ECLI:NL:OGEAA:2024:208
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kort geding over voortduren arbeidsovereenkomst en loonvordering
In deze zaak, die op 17 juli 2024 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, vorderde eiseres, een werkneemster van Aruba Laundry, dat haar arbeidsovereenkomst met de werkgever niet was beëindigd en dat zij recht had op doorbetaling van haar loon. Eiseres was sinds 13 juni 2004 in dienst bij Aruba Laundry en had op 14 maart 2024 een conflict met de echtgenote van de directeur van het bedrijf. Na dit conflict meldde eiseres zich ziek, maar Aruba Laundry stelde dat zij op dezelfde dag ontslag had genomen. Eiseres betwistte dit en stelde dat zij niet vrijwillig haar dienstverband had opgezegd. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 juli 2024 werd duidelijk dat er onduidelijkheid bestond over de communicatie tussen partijen. Het Gerecht oordeelde dat Aruba Laundry niet voldoende had aangetoond dat eiseres haar arbeidsovereenkomst had opgezegd. Het Gerecht verleende eiseres verlof tot kosteloos procederen en beval Aruba Laundry om het loon van eiseres te betalen vanaf 1 april 2024, totdat het dienstverband rechtsgeldig zou zijn beëindigd. Daarnaast werd Aruba Laundry bevolen om eiseres binnen twee dagen weer toe te laten tot de werkvloer, op straffe van een dwangsom. De kosten van de procedure werden aan Aruba Laundry opgelegd.