ECLI:NL:OGEAA:2024:216

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
17 september 2024
Publicatiedatum
3 oktober 2024
Zaaknummer
AUA202402573 EJ
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbindingsverzoek van werkgever afgewezen wegens gebrek aan dringende reden en verstoorde arbeidsrelatie

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 17 september 2024 uitspraak gedaan in het ontbindingsverzoek van de werkgever, Ecosun, tegen de werknemer, [verweerder]. Ecosun verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van dringende redenen, maar het Gerecht heeft dit verzoek afgewezen. De werkgever stelde dat de werknemer onrechtmatig had gehandeld door zonnepanelen te installeren voor een derde partij en dat hij extra's had gegeven aan klanten zonder meerkosten te berekenen, wat zou hebben geleid tot omzetverlies voor Ecosun. Echter, het Gerecht oordeelde dat Ecosun onvoldoende bewijs had geleverd om deze beschuldigingen te onderbouwen. Bovendien werd vastgesteld dat er geen sprake was van een zodanig verstoorde arbeidsrelatie dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer van de werkgever gevergd kon worden. De werkgever had zelfs recentelijk een voorstel gedaan voor een salarisaanpassing, wat niet duidt op een verstoorde relatie. Het Gerecht heeft Ecosun veroordeeld in de proceskosten van de werknemer, begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris van de gemachtigde.

Uitspraak

Beschikking van 17 september 2024
Behorend bij AUA202402573 EJ
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
AAO ECOSUN ARUBA VBA,
te Aruba,
verzoekster,
hierna te noemen Ecosun,
gemachtigde: de advocaat mr. R.J. Kock,
tegen:
[Verweerder],
te Aruba,
verweerder,
hierna ook te noemen: [verweerder],
gemachtigde: mr. D.L. Emerencia.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties van Ecosun, ingediend ter griffie op 18 juli 2024;
- de brief met producties van 20 augustus 2024 van Ecosun;
- de brief met producties van 21 augustus 2024 van [verweerder];
- het verweerschrift van 22 augustus 2024 van [verweerder];
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 23 augustus 2024.
1.2
Ter zitting is namens Ecosun [directeur], directeur, verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. [Verweerder] is verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. Partijen hebben bij wijze van re- en dupliek het woord gevoerd, mede aan de hand van overgelegde en voorgedragen pleitnota’s, en hebben op elkaars stellingen gereageerd of kunnen reageren. Partijen hebben vragen van het Gerecht beantwoord.
1.3
Beschikking is bepaald op vandaag.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2
Ecosun is een onderneming die zonnepanelen verkoopt en installeert voor afnemers.
2.3 [
Verweerder] is sinds 1 april 2021 in dienst bij Ecosun, aanvankelijk als sales agent tegen een maandsalaris gelijk aan het minimum loon en per 1 september 2022 als supervisor tegen een salaris van Afl. 4.000 bruto per maand. Daarnaast ontvangt [verweerder] een commissie per geacquireerde afnemer en voltooid project.
2.4
Op 25 juni 2024 heeft Ecosun aan [verweerder] een voorstel gedaan om in verband met de aanpassing van zijn taken binnen Ecosun akkoord te gaan met een salarisaanpassing van Afl. 4.000,-- naar Afl. 1.986,20 per maand en de daarbij behorende bonus, zoals de laatste maanden is gegeven. [Verweerder] is hier niet op ingegaan.

