ECLI:NL:OGEAA:2024:244

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 november 2024
Publicatiedatum
5 december 2024
Zaaknummer
AUA202200105 AR
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van nalatenschap van de moeder van partijen met betrekking tot onroerend goed en financiële vorderingen

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, betreft het de verdeling van de nalatenschap van de moeder van de betrokken partijen. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 24 januari 2024, waarin verschillende beslissingen zijn genomen over de nalatenschap. De partijen zijn erfgenamen en hebben gezamenlijk recht op de nalatenschap, die onder andere bestaat uit een ouderlijke woning, een appartementencomplex, banksaldi en vorderingen op elkaar. De waarde van de woning is getaxeerd op Afl. 389.000,- en het appartementencomplex op Afl. 623.000,-. De partijen zijn het erover eens dat de woning aan een van de gedaagden zal worden toegedeeld, maar de toedeling van het appartementencomplex moet plaatsvinden door verkoop, omdat een van de partijen niet kan aantonen dat zij de financiering kan regelen.

Het Gerecht heeft bepaald dat de opbrengst van de verkoop van het appartementencomplex gelijkelijk tussen de partijen moet worden verdeeld. Daarnaast zijn er vorderingen van de partijen op elkaar, die ook in de verdeling moeten worden meegenomen. De notaris is benoemd om de verdeling van de nalatenschap te faciliteren, en de partijen zijn verplicht om hun medewerking te verlenen aan deze verdeling. Het vonnis bevat ook bepalingen over de betaling van gebruiksvergoedingen en de verdeling van kosten die verband houden met de nalatenschap. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

Vonnis van 13 november 2024
Behorend bij A.R. no. AUA202200105
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:

1.[Eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1],

2.
[Eiser in conventie, gedaagde in reconventie 2],
beiden wonende te Aruba,
eisers in conventie,
gedaagden in reconventie,
hierna te noemen: [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] en [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 2],
gemachtigde: de advocaat mr. J.C.F. Kip,
tegen:

1.[Gedaagde in conventie, eiser in reconventie],

2.
[Gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
beiden wonende te Aruba,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
gemachtigde: de advocaat mr. D.L. Emerencia.

