ECLI:NL:OGEAA:2024:187

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 augustus 2024
Publicatiedatum
11 september 2024
Zaaknummer
AUA202301809
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatig handelen en niet tijdige nakoming van een overeenkomst inzake transport van goederen

In deze zaak heeft eiser, een inwoner van Aruba, Vino Tinto Shipping (VTS) aangeklaagd wegens onrechtmatig handelen en niet tijdige nakoming van een overeenkomst. De overeenkomst betrof het transport van auto-onderdelen van Venezuela naar Aruba, waarbij partijen hadden afgesproken dat de onderdelen binnen een maand geleverd zouden worden. Eiser heeft VTS op 14 maart 2022 benaderd en op 5 april 2022 werd de overeenkomst gesloten. Echter, de auto-onderdelen zijn pas op 16 juni 2023 geleverd, meer dan een jaar later dan afgesproken.

Eiser heeft VTS aansprakelijk gesteld voor de schade die hij heeft geleden door de late levering, waaronder kosten voor invoerrechten en andere gerelateerde uitgaven. VTS heeft verweer gevoerd en betwist dat zij aansprakelijk is voor de schade, en heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering. Het Gerecht heeft vastgesteld dat er geen fatale termijn was overeengekomen voor de levering van de goederen, en dat VTS pas in verzuim was na de ingebrekestelling door eiser in december 2022.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat VTS aansprakelijk is voor de onterecht in rekening gebrachte invoerrechten van Afl. 637,80, maar heeft de overige vorderingen van eiser afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door mr. T.A.M. Tijhuis op 21 augustus 2024.

Uitspraak

Vonnis van 21 augustus 2024 (bij vervroeging)
Behorend bij A.R. no. AUA202301809
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[Eiser],
te Aruba,
eiser,
hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. S. Paesch,
tegen
[Gedaagde], h.o.d.n. VINO TINTO SHIPPING,
te Aruba,
gedaagde,
hierna te noemen: VTS,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Illes.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift, met producties, van 24 mei 2023;
- de akte houdende verandering van eis, met producties, van 21 september 2023;
- de conclusie van antwoord, met producties, van 8 november 2023;
- de conclusie van repliek, met producties, van 21 februari 2024;
- de conclusie van dupliek, met producties, van 22 mei 2023;
- de akte uitlating productie van 19 juni 2024.
1.2
Vervolgens is vonnis bepaald op vandaag.

2.DE FEITEN

2.1 [
Gedaagde] (hierna: [gedaagde]) voert onder de naam VTS een eenmanszaak en houdt zich bezig met het verschepen van goederen. VTS werkt met geconsolideerde vrachten, hetgeen inhoudt dat een container wordt verscheept zodra deze compleet is gevuld. VTS maakt op Facebook reclame voor haar diensten. Zij vermeldt in haar advertenties dat zij op een veilige manier goederen van Venezuela naar Aruba vervoert.
2.2 [
Eiser] heeft VTS op 14 maart 2022 benaderd in verband met het transport van auto-onderdelen vanuit Venezuela naar Aruba.
2.3
Op 5 april 2022 hebben partijen een overeenkomst gesloten op grond waarvan [eiser] de auto-onderdelen via VTS heeft (doen) laten vervoeren. Tussen partijen is besproken dat de auto-onderdelen binnen een maand zouden worden geleverd.
2.4
Bij factuur van 5 april 2022 is een bedrag van in totaal Afl. 587,20 aan [eiser] in rekening gebracht ter zake van onder meer vervoerskosten en 22% importbelasting ten bedrage van Afl. 254,70.
2.5 [
Eiser] heeft bij brief van 15 december 2022 aan VTS geschreven dat hij de auto-onderdelen nog steeds niet heeft ontvangen, dat hij VTS aansprakelijk houdt voor alle kosten die hij daardoor heeft moeten maken en dat VTS in de gelegenheid wordt gesteld om de onderdelen alsnog binnen twee weken aan hem te leveren.
2.6
Bij brief van 2 februari 2023 is VTS door de gemachtigde van [eiser] in gebreke gesteld en is VTS gesommeerd om de auto-onderdelen binnen zeven dagen te leveren.
2.7
Op 16 juni 2023 zijn de auto-onderdelen aan [eiser] geleverd.

