ECLI:NL:OGEAA:2024:192

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 augustus 2024
Publicatiedatum
11 september 2024
Zaaknummer
AUA202304280
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurachterstand en betalingsverplichtingen na beëindiging huurovereenkomst

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, heeft eiseres EMY'S REAL ESTATE & MORE een vordering ingesteld tegen gedaagde, die ook in persoon procedeerde. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 11 december 2023 werd ingediend. Na een tussenvonnis op 27 maart 2024, waarin een comparitie van partijen werd bepaald, vond de zitting plaats op 11 juni 2024. De huurovereenkomst tussen partijen was ingegaan op 3 september 2022 en eindigde op 2 september 2023. Eiseres vorderde een bedrag van Afl. 1.636,08 van gedaagde, als gevolg van huurachterstand en herstelkosten voor het gehuurde. Gedaagde erkende een kleine huurachterstand, maar voerde verweer tegen andere kostenposten die door eiseres waren opgevoerd.

Het Gerecht beoordeelde de verschillende kostenposten en kwam tot de conclusie dat gedaagde een bedrag van Afl. 851,08 aan eiseres verschuldigd was, rekening houdend met de waarborgsom van Afl. 2.500,- die in mindering werd gebracht. Het Gerecht wees de vordering van eiseres voor de meeste kostenposten toe, maar wees enkele vorderingen af wegens onvoldoende onderbouwing. De uitspraak werd gedaan op 21 augustus 2024, waarbij gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten van eiseres.

Uitspraak

Vonnis van 21 augustus 2024
Behorend bij AUA202304280 BB
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[Eiseres],
h.o.d.n.
EMY'S REAL ESTATE & MORE,
te Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: [eiseres],
procederend in persoon,
tegen:
[Gedaagde],
te Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend ter griffie op 11 december 2023;
- het schriftelijk antwoord van [gedaagde], met producties;
- het tussenvonnis in deze zaak van 27 maart 2024.
1.2
Bij voormeld tussenvonnis is een comparitie van partijen bepaald op 11 juni 2024, alwaar beide partijen zijn verschenen. Partijen hebben het woord gevoerd en vragen van het Gerecht beantwoord.
1.3
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.DE FEITEN

2.1
Tussen partijen is met ingang van 3 september 2022 een huurovereenkomst tot stand gekomen voor de duur van een jaar, op grond waarvan [eiseres] aan [gedaagde] een woning verhuurde aan de [adres] house te Aruba (hierna: het gehuurde) tegen een huurprijs van Afl. 2.500,-- per maand, vermeerderd met bijkomende kosten waaronder wifi.
2.2
De huurovereenkomst is geëindigd op 2 september 2023. [Gedaagde] heeft het gehuurde op 3 september 2023 verlaten.