1.DE VERDERE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis in deze zaak van 27 maart 2024 en de daarin genoemde stukken;
- het deskundigenrapport van 9 augustus 2024;
- de akte uitlating deskundigenrapport van de zijde van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] en [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 2] van
18 september 2024;
- de akte na deskundigenbericht van de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van eveneens 18 september 2024.
1.2
Vervolgens is, na uitstel, vonnis bepaald op vandaag.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
In deze zaak gaat het om de verdeling van de nalatenschap van de moeder van partijen, [moeder of de erflaatster] (hierna: de moeder of de erflaatster). Bij tussenvonnis van 24 januari 2024 zijn dienaangaande verschillende beslissingen genomen. Bij voormeld tussenvonnis van 27 maart 2024 is een onderzoek door de in dat vonnis benoemde deskundige bevolen ter beantwoording van de vraag wat de huidige marktwaarde vrij van huur en gebruik is van de tot de nalatenschap behorende woning gelegen aan de [adres 1] te Aruba. Blijkens het overgelegde taxatierapport is deze waarde Afl. 389.000,-. Partijen hebben in hun akten na deskundigenrapport geen bezwaar gemaakt tegen deze getaxeerde waarde. Het Gerecht gaat daar dan ook vanuit.
De omvang van de nalatenschap
2.2
Zoals in het tussenvonnis in deze zaak van 24 januari 2024 is overwogen, dienen de volgende tot de nalatenschap van de moeder behorende bestanddelen nog te worden verdeeld:
- de ouderlijke woning gelegen aan de [adres 1] (hierna: de woning);
- het appartementencomplex gelegen aan de [adres 2] (bestaande uit drie
semi-gemeubileerde appartementen) en de daaruit verkregen huurinkomsten;
- de banksaldi;
- een vordering op [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] ten bedrage van Afl. 145.000,-;
- een vordering op [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 2] ten bedrage van Afl. 266.500,-.
Vaststelling wijze van verdeling
2.3
Het Gerecht voorop dat iedere partij als deelgenoot gerechtigd is tot een vierde deel van de nalatenschap. Nu echter, zoals volgt uit hetgeen hierna wordt overwogen, de waarde van de nalatenschap nog niet vast staat, zal de wijze van verdeling van de nalatenschap worden bepaald.
- de woning
2.4
De waarde van de woning is, zoals gezegd, op Afl. 389.000,- getaxeerd. In het tussenvonnis van 24 januari 2024 is overwogen dat in de rede ligt dat de woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt toegedeeld en dat de toedeling plaatsvindt tegen deze waarde. Dienovereenkomstig zal worden beslist.
2.5
Gelet op de omvang en (de voor nu bekende) waarde van de nalatenschap, ligt in de rede aan te nemen dat het aandeel van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de nalatenschap de waarde van de woning overstijgt. Nu dit echter, vanwege de hierna te bespreken verkoop van het appartementencomplex, niet met zekerheid kan worden gezegd, zal worden bepaald dat de toedeling van de woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal geschieden onder de verplichting om het bedrag van Afl. 389.000,- aan de nalatenschap te voldoen. Zoals hierna in 2.14 wordt overwogen, kan deze verplichting (al dan niet ten dele) met zijn erfdeel worden verrekend.
2.6
De aan de toedeling van de woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verbonden kosten dienen door de nalatenschap (dan wel partijen gezamenlijk) te worden gedragen.
- gebruiksvergoeding
2.7
Zoals in het tussenvonnis van 24 januari 2024 is overwogen, is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gehouden vanaf 16 februari 2022 een gebruiksvergoeding te betalen, voor zolang hij in de woning verblijft en de woning nog niet aan hem is toegedeeld.
2.8
De gebruiksvergoeding zal worden bepaald op basis van een rentepercentage van 3% over de getaxeerde waarde, zodat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een bedrag van Afl. 972,50 per maand aan de nalatenschap is verschuldigd. Voor wat betreft de periode van 16 februari 2022 tot en met heden (33 maanden) is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] daarom een bedrag van Afl. 32.092,50 aan de nalatenschap verschuldigd en over de periode vanaf december 2024 tot aan de toedeling van de woning aan hem, het gemelde bedrag van Afl. 972,50 per maand.
- het appartementencomplex
2.9
In het tussenvonnis van 27 maart 2024 is overwogen dat voor het appartementencomplex van een waarde van Afl. 623.000,- wordt uitgegaan. [Gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wenst toedeling van het appartementencomplex aan haar. Zij heeft echter, anders dan in het tussenvonnis van 24 januari 2024 is opgedragen, niet (onderbouwd met stukken waaruit zulks blijkt) gemotiveerd kenbaar gemaakt dat zij de toedeling tegen die waarde ook kan financieren. In haar laatste akte heeft zij enkel aangevoerd dat een financiering zal worden aangevraagd. Gelet hierop en nu ook op geen enkele wijze inzichtelijk is gemaakt dat reëel is dat een financiering op basis van deze waarde zal worden verkregen, zal worden beslist dat het appartementencomplex moet worden verkocht. Partijen zullen gezamenlijk opdracht moeten geven aan een makelaar om het appartementencomplex namens hen te verkopen. Nu geen taxatierapport is opgesteld, is het aan de verkopend makelaar om de verkoopprijs te bepalen. Indien [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] het appartementencomplex tegen deze - nog te bepalen - verkoopprijs wil kopen en kan financieren, staat haar dat vrij.
2.1
De verkoopopbrengst van het appartementencomplex, verminderd met de aan de verkoop verbonden kosten, valt in de nalatenschap en dient gelijkelijk tussen partijen te worden verdeeld.
- de huurinkomsten, banksaldi en vorderingen op [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 2] en [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1]
2.11 [
eiser in conventie, gedaagde in reconventie 2] en [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] zijn gehouden om respectievelijk het bedrag van Afl. 266.500,- en Afl. 145.000,- aan de nalatenschap te betalen, waarna deze bedragen gelijkelijk tussen partijen moeten worden verdeeld (respectievelijk Afl. 66.625,- en Afl. 36.250,- per persoon).
2.12