3.DE VORDERING

3.1 [
Eiser] vordert, na wijziging van eis, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. VTS te veroordelen aan [eiser] te betalen een schadevergoeding van Afl. 3.512,16,
althans een door het Gerecht te bepalen ander bedrag;
2. VTS te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, op straffe
van een dwangsom van Afl. 1.000,- per dag, een rectificatie via Facebook en Diario
Aruba te publiceren met de volgende tekst:
“Den sentencia duna door di e juez den un caso na Corte den Prome
Instancia di Aruba, Vino Tinto Shipping a wordo condena pa duna e
siguiente rectificacion via Facebook y Dario Aruba: Nos di Vino Tinto
Shipping a hasi diferente publicashion cu nos ta transporta mercancia
di Venezuela pa Aruba den un forma sigur y den un tempo cortico. Sin
embargo, nos tin cu informa tur nos cliente nan cu e transporte di
Venezuela pa Aruba por dura entre 1 luna te cu 1 anja.”
3. VTS te veroordelen in de kosten van het geding.
3.2 [
Eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat de auto-onderdelen eerst na 1 jaar en 4 maanden zijn geleverd, waardoor hij schade heeft geleden die VTS is gehouden te vergoeden. Daarnaast is volgens [eiser] sprake van misleidende reclame, omdat VTS niet aan de in haar reclame gedane aanbieding voldoet. Hierdoor handelt VTS onrechtmatig, aldus [eiser].
3.3
VTS voert verweer en concludeert tot afwijzing van het gevorderde, met kostencompensatie.
3.4
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover voor de beoordeling van belang, ingegaan.

