ECLI:NL:OGEAA:2024:169

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 juli 2024
Publicatiedatum
12 augustus 2024
Zaaknummer
Lar nr. AUA202401598
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing beschikking vergunning tot tijdelijk verblijf in Aruba

Op 24 juli 2024 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een verzoek om schorsing van een beschikking van de Minister van Arbeid, Energie en Integratie. Verzoeker, een Venezolaanse nationaliteit hebbende, had op 27 maart 2024 een aanvraag voor een vergunning tot tijdelijk verblijf afgewezen gekregen. Hiertegen heeft hij bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. Verzoeker stelde dat de afwijzing in strijd was met het zorgvuldigheidsbeginsel en dat hij inmiddels werkzaam was bij l’Lisle Dental Wellness V.B.A., die als garantsteller voor zijn verblijfsvergunning optreedt. De verweerder heeft ter zitting aangegeven dat er een heroverweging van de beschikking plaatsvond en dat de vergunning waarschijnlijk alsnog zou worden toegewezen. Het gerecht oordeelde dat het bezwaar van verzoeker een aanmerkelijke kans van slagen had en besloot de beschikking te schorsen. De uitspraak houdt in dat verzoeker behandeld zal worden als ware hij in het bezit van een geldige vergunning tot tijdelijk verblijf, totdat er een beslissing is genomen op het bezwaar. Tevens werd de teruggave van het griffierecht gelast.

Uitspraak

Uitspraak van 24 juli 2024
Lar nr. AUA202401598

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het verzoek in de zin van artikel 54 van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

[Verzoeker],

domicilie kiezend in Aruba,
VERZOEKER,
gemachtigde: drs. M.L. Hassell,
gericht tegen:

DE MINISTER VAN ARBEID, ENERGIE EN INTEGRATIE,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: de advocaat mr. V. Perše.

DE PROCEDURE

Op 27 maart 2024 heeft verweerder een aanvraag van verzoeker ter verlening van een vergunning tot tijdelijk verblijf, om op Aruba werkzaam te zijn en te verblijven, afgewezen (de bestreden beschikking).
Hiertegen heeft verzoeker bij brief van 16 mei 2024 bezwaar gemaakt bij verweerder.
Op 17 mei 2024 heeft verzoeker een verzoekschrift als bedoeld in artikel 54 van de Lar ingediend.
Verzoeker heeft op 2 en 3 juli 2024 nadere stukken ingediend.
Het verzoek is behandeld ter zitting van 3 juli 2024. Verzoeker is verschenen bijgestaan door de gemachtigde voornoemd. Verweerder is verschenen bij de gemachtigde voornoemd.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

De relevante feiten

1.1
Verzoeker is geboren op [geboortedatum] 1991 in Venezuela en heeft de Venezolaanse nationaliteit.
1.2
Verzoeker was laatstelijk in het bezit van een vergunning tot tijdelijk verblijf met als verblijfsdoel arbeid in loondienst. Deze verblijfsvergunning was geldig vanaf 14 oktober 2022 tot 14 oktober 2023.
1.3
Bij de bestreden beschikking heeft verweerder een aanvraag van verzoeker strekkende tot verlening van een vergunning tot tijdelijk verblijf, om op Aruba werkzaam te zijn en te verblijven, afgewezen. Daarin staat – voor zover hier van belang – het volgende:
“(…)
Beslissing: de aanvraag is afgewezen.
Uit ambtsberichten is gebleken dat u niet (meer) voldoet aan de voorwaarden die gesteld zijn aan deze verblijfstitel.
Conform ambtsberichten SVB registratie staat betrokkene werkzaam ingeschreven bij Merantillas V.B.A. sinds 29-11-2021 tot heden, terwijl betrokkene een vergunning heeft gekregen om bij een andere bedrijf werkzaam te zijn.
Dit is in strijd met de gekregen en de nieuwe gevraagde vergunning voor verlenging.
Uw verzoek wordt afgewezen.
(…)”.
1.4
Hiertegen heeft verzoeker bezwaar gemaakt bij verweerder en bij het gerecht om een voorlopige voorziening verzocht.
De standpunten van partijen
2.1
Verzoeker stelt zich op het standpunt – kort gezegd – dat verweerder geen adequaat onderzoek heeft verricht en dat de beslissing daarom in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel, het beginsel van hoor- en wederhoor en het proportionaliteitsbeginsel. Verzoeker is inderdaad in het verleden werkzaam geweest bij Merantilles V.B.A. (RIU), maar werkt nu bij l’Lisle Dental Wellness V.B.A., die als garantsteller voor zijn verblijfsvergunning optreedt. Verzoeker verzoekt daarom om de bestreden beschikking te schorsen en om hem te behandelen als ware hij in het bezit van een geldige verblijfsvergunning.
2.2
Verweerder heeft de stellingen van verzoeker niet weersproken. Hij heeft ter zitting kenbaar gemaakt dat men bij DIMAS bezig is met de heroverweging van de bestreden beschikking en dat de verzochte verblijfsvergunning naar alle waarschijnlijkheid alsnog zal worden toegewezen. In november 2021 was verzoeker namelijk inderdaad werkzaam bij RIU, maar toen was hij in het bezit van een vergunning tot tijdelijk verblijf zonder beperkingen.
De beoordeling
3. Ingevolge artikel 54, eerste lid, van de Lar, kan, indien krachtens deze landsverordening een bezwaar- of beroepschrift aanhangig is, de indiener daarvan aan het gerecht verzoeken om de bestreden beschikking onderscheidenlijk beslissing op het bezwaarschrift te schorsen op grond, dat de uitvoering daarvan voor betrokkene een onevenredig nadeel met zich zou brengen in verhouding tot het door een onmiddellijke uitvoering daarvan te dienen belang.
Ingevolge het tweede lid van genoemd artikel kan ter voorkoming van nadeel als bedoeld in het eerste lid, op het verzoek van genoemde indiener ook een voorlopige voorziening worden getroffen.
4. Gelet op hetgeen verzoeker en verweerder in deze zaak naar voren hebben gebracht, is het gerecht van oordeel dat het bezwaar van verzoeker een aanmerkelijke kans van slagen heeft. Het gerecht ziet hierin dan ook aanleiding tot het treffen van de navolgende voorlopige voorziening.

BESLISSING

Het gerecht:
- schorst de beschikking van 27 maart 2024, totdat verweerder op het door verzoeker daartegen gemaakte bezwaar heeft beslist;
- bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat verzoeker, voor de toepassing van de Landsverordening toelating en uitzetting, zal worden behandeld als ware hij in het bezit van een geldige vergunning tot tijdelijk verblijf die ertoe strekt in Aruba te verblijven en werkzaam te zijn bij l’Lisle Dental Wellness V.B.A, totdat verweerder op het hierboven genoemde bezwaar heeft beslist,
- gelast de teruggave van het door verzoeker betaalde griffierecht van Afl. 25,-.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.J. Martijn, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 juli 2024 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.