3.HET GESCHIL

3.1 [
Eiseres] vordert dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld om aan haar een bedrag van Afl. 1.636,08 te betalen, vermeerderd met de buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente vanaf 31 oktober 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2 [
Eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] een huurachterstand heeft laten ontstaan en dat zij de herstelkosten moet betalen die zijn gemaakt om het gehuurde in goede staat terug te brengen. Ter onderbouwing van haar stellingen heeft [eiseres] een overzicht van 18 oktober 2023 overgelegd, waarin zij de kostenposten heeft opgenomen die [gedaagde] volgens haar nog moet betalen.
3.3 [
Gedaagde] heeft bij antwoord verweer gevoerd tegen meerdere kostenposten die [eiseres] in het overzicht heeft opgenomen. Zij erkent dat zij nog een kleine huurachterstand heeft. Toen [gedaagde] de woning verliet, heeft [eiseres] de woning niet gecontroleerd. [gedaagde] moest de sleutels aan de opvolgende huurder afgeven, wat zij heeft gedaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Tussen partijen is in geschil of en, zo ja, welke kosten [gedaagde] nog aan [eiseres] moet voldoen na beëindiging van de huurovereenkomst op 2 september 2023. Ter zitting zijn de verschillende kostenposten zoals opgenomen in het door [eiseres] opgestelde overzicht van 18 oktober 2023, met partijen besproken. Hieronder zal per post worden beoordeeld of [gedaagde] is tekortgeschoten in haar (opleverings)verplichting en zo ja, in hoeverre zij daarvoor aan [eiseres] moet vergoeden.
Huur augustus 2023 + wifi
4.2
Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde] voor de maand augustus 2023 nog een bedrag van Afl. 500,25 aan achterstallige huur moet betalen. Dit bedrag is daarom toewijsbaar.
Knippen van de palmboom
4.3 [
Eiseres] heeft gesteld dat [gedaagde] een bedrag van Afl. 175,-- moet betalen voor het knippen van de palmboom. Ter zitting heeft zij haar standpunt nader toegelicht en gesteld dat de werkzaamheden aan de palmboom zijn uitgevoerd op verzoek van de partner van [gedaagde] nadat dit bij aanvang van de huurovereenkomst was afgesproken en dat zij daarvan een bericht heeft in haar telefoon. [Gedaagde] heeft dit betoog weersproken. Gelet hierop en nu [eiseres] haar stellingen niet (voldoende) concreet heeft onderbouwd, kan niet van de juistheid van de stellingen van [eiseres] worden uitgegaan en is voor bewijslevering geen plaats. Dat [gedaagde] is gehouden voor het knippen van de palmbomen te betalen, kan daarom niet worden gezegd. Dit deel van de vordering wordt afgewezen.
Schoonmaken van de tuin, transporteren van vuil
4.4 [
Eiseres] heeft voor deze post een bedrag van Afl. 350,- opgenomen in het kostenoverzicht. [Gedaagde] is het hier niet mee eens en voert aan dat zij zelf heeft zorggedragen voor het schoonmaken van de tuin. Voor het afvoeren van vuil is zij hoogstens een bedrag van Afl. 150,- verschuldigd. [Eiseres] heeft, gelet op dit verweer, onvoldoende gesteld voor het oordeel dat [gedaagde] voor het schoonmaken van de tuin en/of het afvoeren van vuil een hoger bedrag is verschuldigd dan het erkende bedrag van Afl. 150,-. Zij heeft ook geen stukken overgelegd die het in rekening gebrachte bedrag onderbouwen. Ter zake van deze post zal daarom (slechts) het bedrag van Afl. 150,- worden toegewezen.
Reparatie van de deur en de sofa
4.5 [
Gedaagde] heeft erkend dat zij voor de reparatie van de deur moet betalen, omdat deze door haar toedoen is stukgegaan. De kosten daarvan bedroegen volgens [eiseres]
Afl. 75,-. Dit bedrag zal als niet, althans onvoldoende weersproken worden toegewezen. De gevorderde kosten voor de reparatie van de sofa worden afgewezen. In het licht van het gemotiveerde verweer van [gedaagde] dat de sofa al oud en (deels) stuk was, heeft [eiseres] onvoldoende gesteld waaruit kan worden afgeleid dat deze kosten voor rekening van [gedaagde] dienen te komen.
Extra nacht in het gehuurde
4.6
Tussen partijen is niet in geschil dat de huurovereenkomst eindigde op 2 september 2023 en dat [gedaagde] het gehuurde op 3 september 2023 heeft verlaten. Gelet hierop en nu [gedaagde] de verschuldigdheid als zodanig niet heeft weersproken, is het door [eiseres] gevorderde bedrag van Afl. 83,33 voor een extra verblijfsdag in het gehuurde, toewijsbaar.
Kosten voor het schoonmaken van de airconditioning
4.7 [
