In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, staat de vraag centraal of het ontslag op staande voet van de verzoeker, een tegelzetter in dienst van de naamloze vennootschap Shailin Pavers, Developers & Services N.V., terecht is. De verzoeker is op 6 maart 2023 ontslagen omdat hij zonder toestemming zijn werkplek te vroeg had verlaten en op een eerdere datum ook zonder toestemming afwezig was geweest. De verzoeker heeft het ontslag onmiddellijk betwist en verzocht om doorbetaling van zijn loon, aangezien hij van mening is dat er geen dringende reden was voor het ontslag.
De rechter heeft vastgesteld dat de werkgever, Shailin, niet voldoende bewijs heeft geleverd dat er sprake was van een dringende reden voor het ontslag. De rechter oordeelt dat hoewel de verzoeker zich niet als een goed werknemer heeft gedragen, de redenen voor ontslag niet voldoende zijn om een ontslag op staande voet te rechtvaardigen. De verzoeker heeft zijn ontslag terecht buitengerechtelijk vernietigd, wat betekent dat de arbeidsovereenkomst nog steeds bestaat en dat het loon doorbetaald moet worden.
De rechter heeft de vorderingen van de verzoeker gedeeltelijk toegewezen, waaronder de betaling van het restantsalaris en het salaris voor de maanden na het ontslag. De werkgever is ook veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van de bewijsvoering door de werkgever bij ontslag op staande voet en de bescherming van werknemersrechten in dergelijke situaties.