ECLI:NL:OGEAA:2024:157
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kort geding over huurachterstand en ontruiming van gehuurde woning
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, procederend in persoon, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, eveneens procederend in persoon, vanwege een huurachterstand. De partijen zijn op 10 mei 2022 een schriftelijke huurovereenkomst aangegaan voor een appartement in Aruba, met een maandelijkse huurprijs van Afl. 1.500. Eiser heeft gedaagde op 18 oktober 2023 geïnformeerd over de huurachterstand, waarna een regeling is getroffen die gedaagde niet is nagekomen. Op 16 april 2024 heeft eiser gedaagde gemaand tot betaling van Afl. 9.780 aan huurachterstand, maar dit bedrag is onbetaald gebleven.
Tijdens de mondelinge behandeling op 13 juni 2024 heeft eiser zijn vordering gewijzigd en enkel de huurachterstand van Afl. 10.500 over de maanden september tot en met december 2023 en februari, april en mei 2024 gevorderd. Gedaagde heeft erkend dat zij deze huurpenningen verschuldigd is, maar heeft aangegeven dat haar financiële problemen voortkomen uit werkloosheid en persoonlijke omstandigheden.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat het spoedeisend belang van eiser voldoende is aangetoond en dat de huurachterstand van Afl. 10.500 toewijsbaar is. De gevorderde ontruiming van het gehuurde is gerechtvaardigd, en het Gerecht heeft bepaald dat gedaagde uiterlijk op 15 juli 2024 het appartement moet ontruimen. De vordering om de ontruiming met behulp van de sterke arm van politie en justitie te bewerkstelligen is afgewezen, aangezien de deurwaarder deze bevoegdheid al heeft. Gedaagde is veroordeeld in de kosten van de procedure.