Zoals in het tussenvonnis van 24 januari 2024 is overwogen, bedragen de banksaldi in totaal Afl. 130.139,29 en de huurinkomsten tot 1 februari 2024 in totaal Afl. 171.124,39, te vermeerderen met de vanaf 1 februari 2024 ontvangen en te ontvangen huur (minus de kosten, zoals hierna wordt overwogen). Van de genoemde bedragen van in totaal Afl. 301.263,68 komt iedere partij een bedrag van Afl. 75.315,92 toe. Daarnaast komt aan ieder van partijen toe zijn aandeel in de vanaf februari 2024 ontvangen huur (minus de kosten, zoals hierna overwogen). Deze gelden bevinden zich, zoals in het tussenvonnis van 24 januari 2024 is overwogen, onder de Stichting Derdenrekening mr. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]. [Gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dient ervoor zorg te dragen dat de gelden door de stichting wordt uitgekeerd.
2.13
Op de aandelen van partijen in de huurinkomsten vanaf 1 februari 2024 strekt (zoals in het tussenvonnis van 24 januari 2024 onder 4.45 is overwogen) in mindering het aandeel van ieder van partijen in de kosten die ten behoeve van (de verhuur van) de appartementen zijn gemaakt en waarvan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onderbouwd met stukken (de factuur en betalingsbewijs) kan aantonen dat deze daadwerkelijk zijn gemaakt.
Benoemen notaris
2.14
Zoals gezegd staat de definitieve waarde van de nalatenschap nog niet vast, aangezien het appartementencomplex moet worden verkocht en niet zeker is tegen welke verkoopprijs deze zal worden verkocht en welke kosten met de verkoop zullen zijn gemoeid. Gelet hierop en op de verschillende door [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 2] (Afl. 266.500,-), [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] (Afl. 145.000,-) en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (Afl. 389.000,- en Afl. 32.092,50, vermeerderd met Afl. 972,50 vanaf december 2024) aan de nalatenschap verschuldigde bedragen, ziet het Gerecht aanleiding een notaris te benoemen die de verdeling (en toedeling van de woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]) zal bewerkstelligen. De notaris dient de hiervoor genoemde, aan ieder van partijen toekomende bedragen te verrekenen met hetgeen partijen al dan niet aan de nalatenschap zijn verschuldigd. Voor wat betreft de verdeling van de vanaf februari 2024 ontvangen huurinkomsten dient de notaris rekening te houden met (en dus te verrekenen) de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gemaakte (deugdelijk onderbouwde) kosten, zoals hiervoor in 2.6 besproken. Tevens zal de notaris partijen kunnen bijstaan bij de verkoop van het appartementencomplex en, mocht het hierna in 2.18 bedoelde overzicht dat door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] moet worden verstrekt daartoe aanleiding geven, de vanaf juni 2022 ontvangen huurinkomsten en ieders aandeel daarin moeten herberekenen.
2.15
Het Gerecht zal [boedelnotaris], notaris te Aruba, tot boedelnotaris benoemen die zal worden belast met feitelijke uitvoering van de hiervoor weergegeven wijze van verdeling van de nalatenschap van de moeder. Voorafgaand heeft de notaris aan de griffier bericht dat zij bereid is te worden benoemd.
Voor het overige
2.16
Voor wat betreft het recht van hypothecaire zekerheid op het perceel met woonhuis te [adres 3] is reeds overwogen dat dit recht door de gezamenlijke erven dient te worden doorgehaald. Partijen zullen daartoe worden veroordeeld.
2.17 [
Gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal worden veroordeeld alle bankafschriften vanaf 9 maart 2018 van de bankrekeningen van de moeder (van haar alleen en van de rekeningen die mede op naam van de moeder zijn gesteld) die hij onder zich heeft, aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] en [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 2] te overleggen. Tevens dient hij alle belastingaanslagen en belastingaangiften van moeder en/of de nalatenschap van moeder die hij onder zich heeft, aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] en [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 2] te overleggen.
2.18
Daarnaast zal [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] worden veroordeeld om over de periode vanaf 1 juni 2022 tot de levering van het appartementencomplex aan een derde (of aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]), onderbouwd met verificatoire stukken aan de overige erven inzichtelijk te maken welke huurinkomsten zijn ontvangen en welke kosten zijn gemaakt. In het tussenvonnis van 24 januari 2024 is overwogen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tussentijds een dergelijk overzicht in het geding zou moeten brengen, maar nu (vanwege het gebrek aan inzicht in de concrete waarde van de boedel) alleen over de wijze van verdeling kan worden beslist, zal worden bepaald dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een dergelijk overzicht over de periode vanaf 1 juni 2022 tot de levering van het appartementencomplex aan een derde (of eventueel [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]) bij die levering aan de (hierna te bespreken) notaris dient te verstrekken.
2.19
Zoals verder in het tussenvonnis van 24 januari 2024 is overwogen, staat vast dat er op dit moment geen te betalen (of te verrekenen) belastingschulden zijn en dienen de mogelijk alsnog blijkende belastingschulden (zoals blijkens de stellingen van partijen de inkomstenbelasting, grondbelasting en winstbelasting) door partijen gelijkelijk (ieder voor een/vierde deel) te worden gedragen. Indien en zodra (een of meer van) deze schulden door een of meer van partijen worden voldaan, dienen de overige partijen - op eerste verzoek en nadat aan hen de aanslag en het betaalbewijs is verstrekt - hun aandeel in deze schuld(en) aan deze partij(en) te betalen.
2.2
De omstandigheid dat door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een gebruiksvergoeding voor de woning moet worden betaald, brengt, zoals verder al in het tussenvonnis van 24 januari 2024 is overwogen, mee dat de aan de woning verbonden eigenaarslasten (zoals de grondbelasting en brandverzekering) door partijen gezamenlijk moeten worden gedragen en betaald. Indien en voor zover deze lasten door een van hen zijn of worden voldaan, dienen de andere erven ieder voor zich een/vierde deel van deze kosten te betalen aan degene die de lasten heeft betaald.
Slotsom
2.21
De slotsom van het voorgaande is dat de wijze van verdeling wordt gelast en dat een notaris wordt benoemd teneinde voor de verdeling zorg te dragen.
2.22
De kosten van de taxateur van de woning worden begroot overeenkomstig de door deze deskundige ingezonden declaratie van Afl. 1.000,-.
2.23
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt. Ditzelfde geldt voor de kosten van de deskundige (waarvoor geldt dat deze reeds door partijen gezamenlijk zijn voldaan).

