ECLI:NL:OGEAA:2024:193

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 augustus 2024
Publicatiedatum
11 september 2024
Zaaknummer
AUA202400594
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verantwoordelijkheid van verhuurbeheerder voor belastingaangifte en schadevergoeding aan woningbezitters

In deze zaak vorderden eisers, wonende in Saint-Jannet, Frankrijk, een schadevergoeding van Happy Rentals, een naamloze vennootschap die verantwoordelijk was voor de verhuur van hun vakantiewoning in Aruba. De eisers stelden dat Happy Rentals niet had voldaan aan haar verplichtingen om belastingaangiften te doen en belastingen af te dragen, wat resulteerde in naheffingsaanslagen en boetes van de belastingdienst. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 27 februari 2024 werd ingediend, gevolgd door een conclusie van antwoord van Happy Rentals en een tussenvonnis waarin een comparitie van partijen werd bepaald. Tijdens de comparitie op 3 juni 2024 werd geprobeerd om de zaak in onderling overleg op te lossen, maar dit mislukte.

De feiten wezen uit dat eisers en Happy Rentals een Rental Management Agreement hadden gesloten, waarin Happy Rentals verantwoordelijk was voor de verhuur en belastingaangiften. Happy Rentals had echter nagelaten om belastingaangiften te doen, wat leidde tot een vordering van de belastingdienst op eisers van Afl. 44.350,79. Happy Rentals voerde aan dat zij niet verantwoordelijk was voor geschillen met de belastingdienst en dat eisers zelf geen bezwaar hadden gemaakt tegen de aanslagen. Het Gerecht oordeelde dat Happy Rentals tekort was geschoten in haar verplichtingen en dat de schade aan eisers toerekenbaar was aan Happy Rentals.

Het Gerecht veroordeelde Happy Rentals om het bedrag van Afl. 44.350,79 aan eisers te betalen, vermeerderd met wettelijke rente, en ook in de proceskosten van eisers. Het vonnis werd uitgesproken op 21 augustus 2024 door rechter mr. J. Brandt, en het werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van verhuurbeheerders in het kader van belastingaangiften en de gevolgen van nalatigheid in deze verantwoordelijkheden.

Uitspraak

Vonnis van 21 augustus 2024
Behorend bij AUA202400594 AR
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:

1.[Eiser],

2. [Eiseres],
beiden wonende te Saint-Jannet, Frankrijk,
eisers, hierna ook te noemen: [eisers],
gemachtigde: de advocaat mr. L.J. Pieters,
tegen:
de naamloze vennootschap PRINCESS PROPERTIES N.V. h.o.d.n.
ARUBA HAPPY RENTALS,
te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: Happy Rentals,
procederend in de persoon van haar directeur [directeur van Happy Rentals].

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend ter griffie op 27 februari 2024;
- de conclusie van antwoord met producties van Happy Rentals;
- het tussenvonnis van 8 mei 2024, waarin een comparitie van partijen is bepaald;
- de nadere producties van [eisers], ingekomen op 30 mei 2024;
- de mondelinge behandeling van de zaak op 3 juni 2024.
1.2
Tijdens de comparitie van partijen is namens [eisers] hun gemachtigde verschenen. Voor Happy Rentals is haar directeur [directeur van Happy Rentals] verschenen. Partijen hebben het woord gevoerd, op elkaars stellingen gereageerd en vragen van het Gerecht beantwoord.
1.3
Aan het eind van de zitting is afgesproken dat partijen zouden bezien of zij de zaak in onderling overleg zouden kunnen oplossen. Dat is niet gelukt. Vervolgens is vonnis bepaald op vandaag.

2.DE FEITEN

2.1 [
Eisers] waren eigenaar van de woning aan [adres] in Aruba (hierna: de woning). De woning was bestemd voor verhuur aan toeristen.
2.2
Op 17 september 2010 hebben partijen een zogenoemde Rental Management Agreement gesloten. Op grond van die overeenkomst was Happy Rentals vanaf 1 oktober 2010 (tegen een vergoeding van 20% van de huurinkomsten) verantwoordelijk voor de verhuur van de woning en de zaken die daarbij horen, het indienen van belastingaangiften en het betalen van belastingen met betrekking tot de woning.
2.3
Op 1 juni 2014 hebben [eisers] een
“Autorization Form Taxes”ingevuld, waarin zij Happy Rentals machtigden om namens hen aangifte te doen van de huurinkomsten en over die inkomsten belasting af te dragen. In het formulier staat ook het volgende:
“Aruba Happy Rentals will not be responsible for any correspondence or disputes between home owner and the SIAD.”
2.4
Op 9 oktober 2018 en 12 juni 2019 heeft Happy Rentals namens [eisers] bezwaar gemaakt tegen de hen opgelegde aanslag toeristenbelasting en bijzondere belasting verblijf (hierna: bbv) over de maanden januari tot en met maart en juni tot en met december 2018. Happy Rentals heeft zich in dit bezwaarschrift op het standpunt gesteld dat (op grond van een volgens haar juiste uitleg van de toen geldende Landsverordening toeristenbelasting) over verhuurinkomsten van de woning geen toeristenheffing hoefde te worden afgedragen, maar wel BBO/BAZV. Verzocht is de aanslagen op nihil te stellen. Op deze bezwaren is nooit een beslissing genomen.
2.5
In een e-mail van 15 juni 2019 heeft Happy Rentals het volgende aan [eisers] geschreven:

The Aruba tax office (SIAD) has recently made changes to the way tourist tax should be paid. Previously this was submitted on behalf of Aruba Happy Rentals over the bookings made by us.
With immediate effect, the tourist tax must be paid in name of the home owner, monthly at the tax office. We are therefore legally obliged to register you as the homeowner for the tourist tax payments and we must do the monthly tax payment on your behalf. We will start this process next week.
For these changes, which requires quite a bit of work, we request a yearly payment of US $ 150. We will present the tax payment to the tax authorities on a monthly basis on your behalf. The tourist tax will be charged in the same way through the bookings made by us as usual (…)
2.6
Op 1 april 2023 is de Rental Management Agreement beëindigd, omdat [eisers] de woning wilden verkopen.
2.7
Bij de voorbereiding van de leveringsakte van de woning door de notaris bleek dat Departamento di Impuesto op 31 mei 2023 nog een vordering had op [eisers] van Afl. 44.350,79 in verband met naheffingsaanslagen bbv en toeristenheffing over de jaren 2018 tot en met 2022 (inclusief verzuimboetes en aanmaankosten). [Eisers] hebben deze aanslag betaald.
2.8
Naar aanleiding van deze aanslag hebben [eisers] gevraagd om betaalbewijzen van de betaalde belastingen. Happy Rentals heeft op dat verzoek niet gereageerd. Daarop heeft de gemachtigde van [eisers] Happy Rentals bij brief van 26 juni 2023 verzocht om “
1. A complete overview of all the payments made on behalf of the clients at the tax department. 2. Proof of payment of all these payments.”
2.9
In reactie op dit verzoek heeft Happy Rentals 19 kwitanties die dateren van 15 februari 2019 tot en met 13 december 2019 aan de gemachtigde van [eisers] gezonden.

3.HET GESCHIL

3.1
Hiltemann c.s. vorderen dat Happy Rentals bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld om aan hen een bedrag van Afl. 44.350,79 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, en met veroordeling van Happy Rentals in de kosten van de procedure.
3.2 [
Eisers] leggen aan hun vordering ten grondslag dat bij de verkoop van de woning bleek dat zij een belastingschuld hadden van maar liefst Afl. 44.350,79. Happy Rentals was contractueel verantwoordelijk voor de betalingen van de verblijfs- en toeristenbelastingen die zij inde bij de verhuur van de woning, maar zij heeft nagelaten deze aan de belastingdienst af te dragen.
3.3
Happy Rentals heeft verweer gevoerd tegen de vordering. Zij wijst erop dat partijen zijn overeengekomen dat Happy Rentals niet verantwoordelijk was of de taak had om geschillen met de belastingdienst op te lossen of daarover te corresponderen. Happy Rentals heeft gedaan wat zij moest doen. De aanslag die aan [eisers] is opgelegd is voor een groot deel onjuist. Daartegen hadden [eisers] bezwaar moeten maken. Bovendien bestaan de naheffingsaanslagen voor een groot gedeelte uit boete en kosten. Als [eisers] bezwaar zouden hebben gemaakt tegen de aanslagen, zouden in ieder geval die boete en rente zijn kwijtgescholden. De gevolgen van hun nalaten kunnen [eisers] niet op Happy Rentals afwentelen.

