ECLI:NL:OGEAA:2024:148

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 juni 2024
Publicatiedatum
27 juni 2024
Zaaknummer
AUA202401500 KG
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot rectificatie van onjuiste publicaties over minister van Onderwijs en Sport

In deze zaak vordert [eiser], de minister van Onderwijs en Sport van Aruba, rectificatie van artikelen die op de website 24ora.com zijn gepubliceerd door Headlines Group. De artikelen beweren dat [eiser] zichzelf en zijn familie heeft verrijkt met gelden van zijn voormalig werkgever, de stichting Fundacion Lotto pa Deporte (FLPD). [Eiser] stelt dat deze beweringen onjuist zijn en zijn eer en goede naam aantasten. Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft de vordering van [eiser] afgewezen, oordelend dat hoewel de artikelen niet volledig juist zijn, de onjuistheden niet zodanig zijn dat ze onrechtmatig zijn. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de basis van de artikelen klopt, aangezien de arbeidsovereenkomst van [eiser] met FLPD is ontbonden op basis van een rapport van het accountantskantoor Ernst & Young, waarin ernstige tekortkomingen in zijn handelen zijn vastgesteld. De vordering tot rectificatie is afgewezen, en [eiser] is veroordeeld in de proceskosten van Headlines Group.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 12 juni 2024
Behorend bij AUA202401500 KG
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[Eiser]
te Aruba,
eiser, hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: de advocaten mrs. A.A. Ruiz en E.A. Suarez Chirinos,
tegen:
TERA NEWS H.O.D.N. HEADLINES GROUP,
te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: Headlines Group,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen op 8 mei 2024 met producties 1 t/m 3;
- de akte houdende eiswijziging van [eiser], ingekomen op 23 mei 2024;
- de producties 5 t/m 17 van [eiser], ingekomen op 24 mei 2024;
- de proucties 1 /m 4 van Headlines Group, ingekomen op 24 mei 2024;
- de akte houdende eiswijziging van [eiser], overgelegd tijdens de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van [eiser];
- de pleitnota van Headlines Group.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 27 mei 2024. Daarop zijn namens [eiser] verschenen mrs. A.A. Ruiz en M.R.M. Reinkemeyer. Namens Headlines Group is verschenen haar directeur de heer [betrokkene 1] en de heer [betrokkene 2], bijgestaan door mr. D.G. Kock.
1.3
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis wordt gewezen.

2.DE ZAAK IN HET KORT

2.1
Headlines Group heeft op haar website 24ora.com artikelen geplaatst over [eiser], die nu Minister is van Onderwijs en Sport. In die artikelen staat (samengevat) dat in drie instanties is vastgesteld dat [eiser] door zijn voormalig werkgever terecht is ontslagen, omdat hij zichzelf en zijn familie zou hebben verrijkt met geld van zijn werkgever. [Eiser] stelt zich op het standpunt dat die medelingen niet kloppen en wil dat op 24ora een rectificatie wordt geplaatst. Het Gerecht wijst de vordering van [eiser] af, omdat de mededelingen weliswaar juridisch niet helemaal kloppen, maar niet zodanig onjuist zijn dat ze onrechtmatig zijn.