3.HET GESCHIL

3.1
Ecosun verzoekt het Gerecht bij beschikking de arbeidsovereenkomst tussen partijen wegens gewichtige reden(en) op een zo kort mogelijke termijn te ontbinden, zonder toekenning van een vergoeding aan [verweerder], met veroordeling van hem in de proceskosten, althans deze te compenseren tussen partijen.
3.2
Primair heeft Ecosun aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat er een (uitgestelde) dringende reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst bestaat. In de periode dat [verweerder] als supervisor heeft gewerkt hebben zich ongeregeldheden voorgedaan als gevolg waarvan Ecosun het vertrouwen in [verweerder] volledig is kwijt geraakt. [Verweerder] heeft buiten medeweten van Ecosun om op een zondag zonnepanelen geïnstalleerd voor een derde, niet zijde een afnemer van Ecosun, waarbij hij mankracht en de vrachtwagen van Ecosun heeft gebruikt. Daarnaast heeft hij een klant, om deze voor Ecosun binnen te halen, extra’s gegeven zonder meerkosten te berekenen waardoor Ecosun omzet is misgelopen. Verder is [verweerder] zijn taak niet nagekomen om ervoor te zorgen dat het personeel op tijd op kantoor aanwezig is. Nadat deze punten met [verweerder] zijn besproken is hem de keuze gegeven tussen terugplaatsing in zijn functie als sales agent met bijpassend lager salaris of beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Subsidiair stelt Ecosun dat de arbeidsrelatie dusdanig is verstoord dat deze als zijnde gewichtige redenen in de zin van een verandering in omstandigheden de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen. Aangezien die verstoring aan [verweerder] is te wijten komt aan hem geen ontbindingsvergoeding toe, aldus Ecosun.
3.3 [
Verweerder] heeft verweer gevoerd en primair geconcludeerd tot afwijzing van het ontbindingsverzoek van Ecosun. Subsidiair heeft [verweerder] verzocht om bij toewijzing van dat verzoek aan hem een ontbindingsvergoeding ten laste van Ecosun toe te kennen.
3.4
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de uitspraak van belang, nader worden ingegaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Beoordeeld dient te worden of de arbeidsovereenkomst tussen partijen dient te worden ontbonden. In artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) is bepaald, dat ieder van de partijen te allen tijde bevoegd is zich tot de rechter in eerste aanleg te wenden met het verzoek de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen te ontbinden. Als gewichtige redenen worden beschouwd omstandigheden die een dringende reden als bedoeld in artikel 7:677, eerste lid BW, zouden hebben opgeleverd indien de arbeidsovereenkomst daarom onverwijld zou zijn opgezegd, alsook veranderingen in de omstandigheden, welke van dien aard zijn, dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. Tegen deze achtergrond wordt het volgende overwogen. Daarbij wordt voorop gesteld dat in deze op snelheid gerichte procedure geen ruimte bestaat voor levering van bewijs.
4.2
Ecosun beroept zich allereerst op een dringende reden en heeft in dat verband gewezen op de door haar aan [verweerder] gemaakte verwijten zoals hiervoor weergegeven onder 3.2.
4.3
Overwogen wordt als volgt. Met betrekking tot het verwijt van Ecosun dat [verweerder] op een zondag zonnepanelen heeft geplaatst voor een derde bij een woning te [adres], heeft [verweerder] aangevoerd dat deze derde zijn eigen zonnepanelen had gekocht en dat Ecosun geen installatie van zonnepanelen verricht die niet bij haar zijn aangekocht. Deze derde zou daarom geen klant van Ecosun kunnen zijn geweest. Volgens [verweerder] is er nimmer sprake geweest van onrechtmatig gebruik van personeel noch van gebruik van een vrachtwagen van Ecosun. Naar het oordeel van het Gerecht heeft Ecosun tegenover deze gemotiveerde betwisting door [verweerder] onvoldoende gesteld om aan te nemen dat wel sprake is van fraude en verrijking door [verweerder] ten laste van Ecosun, zoals Ecosun heeft gesteld. Uit de door Ecosun in dit verband overgelegde verklaringen van twee werknemers van Ecosun valt niet op te maken dat [verweerder] onrechtmatig heeft gehandeld. Daarin wordt slechts verklaard dat [verweerder] hen anderhalf jaar geleden heeft gevraagd op een zondag zonnepanelen te installeren en dat dit niet in opdracht van Ecosun was. Daaruit blijkt niet dat [verweerder] daarmee onrechtmatig handelde dan wel materiaal gebruikte dat van Ecosun was. Ook anderszins is niet gebleken of aannemelijk geworden dat hiervan sprake was. Daarbij wordt mede in aanmerking genomen dat partijen in de arbeidsovereenkomst geen beding zijn overeengekomen dat ziet op een verbod op het verrichten van nevenwerkzaamheden dan wel op non-concurrentie. Ondanks dat een dergelijk beding niet is overeengekomen dient [verweerder] uiteraard wel juist te handelen bij het verrichten van eventuele nevenwerkzaamheden door bijvoorbeeld geen personen die als potentiële klant bij Ecosun aankloppen voor de neus van haar weg te kapen. Dat [verweerder] in die zin onjuist zou hebben gehandeld en dat hem daarvan een verwijt kan worden gemaakt oordeelt het Gerecht niet aannemelijk.