Gedaagde] heeft niet weersproken dat tussen partijen is afgesproken dat zij zou zorgen voor het (laten) schoonmaken van de airconditioning en dat de kosten daarvan voor haar rekening komen. Het in dit verband gevorderde, niet betwiste bedrag van Afl. 480,- zal dan ook worden toegewezen.
Pestcontrol
4.8 [
Gedaagde] heeft gemotiveerd weersproken dat door haar toedoen kakkerlakken in het gehuurde waren. [Eiseres] heeft hiertegenover onvoldoende gesteld, zodat het in dit verband gevorderde bedrag van Afl. 110,-- voor pestcontrol wordt afgewezen.
Keramiek
4.9 [
Eiseres] heeft in het overzicht een bedrag van Afl. 50,-- opgenomen voor keramiek, zijnde een vloertegel die zou zijn stuk gegaan. [Gedaagde] heeft betwist dat dit is gebeurd, laat staan dat dit door haar toedoen is gebeurd. In het licht van deze betwisting heeft [eiseres] onvoldoende onderbouwd gesteld voor het oordeel dat een vloertegel door toedoen van [gedaagde] kapot is gegaan en dat dit daarom voor rekening van [gedaagde] komt. Ook deze post wordt afgewezen.
Vieze geur in de keuken
4.1
Hiervoor heeft [eiseres] een bedrag van Afl. 75,-- als kostenpost in het overzicht opgenomen. [Gedaagde] is het daar niet mee eens. Volgens haar komt de vieze geur van de septic tank en daar kan zij niets aan doen; de geur was al aanwezig toen zij de woning in september 2022 betrok. Gelet op deze gemotiveerde betwisting van [gedaagde] en nu [eiseres] haar stelling niet met concrete, voor bewijs vatbare feiten en/of omstandigheden heeft onderbouwd, kan niet worden gezegd dat de in de woning aanwezige vieze geur aan [gedaagde] is toe te rekenen. Het ter zake van deze post gevorderde bedrag zal daarom eveneens worden afgewezen.
Administratiekosten
4.11 [
Gedaagde] heeft weersproken dat zij het in rekening gebrachte bedrag voor administratiekosten is verschuldigd. Desgevraagd heeft [eiseres] op zitting niet kunnen aangeven wat de grondslag voor deze kosten is. Nu niet is gebleken dat [gedaagde] deze kosten is verschuldigd, zullen deze worden afgewezen.
Splitcommissie
4.12 [
Gedaagde] heeft niet weersproken dat zij aan [eiseres] een bedrag van Afl. 1.337,50 aan splitcommissie is verschuldigd. Dit bedrag zal daarom worden toegewezen.
Borg
4.13 [
Eiseres] heeft in het overzicht een bedrag van Afl. 2.500,- aan borgsom opgenomen die [gedaagde] bij aanvang van de huur heeft betaald. Deze borgsom dient volgens [eiseres] op het door [gedaagde] aan haar verschuldigde in mindering te worden gebracht. Ook het Gerecht zal de borgsom daarom in mindering brengen op hetgeen [gedaagde] aan [eiseres] is verschuldigd.
Late fee
4.14
De door [eiseres] gevorderde bedragen van in totaal Afl. 725,-- aan late fee zijn niet weersproken en zullen dan ook worden toegewezen.
Conclusie
4.15
De hiervoor besproken kostenposten leiden tot de conclusie dat [gedaagde] nog een bedrag van in totaal Afl. 851,08 aan [eiseres] is verschuldigd. Hierbij is rekening gehouden met de waarborgsom van Afl. 2.500,- die al in mindering is gebracht op het totaal door [gedaagde] aan [eiseres] verschuldigde bedrag (zijnde Afl. 3.351,08).
4.16
Het voorgaande brengt mee dat de door [eiseres] gevorderde hoofdsom tot een bedrag van Afl. 851,08 zal worden toegewezen, evenals de niet weersproken gevorderde wettelijke rente. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen. Niet is gebleken van daadwerkelijk verrichte buitengerechtelijke werkzaamheden, anders dan die ter voorbereiding van de gedingstukken en ter instructie van de zaak waarvoor artikel 63a Rv een voorziening geeft.
4.17 [
Gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten gevallen aan de zijde van [eiseres]. Aangezien [eiseres] zonder professionele gemachtigde procedeert, is een vergoeding voor gemachtigdensalaris niet aan de orde.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
5.1
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen een bedrag van Afl. 851,08 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 oktober 2023 tot aan de algehele voldoening;
5.2
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten aan de zijde van [eiseres] gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 100,- aan griffierecht en Afl. 215,-- aan explootkosten;
5.3
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.M. Tijhuis, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 21 augustus 2024 in aanwezigheid van de griffier.
Zaaknummer: AUA202304280 AR
Inhoudsindicatie: huurachterstand.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. T.A.M. Tijhuis
Bijzondere kenmerken: Enkelvoudig