4.DE BEOORDELING

4.1
Tussen partijen is niet in geschil dat Happy Rentals naast het beheer van de verhuur van de woning namens [eisers] ook zou zorgen voor de aangifte en afdracht van de belastingen die met die verhuur samenhingen. [Eisers] zouden, in andere woorden, door Happy Rentals worden ontzorgd. Uit het feit dat aan [eisers] naheffingsaanslagen en verzuimboetes zijn opgelegd, blijkt dat Happy Rentals in haar verplichtingen ten opzichte van [eisers] is tekort geschoten. Volgens Departamento di Impuesto heeft Happy Rentals immers over een groot aantal maanden nagelaten belastingaangifte te doen. Omdat het de taak was van Happy Rentals om belastingaangifte te doen, is de schade die [eisers] als gevolg van het nalaten van Happy Rentals hebben geleden (de naheffingsaanslagen en verzuimboetes) aan Happy Rentals toe te rekenen.
4.2
Voor zover Happy Rentals zich op het standpunt heeft gesteld dat over een aantal maanden ten onrechte een verzuimboete aangifte bbv en toeristenheffing is opgelegd (omdat de woning in die maand niet was verhuurd, of door [eisers] zelf werd gebruikt en zij dus geen belastingen verschuldigd waren), wordt aan dit verweer voorbij gegaan. In de eerste plaats heeft Happy Rentals haar verweer niet onderbouwd, bijvoorbeeld door het overleggen van een verhuuroverzicht waaruit blijkt dat de woning niet werd verhuurd. Daarbij komt dat [eisers] hebben gesteld dat Happy Rentals in dat geval over die maand een 0-aangifte had moeten doen. Dat heeft Happy Rentals niet betwist, zodat het Gerecht ervan uitgaat dat dat klopt. Ook als het juist is dat [eisers] over bepaalde periodes geen belasting verschuldigd waren, komen de gevolgen van het feit dat Happy Rentals geen 0-aangifte heeft gedaan (namelijk de opgelegde verzuimboetes en rente) voor rekening van Happy Rentals.
4.3
Daarnaast heeft Happy Rentals als verweer gevoerd dat [eisers] de schade grotendeels aan zichzelf te wijten hebben, omdat zij geen bezwaar hebben gemaakt tegen de opgelegde aanslagen en boetes. Ook dit verweer wordt verworpen. Dat [eisers] geen bezwaar hebben gemaakt zou hen alleen tegengeworpen kunnen worden, als zij ervan op de hoogte waren dat daartoe aanleiding bestond. Dat waren zij echter niet. Happy Rentals heeft immers tijdens de zitting erkend dat zij, toen zij van [eisers] hoorde dat aan hen hoge aanslagen en boetes waren opgelegd, [eisers] er niet op heeft gewezen dat zij daartegen konden opkomen. Happy Rentals heeft verteld dat op dat moment de verhoudingen zodanig verziekt waren dat zij geen behoefte voelde om met [eisers] in gesprek te gaan, maar de gevolgen daarvan komen onder deze omstandigheden voor rekening van Happy Rentals als professionele partij. Het kan [eisers] moeilijk worden verweten dat zij, geconfronteerd met een flinke belastingaanslag en onwetend van de ervaring die Happy Rentals kennelijk heeft met kwijtschelding van verzuimboetes en -rente, die aanslag ook gewoon hebben betaald.
Ook het verweer van Happy Rentals dat zij wél bezwaar heeft gemaakt tegen de aanslagen die in 2018 zijn opgelegd doet hier niet aan af, aangezien de aanslagen en boetes voornamelijk betrekking hebben op de periode daarna.
4.4
Dit betekent dat Happy Rentals de door [eisers] geleden schade (bestaande uit de opgelegde aanslagen en boetes) moet vergoeden. De vordering is in zoverre toewijsbaar. Dat geldt ook voor de gevorderde wettelijke rente.
4.5
Het zou kunnen dat Happy Rentals, als zij in bepaalde maanden ten onrechte geen belasting heeft afgedragen ten behoeve van [eisers], méér verhuuropbrengsten aan [eisers] heeft uitbetaald dan het geval zou zijn geweest als de verschuldigde belastingen wel zouden zijn betaald. In dat geval zou dat “meerdere” moeten worden verrekend met de vordering van [eisers] Omdat Happy Rentals zich daarover niet heeft uitgelaten, kan het Gerecht daarover echter geen beslissing nemen.
4.6
Happy Rentals zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van [eisers].

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
5.1
veroordeelt Happy Rentals om aan [eisers] een bedrag van Afl. 44.350,79 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf heden tot aan de algehele voldoening;
5.2
veroordeelt Happy Rentals in de proceskosten aan de zijde van [eisers] gevallen, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 750,- aan griffierecht, Afl. 211,20 aan explootkosten en Afl. 2.500,- aan salaris van de gemachtigde;
5.3
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Brandt, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 21 augustus 2024 in aanwezigheid van de griffier.
Zaaknummer: AUA202400594 AR
Inhoudsindicatie: Beheerder zou zorgen voor aangifte en afdracht van belastingen m.b.t. de verhuur van een vakantiewoning en moet de door de eigenaars geleden schade, bestaande uit opgelegde aanslagen en boetes, vergoeden.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. J. Brandt
Bijzondere kenmerken: Enkelvoudig