4.4
Verder heeft Ecosun ter onderbouwing van haar stelling dat sprake is van een dringende reden gesteld dat [verweerder], om klanten van Ecosun binnen te halen en zijn commissie veilig te stellen, aan hen extra’s gaf zonder daarvoor meerkosten te berekenen waardoor Ecosun omzet misliep. [Verweerder] heeft zich hiertegen verweerd en aangevoerd dat hiervan geen sprake is geweest. In dit verband heeft hij onder meer gesteld dat op 9 maart 2023 door directeur [directeur] is meegedeeld dat voortaan extra geld zou worden gerekend per meter kabel boven de twintig meter. Volgens [verweerder] heeft hij toen in dat verband een plan doorgevoerd waarbij hij regelmatig besprekingen hield met de installateurs. Nadien zijn er geen problemen meer geweest met het in rekening brengen van extra meters kabels. Daarnaast heeft [verweerder] gesteld dat hij afhankelijk is van mededelingen van het installerende personeel. Alleen de installateurs kunnen meerwerk beoordelen en dienen dat rechtstreeks door te geven aan de administratie. [Verweerder] is geen specialist/installateur en kan en mag geen meerwerk beoordelen. [Verweerder] heeft meer dan 200 contracten afgesloten waarbij het slechts in drie gevallen buiten zijn schuld om is misgegaan, zonder dat hem daarvan een verwijt kan worden gemaakt. Geoordeeld wordt dat gelet op deze gemotiveerde betwisting door [verweerder] niet of onvoldoende aannemelijk is geworden dat Ecosun inderdaad omzet is misgelopen door toedoen van [verweerder] en dat hij zichzelf heeft verrijkt zoals gesteld door Ecosun. Uit de door Ecosun overgelegde stukken valt dat niet op te maken. Het aan [verweerder] gemaakte verwijt ten aanzien van het geven van extra’s zonder daarvoor meerkosten te berekenen is door de gemotiveerde betwisting zijdens [verweerder] niet komen vast te staan en wordt door die betwisting evenmin aannemelijk geoordeeld. Aldus bestaat er geen grond voor dit verwijt aan het adres van [verweerder].
4.5
Ook de stelling van Ecosun dat [verweerder] naliet ervoor te zorgen dat werknemers van Ecosun op tijd op kantoor aanwezig waren, wat volgens Ecosun zijn taak was, leidt niet tot het oordeel dat sprake is van een dringende reden voor ontslag. [Verweerder] heeft deze stelling gemotiveerd betwist en aangevoerd dat dit niet tot zijn takenpakket behoorde, wat volgens hem ook een onmogelijke taak zou zijn. In het licht hiervan en nu Ecosun haar stelling niet nader heeft onderbouwd door overlegging van bijvoorbeeld een document waaruit blijkt dat dit wel tot het takenpakket van [verweerder] behoort, is niet aannemelijk geworden dat [verweerder] ter zake hiervan een verwijt kan worden gemaakt. De stelling van Ecosun, dat mondeling zou zijn afgesproken wat de taken van [verweerder] inhouden, is door [verweerder] betwist en staat daarom niet vast. Het Gerecht ziet in het licht van die betwisting geen grond of aanleiding om die stelling van Ecosun aannemelijk te oordelen. Bij dit alles komt dat zonder nadere doch niet door Ecosun gegeven uitleg niet valt in te zien hoe [verweerder] er voor kan zorgen dat het personeel van Ecosun op tijd komt. Het meest aangewezen middel daarvoor is de prikklok en de daaruit per iedere individuele werknemer voorvloeiende informatie die zou kunnen leiden tot inkorting op het loon in geval van te laat verschijnen op het werk of tot andere disciplinaire maatregelen.
4.6
Uit het voorgaande volgt dat er geen sprake is van een dringende reden die de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt.
4.7
Vervolgens moet worden beoordeeld of er sprake is van zodanige veranderingen in de omstandigheden dat van Ecosun niet kan worden gevergd om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] voort te zetten. Ter onderbouwing hiervan heeft Ecosun dezelfde stellingen ten grondslag gelegd als die zij ten grondslag heeft gelegd aan de door haar gestelde dringende reden. Zoals hiervoor is overwogen wordt Ecosun niet gevolgd in die stellingen. Niet is gebleken dat de arbeidsverhouding tussen partijen dusdanig (rechtens te respecteren) verstoord is geraakt dat de arbeidsovereenkomst niet kan worden voortgezet. Op 25 juni 2024 heeft Ecosun zelfs nog een voorstel aan [verweerder] gedaan om zijn taken aan te passen en akkoord te gaan met een bijbehorende salarisaanpassing (zie hiervoor onder 2.4). Dit duidt niet op een zodanig verstoorde arbeidsrelatie dat van Ecosun in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
4.8
Het voorgaande brengt mee dat het ontbindingsverzoek zal worden afgewezen.
4.9
Ecosun zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure aan de zijde van [verweerder] gevallen, begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris van de gemachtigde.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
5.1
wijst het ontbindingsverzoek van Ecosun af;
5.2
veroordeelt Ecosun in de kosten van de procedure aan de zijde van [verweerder] gevallen, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris van de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 17 september 2024 in aanwezigheid van de griffier.