ECLI:NL:OGEAA:2024:242

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 november 2024
Publicatiedatum
5 december 2024
Zaaknummer
AUA202302258AR
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

De rechtsgeldigheid van een overeenkomst tussen beveiligingsbedrijf en water- en energiebedrijf

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, stond de rechtsgeldigheid van een overeenkomst tussen Destiny Security N.V. en Water- en Energiebedrijf Aruba (W.E.B.) N.V. centraal. De procedure begon met een verzoekschrift van Destiny op 27 juni 2023, waarin zij stelde dat de overeenkomst, die op 26 en 27 september 2022 was ondertekend, rechtsgeldig tot stand was gekomen. W.E.B. betwistte dit en voerde aan dat de ondertekening door [betrokkene 1] niet rechtsgeldig was, omdat deze niet bevoegd was om namens Destiny te handelen. Dit kwam voort uit het feit dat de directeur van Destiny, [betrokkene 2], op dat moment niet meer in functie was.

De feiten wezen uit dat W.E.B. in april 2022 een offerte had gevraagd voor beveiligingsdiensten en dat Destiny op 4 juli 2022 een offerte had uitgebracht. De overeenkomst werd ondertekend door [betrokkene 1], die volgens Destiny gemachtigd was door [betrokkene 2]. Echter, W.E.B. had op 27 oktober 2022 geconstateerd dat [betrokkene 2] al sinds 5 september 2022 niet meer de directeur was en stelde dat de overeenkomst daardoor niet rechtsgeldig was. Destiny had vervolgens geprobeerd de overeenkomst te bekrachtigen, maar het Gerecht oordeelde dat deze bekrachtiging geen effect had, omdat W.E.B. al had aangegeven de overeenkomst ongeldig te beschouwen.

Het Gerecht concludeerde dat de overeenkomst niet rechtsgeldig was, omdat deze was ondertekend door iemand die daartoe niet bevoegd was. De vordering van Destiny werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten van W.E.B., die werden begroot op Afl. 2.500,- aan advocaatkosten. Dit vonnis werd uitgesproken op 13 november 2024 door rechter mr. J. Brandt.

Uitspraak

Vonnis van 13 november 2024
Behorend bij AUA202302258 AR
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
DESTINY SECURITY N.V.,
te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: Destiny,
gemachtigde: de advocaat mr. D.L. Emerencia,
tegen:
de naamloze vennootschap
WATER- EN ENERGIEBEDRIJF ARUBA (W.E.B.) N.V.,
te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: WEB,
gemachtigde: de advocaat mr. A.E. Barrios.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van 27 juni 2023 met producties 1 t/m 19;
- de conclusie van antwoord van 6 december 2023 met producties 1 en 2;
- de conclusie van repliek van 17 april 2024;
- de conclusie van dupliek van 3 oktober 2024.
1.2
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Destiny is een bedrijf dat beveiligingsdiensten aanbiedt. WEB verzorgt de water- en energievoorziening op Aruba.
2.2
WEB heeft in april 2022 aan een aantal beveiligingsbedrijven gevraagd een offerte uit te brengen voor een driejarig contract voor de beveiliging van haar terrein(en).
2.3
Destiny heeft op 4 juli 2022 een offerte uitgebracht, waarmee WEB (na een aantal aanpassingen) akkoord is gegaan.
2.4
Op 26 en 27 september 2022 hebben WEB en Destiny een overeenkomst ondertekend. Namens Destiny is de overeenkomst ondertekend door de heer [betrokkene 1]. [Betrokkene 1] was daartoe gemachtigd door de heer [betrokkene 2], die volgens de informatie die Destiny aan WEB had verstrekt (waaronder een uitdraai uit het handelsregister), de directeur van Destiny was.
2.5
Op 27 oktober 2022 heeft WEB aan Destiny laten weten dat zij had gesignaleerd dat [betrokkene 2] al sinds 5 september 2022 niet meer de directeur was van Destiny. Om die reden kon [betrokkene 2] [betrokkene 1] niet machtigen om namens Destiny te handelen, was [betrokkene 1] niet bevoegd de overeenkomst te sluiten en is de overeenkomst niet rechtsgeldig, zo heeft WEB geschreven.
2.6
Bij brief van 28 oktober 2022 heeft Destiny aan WEB geschreven dat Destiny inderdaad vanaf 5 september 2022 een nieuwe directeur heeft. Omdat die wijziging nog niet was doorgevoerd in het handelsregister en omdat [betrokkene 2] degene was die had onderhandeld met WEB, is besloten dat [betrokkene 2] (die tijdens het ondertekenen van de overeenkomst in het buitenland verbleef) [betrokkene 1] zou machtigen om de overeenkomst namens Destiny te ondertekenen. Voor zover nodig, heeft Destiny die overeenkomst uitdrukkelijk bekrachtigd.
2.7
In reactie daarop heeft WEB bij brief van 28 oktober 2022 laten weten dat zij volhardt in haar haar standpunt dat de overeenkomst niet rechtsgeldig is.
2.8
Destiny heeft WEB niet op andere gedachten kunnen brengen. Daarop heeft Destiny WEB bij brief van 18 november 2022 aansprakelijk gesteld voor de schade die zij lijdt doordat WEB een beroep heeft gedaan op de ongeldigheid van de overeenkomst.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Destiny vordert (voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad):
- een verklaring voor recht dat de overeenkomst van 27 september 2022 rechtsgeldig tot stand is gekomen en dat WEB als gevolg van de door haar gepleegde toerekenbare tekortkoming in de nakoming aansprakelijk is voor de door Destiny geleden en eventueel nog te lijden schade;
- met veroordeling van Destiny in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2
Destiny legt aan haar vordering de stelling ten grondslag dat de overeenkomst rechtsgeldig tot stand is gekomen. Als al aangenomen zou moeten worden dat [betrokkene 1] niet bevoegd was de overeenkomst namens Destiny te ondertekenen, geldt dat Destiny die overeenkomst heeft bekrachtigd. WEB is daarom aan die overeenkomst gebonden.
3.3
WEB voert hiertegen gemotiveerd verweer. Zij voert aan dat de overeenkomst niet rechtsgeldig is, omdat die namens Destiny is ondertekend door iemand die daartoe niet bevoegd was. Daarbij komt dat WEB het vertrouwen in Destiny is verloren. Destiny heeft immers tot twee keer toe opgeschreven dat [betrokkene 2] haar directeur was, terwijl dat niet zo was. Destiny had ervoor kunnen kiezen om met WEB te bespreken dat de informatie in het handelsregister verouderd was, maar heeft ervoor gekozen verkeerde informatie te geven. Voor WEB is het van belang dat de beveiliging van haar terrein(en) wordt uitgevoerd door een partij die volledig integer is. Dat blijkt Destiny niet te zijn.
3.4
Het Gerecht zal hierna ingaan op de standpunten van partijen, voor zover die voor de beoordeling van de vorderingen relevant zijn.