3.DE VASTSTAANDE FEITEN

3.1 [
Eiser] is sinds september 2021 Minister van Onderwijs en Sport. Headlines Group is (onder meer) de exploitant van de website 24ora.com.
het dienstverband tussen [eiser] en de stichting Fundacion Lotto pa Deporte
3.2
Vanaf 1 april 2009 was [eiser] in dienst van de stichting Fundacion Lotto pa Deporte (hierna: FLPD) als algemeen directeur. In de jaren daarvoor was [eiser] vicevoorzitter en voorzitter van het bestuur van FLPD.
3.3
In januari 2010 heeft FLPD [eiser] op non-actief gesteld en het accountantskantoor Ernst & Young (hierna: E&Y) gevraagd een onderzoek in te stellen naar het gevoerde directiebeleid in de periode 2008 en 2009. E&Y heeft in juni 2010 een rapport opgeleverd. In dit rapport staat (zeer verkort weergegeven) dat in de onderzoeksperiode namens FLPD geldleningovereenkomsten zijn afgesloten zonder voorafgaande goedkeuring van het bestuur, dat Afl. 5.000.000 is betaald aan (bedrijven van) de broer van [eiser], dat door [eiser] bedragen zijn betaald boven het bedrag waarvoor hij was geautoriseerd, dat personeel is aangenomen zonder dat vacatures bestonden, dat reis- en verblijfskosten zijn betaald terwijl ook daggeldvergoedingen werden uitbetaald en dat grote bedragen uit de “petty cash” zijn gehaald zonder dat deze onttrekkingen met stukken werden onderbouwd.
3.4
Op verzoek van FLPD heeft het Gerecht de arbeidsovereenkomst tussen FLPD en [eiser] bij beschikking van 14 september 2010 ontbonden wegens een uitgestelde dringende reden, zonder toekenning van een vergoeding aan [eiser]. Het Gerecht heeft daarbij overwogen dat uit het rapport van E&Y blijkt dat
“[Eiser] en/of derden op onrechtmatige wijze gelden van Lotto hebben verkregen. (...) Op grond van het accountantsonderzoek doemt een beeld op van een functionaris die zozeer de organisatie als zijn eigen bezit is gaan beschouwen dat hij daardoor het onderscheid tussen mijn en dijn is kwijtgeraakt.”
3.5 [
Eiser] heeft het Gerecht verzocht om herroeping van deze beschikking, omdat FLPD in de ontbindingsprocedure bewust stukken zou hebben achtergehouden en vervalste stukken zou hebben overgelegd. Bij beschikking van 22 juli 2011 is het verzoek van [eiser] afgewezen.
3.6
Het cassatieberoep dat [eiser] tegen de herroepingsbeschikking van 22 juli 2011 heeft ingesteld, is op 30 november 2012 verworpen.
de procedure tussen [eiser] en E&Y
3.7
Vervolgens is [eiser] een procedure begonnen tegen E&Y. In deze procedure heeft [eiser] zich op het standpunt gesteld dat het rapport van E&Y onzorgvuldig tot stand is gekomen. Het Gemeenschappelijk Hof heeft in een vonnis van 16 januari 2018 geoordeeld dat [eiser] daarin in zoverre gelijk heeft, dat E&Y [eiser] onvoldoende gelegenheid voor wederhoor heeft geboden. Daarnaast bevat het rapport een paar onjuistheden en onduidelijkheden. Door die combinatie van factoren is volgens het Gemeenschappelijk Hof mogelijk een negatiever beeld van [eiser] ontstaan dan gerechtvaardigd wordt door de feiten, en daarmee heeft E&Y onrechtmatig gehandeld jegens [eiser].
3.8
E&Y heeft cassatieberoep ingesteld tegen het vonnis van het Gemeenschappelijk Hof. De Hoge Raad heeft dit beroep op 17 mei 2019 verworpen.
3.9
Op dit moment is bij het Gerecht een zogenoemde schadestaatprocedure aanhangig, waarin [eiser] schadevergoeding vordert van E&Y. In die procedure heeft het Gerecht bij vonnis van 26 april 2023 overwogen dat, om te beoordelen of [eiser] schade heeft geleden door het onrechtmatig handelen van E&Y, relevant is tot welke conclusies E&Y zou zijn gekomen als zij wel de vereiste zorgvuldigheid in acht zou hebben genomen. Om die vraag te beantwoorden heeft het Gerecht op 21 juni 2023 een deskundige benoemd.
de publicaties op 24ora
3.1
Op 22 april 2024 is op de website 24ora.com een artikel geplaatst over [eiser]. In het artikel staan de volgende passages:
“Como tal, e nunca a haya un sentencia penal, sino civil, den cual hues na Aruba, den apelacion y den casacion a haya cu ta legalmente proba cy el a enrikese su mes y su famia cu placa di Fundacion Lotto pa Deporte”
en
“Cu esey e fundacion a pidi corte pa desolve e contract laboral cu [eiser] y den sentencia di dia 14 di september 2010, hues a duna e fundacion rason pa kit’e “wegens gewichtige redenen bestaande uit een uitgestelde dringende reden”. [Eiser] a apela y dia 22 di juli 2011 corte a nenga su apelacion. E no a keda contento y a bay den casacion y dia 30 di November 2012, Hoge Raad a subraya e sentencia di Corte Comun di Caribe Hulandes y a duna Fundacion Lotto pa Deporte rason pa kit’e fo’i trabou”.
3.11
Op 14 en 26 mei 2024 zijn op de website 24ora opnieuw artikelen geplaatst over [eiser]. Ook daarin staat de hierboven geciteerde passage opgenomen.
3.12
Bij brief van 25 april 2024 heeft [eiser] Headlines Group gesommeerd een rectificatie te plaatsen op de website 24ora.com. Dit heeft Headlines Group niet voldaan.

