3.1 [Eiser] vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
primair:
a. [Eiser] te machtigen tot het te gelde maken van de woning tegen een waarde van minimaal US$ 1.500.000,-- (dan wel enige andere door het Gerecht vast te stellen waarde), althans een zodanige voorziening te treffen die het Gerecht zich gerade acht;
b. te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van de door [gedaagde] te geven toestemming/medewerking/wilsverklaring tot levering van de woning, tegen een waarde van minimaal US$ 1.500.000,-- (dan wel enige andere door het Gerecht vast te stellen waarde), voor zover [gedaagde] niet vrijwillig meewerkt aan de eigendomsoverdracht c.q. levering van de woning;
subsidiair:
c. [Gedaagde] te bevelen binnen twee dagen na betekening van dit vonnis haar onvoorwaardelijke en onherroepelijke medewerking te verlenen aan de inspanningen die [eiser] verricht om de woning te verkopen, waaronder, maar niet uitsluitend, het maken van foto’s en het houden en plannen van bezichtigingen, onder verbeurte van een dwangsom van US$ 10.000,-- voor elke dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] nalatig blijft aan dit vonnis te voldoen;
d. [Gedaagde] te bevelen binnen twee dagen na betekening van dit vonnis haar onvoorwaardelijke en onherroepelijke medewerking te verlenen teneinde de woning zo spoedig mogelijk te verkopen tegen een `redelijke verkoopprijs’ van US$ 1.500.000,-- (dan wel enige andere door het Gerecht vast te stellen waarde), onder verbeurte van een dwangsom van US$ 10.000,-- voor elke dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] nalatig blijft aan dit vonnis te voldoen;
e. te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van de door [gedaagde] te geven toestemming/ medewerking/wilsverklaring tot levering van de woning, tegen een waarde van minimaal US$ 1.500.000,-- (althans de door het Gerecht vastgestelde waarde), voor zover [gedaagde] niet vrijwillig meewerkt aan de eigendomsoverdracht c.q. levering van de woning;
primair en subsidiair:
f. [Gedaagde] te bevelen binnen twee weken na dit vonnis de woning te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en goederen, voor zover deze laatste niet het eigendom zijn van [eiser], en de woning met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van [eiser] te stellen en voor zover nodig [eiser] te machtigen om indien [gedaagde] met die ontruiming in gebreke blijft, deze zelf te doen bewerkstelligen, desnoods met behulp van de sterke arm;
g. [Gedaagde] te veroordelen in de kosten van het geding.