In deze zaak vorderden eisers, wonende in Saint-Jannet, Frankrijk, een schadevergoeding van Happy Rentals, een naamloze vennootschap die verantwoordelijk was voor de verhuur van hun vakantiewoning in Aruba. De eisers stelden dat Happy Rentals niet had voldaan aan haar verplichtingen om belastingaangiften te doen en belastingen af te dragen, wat resulteerde in naheffingsaanslagen en boetes van de belastingdienst. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 27 februari 2024 werd ingediend, gevolgd door een conclusie van antwoord van Happy Rentals en een tussenvonnis waarin een comparitie van partijen werd bepaald. Tijdens de comparitie op 3 juni 2024 werd geprobeerd om de zaak in onderling overleg op te lossen, maar dit mislukte.
De feiten wezen uit dat eisers en Happy Rentals een Rental Management Agreement hadden gesloten, waarin Happy Rentals verantwoordelijk was voor de verhuur en belastingaangiften. Happy Rentals had echter nagelaten om belastingaangiften te doen, wat leidde tot een vordering van de belastingdienst op eisers van Afl. 44.350,79. Happy Rentals voerde aan dat zij niet verantwoordelijk was voor geschillen met de belastingdienst en dat eisers zelf geen bezwaar hadden gemaakt tegen de aanslagen. Het Gerecht oordeelde dat Happy Rentals tekort was geschoten in haar verplichtingen en dat de schade aan eisers toerekenbaar was aan Happy Rentals.
Het Gerecht veroordeelde Happy Rentals om het bedrag van Afl. 44.350,79 aan eisers te betalen, vermeerderd met wettelijke rente, en ook in de proceskosten van eisers. Het vonnis werd uitgesproken op 21 augustus 2024 door rechter mr. J. Brandt, en het werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van verhuurbeheerders in het kader van belastingaangiften en de gevolgen van nalatigheid in deze verantwoordelijkheden.