4.DE BEOORDELING

4.1
De vraag die in deze procedure moet worden beantwoord, is of WEB terecht een beroep heeft gedaan op de ongeldigheid van de overeenkomst tussen WEB en Destiny.
4.2
De overeenkomst is namens Destiny ondertekend door [betrokkene 1]. Hij was daartoe op 27 september 2022 gemachtigd door [betrokkene 2]. Tussen partijen staat niet ter discussie dat [betrokkene 2] op dat moment al niet meer de directeur van Destiny was, en dat hij dus niet namens Destiny kon handelen. Dit bekent ook dat [betrokkene 1] niet bevoegd was de overeenkomst namens Destiny te sluiten: hij had immers geen rechtsgeldige machtiging ontvangen om de overeenkomst namens Destiny te ondertekenen. Bij conclusie van repliek heeft Destiny nog gesteld dat haar daadwerkelijke directeur [betrokkene 2] had aangewezen om [betrokkene 1] te machtigen. Deze stelling is echter niet onderbouwd, zodat het Gerecht daaraan voorbij gaat.
4.3
Dit betekent dat het Gerecht ervan uitgaat dat de overeenkomst namens Destiny is ondertekend door iemand die daartoe niet bevoegd was.
4.4
WEB heeft op 27 oktober 2022 terecht een beroep gedaan op die onbevoegdheid. Vervolgens heeft Destiny de overeenkomst weliswaar bij brief van 28 oktober 2022 bekrachtigd, maar die bekrachtiging had – gelet op artikel 3:69 lid 3 BWA – geen effect. WEB had immers vóór die bekrachtiging al laten weten dat zij de overeenkomst als ongeldig beschouwde.
4.5
Destiny heeft nog betoogd dat zij de overeenkomst al vóór 28 oktober 2022 had bekrachtigd, omdat zij daaraan uitvoering had gegeven. Ook dit argument kan Destiny niet baten. Niet alleen heeft Destiny niet onderbouwd dat zij al concrete actie had ondernomen ter uitvoering van de overeenkomst, maar ook heeft zij niet gesteld (laat staan onderbouwd) dat die acties waren ondernomen door degene die Destiny wél rechtsgeldig mocht vertegenwoordigen, namelijk haar bevoegde directeur.
4.6
Destiny heeft tot slot in haar conclusie van repliek betoogd dat de onderhandelingen tussen partijen al in zo’n ver gevorderd stadium waren, dat Destiny erop mocht vertrouwen dat de overeenkomst tot stand zou komen. Het juridische leerstuk van afgebroken onderhandelingen is echter in dit geval niet van toepassing. WEB heeft de onderhandelingen immers niet beëindigd: er is een overeenkomst tussen partijen getekend. Omdat echter Destiny daarbij niet rechtsgeldig werd vertegenwoordigd, kon WEB een geslaagd beroep doen op de ongeldigheid van de overeenkomst.
4.7
Dit betekent dat de vordering van Destiny zal worden afgewezen. Het verweer van WEB dat Destiny haar gestelde schade niet heeft onderbouwd, kan daarom onbesproken blijven.
4.8
Omdat Destiny in het ongelijk wordt gesteld, wordt zij veroordeeld in de proceskosten van WEB. Die worden begrroot op Afl. 2.500,- aan advocaatkosten (2 punten x tarief 5).

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
wijst de vordering af;
veroordeelt Destiny in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van WEB worden begroot op Afl. 2.500,- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Brandt, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 13 november 2024 in aanwezigheid van de griffier.