4.DE BEOORDELING

4.1 [
Eiser] heeft zijn dagvaarding uitgebracht tegen VTS. Nu VTS, zoals hiervoor weergegeven, een eenmanszaak is en [gedaagde] als zodanig handelt, begrijpt het Gerecht dat [gedaagde], zoals ook in de kop van dit vonnis is weergegeven, handelend onder de naam VTS in het geding is betrokken en is verschenen en verweer heeft gevoerd. Gelet op hetgeen door VTS is aangevoerd en gelet op hetgeen hierna wordt overwogen, wordt VTS daardoor niet in haar belangen geschaad.
4.2 [
Eiser] is in de gelegenheid gesteld om bij akte op de bij conclusie van dupliek door VTS overgelegde producties te reageren. Dit heeft hij bij akte uitlating productie gedaan. Voor zover echter in die akte ook overigens nog stellingen zijn betrokken, gaat het Gerecht aan die stellingen als in strijd met de goede procesorde voorbij.
4.3
Indien en voor zover het verweer van VTS aldus moet worden begrepen dat zij aanvoert dat [eiser] de verkeerde partij in rechte heeft betrokken omdat niet zij, maar het bedrijf Consolidadda zich bezig houdt met het vervoer van de goederen vanuit Venezuela, kan dit verweer VTS niet baten. VTS heeft immers niet, althans onvoldoende weersproken dat [eiser] met haar de overeenkomst is aangegaan. De enkele omstandigheid dat op de factuur van 5 april 2022 een stempel met de naam Consolidadda staat, maakt dat niet anders.
Niet tijdige nakoming
4.4
Tussen partijen is een overeenkomst gesloten op grond waarvan VTS zou zorgen voor het vanuit Venezuela naar Aruba verschepen van door [eiser] bestelde goederen (auto-onderdelen). Daarbij is, zoals [eiser] niet, althans onvoldoende weersproken heeft gesteld, besproken dat de auto-onderdelen binnen een maand zouden worden geleverd. [Eiser] heeft echter geen feiten gesteld die, indien bewezen, tot het oordeel leiden dat partijen daarbij die maand als fatale termijn zijn overeengekomen en dat de auto-onderdelen binnen een maand dienden te zijn geleverd. Dat [eiser] haast had met zijn bestelling en dat VTS dit wist, is daarvoor niet voldoende, evenmin als de enkele omstandigheid dat VTS, zoals [eiser] heeft gesteld, heeft “gegarandeerd dat het geen probleem zal zijn de onderdelen binnen een maand naar Aruba te transporten”. Nu geen fatale termijn is overeengekomen, was VTS eerst in verzuim na ommekomst van de door [eiser] bij brief van 15 december 2022 gegeven termijn voor nakoming.
4.5
VTS is in beginsel aansprakelijk voor de door [eiser] als gevolg van het niet tijdig nakomen geleden schade. Volgens [eiser] heeft hij door de niet tijdige levering zijn auto (waarvoor hij de auto-onderdelen had besteld) niet kunnen gebruiken en heeft hij een vervangende auto moeten kopen. [Eiser] heeft gesteld dat hij de volgende schade van in totaal Afl. 3.512,65 heeft geleden:
( i) Douanedocument Afl. 25,-
(ii) Exit note Afl. 10,-
(iii) Astec Afl. 10,-
(iv) Invoerrechten Afl. 637,80
( v) 20% waardeverlies auto Afl. 1.080,-
(vi) Autoverzekering Afl. 738,10
(vii) Nummerplaat Afl. 620,-
(viii) Brakesysteem Afl. 381,75
4.6
Voor wat betreft de posten (i), (ii) en (iii) geldt dat dit kosten zijn die aan het voervoer van de goederen zijn verbonden en daarom, nu de auto-onderdelen inmiddels zijn geleverd en geen feiten of omstandigheden zijn gesteld die tot een ander oordeel leiden, geen geleden schade is.
4.7
Voor wat betreft de onder (iv) genoemde post ter zake van door [eiser] betaalde invoerrechten van Afl. 637,80 geldt als volgt. Vast staat dat [eiser] met de factuur van 5 april 2022 al ‘import tax’ van 22% (ten bedrage van Afl. 254,70) in rekening is gebracht. VTS heeft onderbouwd met stukken aangevoerd dat de invoerrechten op basis van de door [eiser] opgegeven prijzen van de onderdelen in totaal Afl. 737,70 bedragen. Op deze kosten heeft VTS, zo heeft zij aangevoerd, een korting van Afl. 100,- gegeven. [Eiser] heeft er op zijn beurt op gewezen dat de door hem opgegeven prijzen, in Bolivares zijn en niet in US dollars zoals door VTS gehanteerd. Volgens [eiser] komen deze kosten daarom op Afl. 255,-. Gelet op de door VTS overgelegde stukken gaat het Gerecht ervan uit dat de kosten van de auto-onderdelen inderdaad in Bolivares staan vermeld en dat dus een bedrag van Afl. 255,- is verschuldigd. Dit betekent, mede gelet op de eerder door [eiser] betaalde importbelasting, dat VTS het bedrag van Afl. 637,80 ten onrechte in rekening heeft gebracht en is gehouden dit bedrag aan [eiser] terug te betalen. Zij zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
4.8 [
Eiser] stelt dat hij, omdat hij zijn eigen auto, waarvoor de auto-onderdelen zijn besteld, niet heeft kunnen gebruiken, vervangend vervoer heeft moeten regelen en daarom een tweedehands auto heeft gekocht. De afschrijving op deze auto is volgens [eiser] door hem geleden schade (post (v)). Uit de door [eiser] overgelegde productie 8 blijkt dat [eiser] al in juli 2022 een andere (tweedehands) auto heeft gekocht. Nu hij deze auto heeft gekocht voordat VTS is verzuim is komen te verkeren, is geen sprake van schade waarvoor VTS aansprakelijk is. Voor een andersluidend oordeel heeft [eiser] niets, althans onvoldoende gesteld. Voor wat betreft de gestelde schade ter zake van de autoverzekering en nummerplaat brengt dit mee dat deze posten (vi) en (vii) reeds om die reden evenmin toewijsbaar zijn.
4.9
Met betrekking tot de gestelde schade voor een brake systeem (post (viii)) geldt tot slot dat [eiser] deze schade op geen enkele wijze heeft geconcretiseerd en onderbouwd. Gelet hierop en nu VTS deze schade heeft betwist, treft de stelling van [eiser] ook met betrekking tot deze post geen doel.
Onrechtmatig handelen
4.10 [
Eiser] stelt dat VTS onrechtmatig handelt door in haar reclame niet aan haar aanbieding te voldoen. Volgens haar reclame verstuurt VTS goederen op een veilige manier vanuit Venezuela naar Aruba, maar dit is, zo stelt [eiser], niet het geval omdat het versturen zeer lang heeft geduurd, zodat sprake is van valse informatie.
4.11
Artikel 6:194 BWA bepaalt dat degene die omtrent goederen en diensten die door hem in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf worden aangeboden een mededeling openbaar maakt onrechtmatig handelt, als deze mededeling in een of meer opzichten misleidend is. Een mededeling is misleidend indien deze onjuist of onvolledig is en redelijkerwijs aannemelijk is dat de mededeling het economisch gedrag van de relevante afnemer van de betrokken producten kan beïnvloeden. Daarbij moet worden uitgegaan van een gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende potentiële afnemer tot wie de mededeling zich richt of die zij bereikt, de zogenaamde “maatman”.
4.12
VTS adverteert met de tekst dat zij voor het publiek goederen op een veilige wijze vanuit Venezuela naar Aruba stuurt. Voor het oordeel dat deze mededeling misleidend is, is onvoldoende gesteld. Dat het verschepen van de goederen van [eiser] onwenselijk lang heeft geduurd, maakt de mededeling dat goederen veilig worden verscheept nog niet onjuist of onvolledig. De gevorderde rectificatie is reeds daarom niet toewijsbaar.
Slotsom
4.13
De slotsom van het voorgaande is dat de vordering van [eiser] in zoverre zal worden toegewezen dat VTS is gehouden een bedrag van Afl. 637,80 aan hem (terug) te betalen en dat het gevorderde voor het overige wordt afgewezen.
4.14
Deze uitkomst brengt mee dat de proceskosten, zoals ook door VTS bepleit, zullen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
5.1
veroordeelt VTS om aan [eiser] het bedrag van Afl. 637,80 te betalen;
5.2
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
5.3
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.4
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.M. Tijhuis, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 21 augustus 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.
Zaaknummer: AUA202301809 AR
Inhoudsindicatie: Onrechtmatig handelen, niet tijdige nakoming, fatale termijn overeengekomen.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. T.A.M. Tijhuis
Bijzondere kenmerken: Enkelvoudig