ECLI:NL:OGEAA:2024:163
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Schorsing van bestuurlijke boete opgelegd aan managing director van Nagico-groep
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 26 juni 2024 uitspraak gedaan over een verzoek tot schorsing van een bestuurlijke boete van Afl. 2.150.000,- die was opgelegd aan de verzoeker, de Centrale Bank van Aruba (CBA). De boete was opgelegd op basis van de Landsverordening toezicht verzekeringsbedrijf (Ltv) en was het gevolg van negentien overtredingen die waren vastgesteld tijdens een toezichtsonderzoek bij de Nagico-groep, waar de verzoeker als managing director en later als CEO werkzaam was. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen de boete en verzocht om schorsing van de tenuitvoerlegging, omdat hij als privépersoon niet in staat was de boete te betalen en dit zou leiden tot onevenredig nadeel voor hem.
Tijdens de zitting op 22 mei 2024 heeft de verzoeker zijn standpunt toegelicht, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl de CBA werd vertegenwoordigd door twee advocaten. De CBA stelde dat er geen grond was voor schorsing, omdat de verzoeker geen spoedeisend belang had en de CBA een algemeen belang had bij de onmiddellijke uitvoering van de boete. Het gerecht heeft de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat de verzoeker inderdaad onevenredig nadeel zou ondervinden van de onmiddellijke uitvoering van de boete, gezien zijn financiële situatie.
Het gerecht heeft daarom besloten de boetebeschikking te schorsen totdat op het bezwaarschrift is beslist. De beslissing houdt in dat de verzoeker zijn griffierecht terugkrijgt, maar dat andere verzoeken zijn afgewezen. Deze uitspraak is gedaan door rechter N.K. Engelbrecht en is definitief, er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.