In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, heeft eiseres EMY'S REAL ESTATE & MORE een vordering ingesteld tegen gedaagde, die ook in persoon procedeerde. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 11 december 2023 werd ingediend. Na een tussenvonnis op 27 maart 2024, waarin een comparitie van partijen werd bepaald, vond de zitting plaats op 11 juni 2024. De huurovereenkomst tussen partijen was ingegaan op 3 september 2022 en eindigde op 2 september 2023. Eiseres vorderde een bedrag van Afl. 1.636,08 van gedaagde, als gevolg van huurachterstand en herstelkosten voor het gehuurde. Gedaagde erkende een kleine huurachterstand, maar voerde verweer tegen andere kostenposten die door eiseres waren opgevoerd.
Het Gerecht beoordeelde de verschillende kostenposten en kwam tot de conclusie dat gedaagde een bedrag van Afl. 851,08 aan eiseres verschuldigd was, rekening houdend met de waarborgsom van Afl. 2.500,- die in mindering werd gebracht. Het Gerecht wees de vordering van eiseres voor de meeste kostenposten toe, maar wees enkele vorderingen af wegens onvoldoende onderbouwing. De uitspraak werd gedaan op 21 augustus 2024, waarbij gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten van eiseres.