantonen dat zij deze facturen aan Upcycle hebben betaald.
Factuur #1275
2.22
Met de factuur #1275 ten bedrage van USD 9.331,43 is voor een groot aantal werkzaamheden een bedrag van in totaal USD 8.114,29 in rekening gebracht, vermeerderd met de daarover verschuldigde commissie van USD 1.217,14. In het tussenvonnis van 26 juni 2024 is [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] opgedragen bewijs te leveren van feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat de op deze factuur omschreven werkzaamheden “new 3 GFI outlet with seperate breakers” niet zijn geleverd en geplaatst en dat de op de factuur omschreven “upgrade of electrical system of entire home, to upgrades CODE” niet heeft plaatsgevonden.
2.23
Ter uitvoering van hun bewijsopdracht hebben [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] een getuige laten horen: [betrokkene 3] (hierna: [betrokkene 3]). [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft – voor zover van belang – het volgende verklaard:
“Rond 1 september 2024 ben ik door de familie [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] benaderd om hun woning te bezichtigen. Dit werd aan mij gevraagd omdat ik (…) destijds werkzaam was bij B-energy en verstand heb van zaken. Destijds heb ik de familie [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] mijn mening over de elektrische installatie gegeven. Mijn mening is dat deze installatie niet door de beugel kan. (…) Verder heb ik vastgesteld dat de zekeringskast zoals die aanwezig was en nu nog is niet aan de keuringsvereisten voldoet. (…) Wil deze door de keuring komen, moeten er aardlekschakelaars komen en deze zitten er niet. (…) Ik kan niet zien wanneer deze installatie is aangelegd. (…) De upgrade naar CODE dat moet je zo zien dat de installatie moet voldoen aan de standaard voor technische installaties. (…) U vraagt mij naar de aardlekschakelaars. Die zou er bijvoorbeeld in zone 2, de badkamer, wel moeten zijn als beveiliging. In de woning is in de badkamer is een aardlekstopcontact aanwezig, maar geen aardlekschakelaar in de zekeringskast. In de zekeringskast heb ik wel breakers gezien, maar ook op één na zijn dit geen aardlekbreakers. Voor de groep voor de badkamer betekent dat dat het niet is toegestaan zoals het nu is. De installatie zoals die er nu is, kan niet worden goedgekeurd en is niet conform CODE.
(…) In de zekeringskast is een aardlek circuit breaker (een fase 0) aanwezig. (…) De installatie zou zijn goedgekeurd als er in elk geval vijf aardlekschakelaars zouden zijn aangebracht. (…)
Toen ik door de familie [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ter plaatse was geroepen vertelden ze mij dat er drie aardlekstopcontacten voor de badkamer hadden moeten zijn vervangen, de installatie en zekeringskast hadden moeten zijn vernieuwd en dat drie breakers hadden moeten zijn geïnstalleerd. Ik heb gecontroleerd of die drie aardlekstopcontacten zijn vervangen. Deze zijn geplaatst, dat heb ik gezien. (…) Ik ken alleen de situatie ter plaatse zoals die in 2024 was. (…) Zoals gezegd was er geen elektrische tekening aanwezig. (…) Het klopt dat er ook geen oorspronkelijke tekening van de situatie voor de upgrade is. (…) Ook de groep voor de keuken heeft geen aardlekschakelaar. (…) U toon mij een foto van de badkamer. De twee stopcontacten die ik zie zijn de aardlekstopcontacten. Deze zijn niet op de juiste manier aangebracht. Ze zijn niet hoog genoeg boven of van de wastafel af geplaatst. Dit is reden om de installatie af te keuren en daarom voldoet het niet aan de CODE. (…).”
2.26
Naar het oordeel van het Gerecht volgt uit de verklaring van de getuige niet dat de “3 GFI outlet with seperate breakers” niet zijn geleverd en geplaatst. In zoverre is [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] dan ook niet in hun bewijsopdracht geslaagd. Voor wat betreft de “upgrade of electrical system of entire home, to upgrades CODE”, geldt verder als volgt. De getuige heeft verklaard dat de installatie zoals die er is, niet conform CODE is, onder meer omdat voldoende aardlekschakelaars ontbreken. Uit deze verklaring volgt derhalve niet dat de upgrade niet is uitgevoerd, maar dat de upgrade, volgens deze getuige, niet op correcte wijze is uitgevoerd. Ook op dit punt zijn [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] derhalve niet in hun bewijsopdracht geslaagd. Nu zij aan hun vordering ten grondslag hebben gelegd dat kosten ten onrechte in rekening zijn gebracht omdat de werkzaamheden niet zijn uitgevoerd en zij geen schadevergoeding wegens een gebrekkige prestatie hebben gevorderd, bestaat voor een “aanpassing” van deze factuur geen grond. Dit brengt, mede gelet op hetgeen overigens al met betrekking tot deze factuur in het tussenvonnis van 17 januari 2024 is overwogen, mee dat Upcycle niet is gehouden enig bedrag ter zake van deze factuur terug te betalen.
Slotsom
2.27
De slotsom van het voorgaande is dat de stellingen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] voor wat betreft de facturen #1208, #1226, #1229, #1244, #1260, #1266, #1274, #1276 en #1277 slagen. Ter zake van de facturen #1260, #1266 en #1274 is Upcycle gehouden een bedrag van in totaal USD 3.365,86, oftewel (op basis van de tussen partijen gehanteerde wisselkoers) Afl. 5.890,25, terug te betalen. Ter zake van de facturen #1208, #1226, #1229, #1244, #1276 en #1277 is Upcycle gehouden een bedrag van in totaal USD 10.107,48 (oftewel Afl. 17.688,09) terug te betalen, indien en voor zover [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] onderbouwd met stukken aantonen dat zij deze facturen aan haar hebben betaald. De reconventionele vordering zal aldus worden toegewezen.
2.28
Upcycle zal als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] gevallen. Deze kosten worden tot op heden begroot op Afl. 3.500,- aan gemachtigdensalaris (3,5 punt tarief 4).

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
In conventie
3.1
veroordeelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de een betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, aan Upcycle te betalen het bedrag van Afl. 18.529,14 (zijnde USD 10.588,08), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 juni 2022 tot de dag van algehele voldoening;
3.2
veroordeelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de een betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van het geding aan de zijde van Upcycle gevallen en tot op heden begroot op in totaal Afl. 4.465,-;
3.3
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4
wijst het meer of anders gevorderde af;
In reconventie
3.5
veroordeelt Upcycle tot (terug)betaling aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] van Afl. 5.890,25 (dan wel USD 3.365,86);
3.6
veroordeelt Upcycle tot betaling aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] van Afl. 17.688,09 (dan wel USD 10.107,48), indien en voor zover [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] onderbouwd met stukken aantonen dat zij de facturen #1208, #1226, #1229, #1244, #1276 en #1277 aan haar hebben betaald;
3.7
veroordeelt Upcycle in de kosten van het geding aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] gevallen en tot op heden begroot op Afl. 3.500,- aan gemachtigdensalaris;
3.8
verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.9
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.M. Tijhuis, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 20 november 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.