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
3.1
stelt de wijze van verdeling van de nalatenschap van de moeder vast zoals in 2.3 tot en met 2.20 van dit vonnis is vermeld;
3.2
veroordeelt partijen om hun medewerking te verlenen aan de verdeling zoals de wijze daarvan hiervoor vastgesteld;
3.3
benoemt tot boedelnotaris [boedelnotaris], notaris te Aruba, tot boedelnotaris te wier overstaan de verdeling van de nalatenschap van de moeder overeenkomstig voormelde wijze van verdeling dient plaats te vinden;
3.4
draagt partijen op het recht van hypothecaire zekerheid op het perceel met woonhuis te [adres 3] gezamenlijk te doen (laten) doorhalen;
3.5
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot afgifte aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] en [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 2] van (kopieën van) alle bankafschriften vanaf 9 maart 2018 van de bankrekeningen van de moeder (van haar alleen en van de rekeningen die mede op naam van de moeder zijn gesteld) en van alle belastingaanslagen en belastingaangiften van (de nalatenschap van) de moeder die hij onder zich heeft;
3.6
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om over de periode vanaf 1 juni 2022 tot de levering van het appartementencomplex aan een derde (of aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]), onderbouwd met verificatoire stukken, inzichtelijk te maken welke huurinkomsten uit het appartementencomplex zijn ontvangen en welke kosten ten behoeve daarvan zijn gemaakt en om dit overzicht bij de levering aan de notaris te verstrekken;
3.7
bepaalt dat de mogelijk alsnog blijkende belastingschulden door partijen voor gelijke delen (ieder een/vierde deel) worden gedragen en dat indien en zodra (een of meer van) deze schulden door een of meer van partijen worden voldaan, op eerste verzoek en nadat aan hen de aanslag en het betaalbewijs is verstrekt, de overige partijen hun aandeel in deze schuld(en) aan de betalende partij(en) dienen te betalen;
3.8
bepaalt dat de aan de woning verbonden eigenaarslasten door partijen gezamenlijk moeten worden gedragen en veroordeelt partijen om, indien en voor zover deze lasten door een van hen zijn of worden voldaan, ieder voor zich een/vierde deel van deze kosten te betalen aan degene die de lasten heeft betaald;
3.9
bepaalt dat de deskundige voor het uitbrengen van het deskundigenbericht een bedrag van Afl. 1.000,- toekomt;
3.1
bepaalt dat de griffier van het Gerecht zal zorgdragen voor storting van het bedrag van Afl. 1.000,- op de door de deskundige opgegeven bankrekening;
3.11
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.12
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt, de kosten van de deskundige daaronder begrepen;
3.13
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.M. Tijhuis, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 13 november 2024 in aanwezigheid van de griffier.