4.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

4.1 [
Eiser] vordert dat het Gerecht bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. Headlines Group veroordeelt tot het plaatsen van de volgende rectificatie op de Facebook-pagina en op de website 24Ora.com:
RECTIFICACION
HEADLINES GROUP TA RECTIFICA PONENCIANAN INCORECTO CONTRA SU EXCELLENCIA SEÑOR [EISER]
Den publicacion nan di 24ora di 22 di april 2024, 14 di mei 2024 y 26 di mei 2024 comparti riba e website 24ora.com, 24ora a publica cu Su Excelencia, Sr. [eiser] a haya un sentencia civil den cual hues na Aruba, den apelación y den casación a haya c uta legalmente proba cu el a enrikese su mes y su famia cu placa di Fundacion Lotto pa Deporte y cu dia 30 di november 2012 Hoge Raad a subraya e sentencia di Corte Común di Caribe Hulandes y a duna Fundacion Lotto pa Deporte razón pa kit’e fo’i trabou. Pa medio di esaki 24ora ta declara cu e acusacion nan ofensivo aki no ta correcto, cu 24ora no tin ningun prueba pa substancia e expresión nan aki y como tal 24Ora ta rectifica esaki.”
althans een door het Gerecht te bepalen rectificatie van ongeveer dezelfde inhoud en strekking;
b. een en ander op straffe van een dwangsom van Afl. 10.000,- per dag of gedeelte daarvan, dat Headlines Group in gebreke blijft aan de veroordeling te voldoen;
c. althans een beslissing te nemen die het Gerecht in goede justitie geraden voorkomt;
d. met veroordeling van Headlines Group in de kosten van dit geding.
4.2
Volgens [eiser] zijn de uitlatingen op 24ora.com onjuist en tasten de mededelingen zijn eer en goede naam aan. Daarom zijn de artikelen volgens [eiser] onrechtmatig tegenover hem.
4.3
Headlines Group voert gemotiveerd verweer. Volgens haar zijn de mededelingen inhoudelijk juist, omdat het Gerecht – op basis van de rapportage van E&Y, waaruit blijkt dat [eiser] zichzelf en zijn broer heeft verrijkt ten koste van FLPD – de arbeidsovereenkomst tussen [eiser] en FLPD heeft ontbonden. Deze uitspraak is in stand gebleven na een verzoek om herroeping en een cassatieberoep in de herroepingsprocedure.
4.4
Het Gerecht zal hierna, waar nodig, nader op de standpunten van partijen ingaan.

5.DE BEOORDELING

5.1 [
Eiser] vordert rectificatie van de uitlatingen die op 22 april, 14 mei en 26 mei 2024 zijn gedaan op de website 24ora.
Toetsingskader onrechtmatige uitlating
5.2
De vraag die moet worden beantwoord is of de uitlatingen op 24ora onrechtmatig zijn jegens [eiser] in de zin van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW). In deze zaak is sprake van twee botsende rechten: het recht op de vrijheid van meningsuiting van (de medewerkers van) Headlines Group en het recht op bescherming van de reputatie van [eiser] . Het eerste recht wordt beschermd door atikel I.12 van de Staatsregeling van Aruba en artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) dat betrekking heeft op de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken. Het recht op bescherming van de eer en goede naam en reputatie wordt beschermd door artikel I.16 van de Staatsregeling van Aruba artikel 8 EVRM.
5.3
Het is niet zo dat een van de twee rechten in het algemeen zwaarder weegt dan het andere. De vraag welk recht in een concreet geval zwaarder weegt (en dus of al dan niet sprake is van een onrechtmatige daad in de zin van artikel 6:162 BW), moet worden gevonden door een afweging van de omstandigheden van het geval. In uitspraken van het EHRM en van de Hoge Raad zijn voor deze afweging gezichtspunten ontwikkeld, waaronder de volgende:
i.
Dragen de uitlatingen bij aan een debat over zaken van algemeen belang?
Van groot gewicht is of de uitlatingen bijdragen aan een debat over zaken van publiek belang. Is dat het geval, dan komt veel ruimte en gewicht toe aan de vrijheid van meningsuiting en moeten er zwaarwegende redenen zijn om die te beperken. Dit omdat een open en kritisch publiek debat wezenlijk is voor een democratische samenleving.
Wie doet de uitlatingen?
In dit geval gaat het om uitlatingen van de pers. In het kader van de vrijheid van meningsuiting komt aan de pers bijzondere betekenis toe. De pers heeft een belangrijke maatschappelijke functie, met name als publieke waakhond die zaken blootlegt, en kan voorzien in het recht van het publiek om (kritische) informatie te ontvangen. Wat betreft de wijze waarop de pers daarbij te werk gaat geldt de journalistieke vrijheid als belangrijk uitgangspunt. Dat betekent onder meer dat niet alleen een objectieve en ingetogen wijze van verslaglegging wordt beschermd, maar dat ook een bepaalde mate van overdrijving of zelfs provocatie is toegestaan. Daarbij dient echter wel de journalistieke zorgvuldigheid in acht te worden genomen: journalisten moeten voor een accurate en betrouwbare berichtgeving zorgen, in het bijzonder wanneer beschuldigingen worden geuit, met in achtneming van de journalistieke ethiek. Dat geldt eens te meer bij serieuze berichtgeving door – bijvoorbeeld – een onderzoeksjournalist, omdat het publiek in zo’n geval mag aannemen dat de uitlatingen deugdelijk onderzocht en juist zijn.
Vinden de uitlatingen voldoende steun in het beschikbare feitenmateriaal?
Van belang is of de gedane uitlatingen voldoende steun vinden in het feitenmateriaal waarover men op het moment van de uitlatingen beschikte of kon beschikken. Wel geldt dat ook later gebleken feiten die de juistheid van de uitingen ondersteunen, alsnog - achteraf - een rechtvaardiging voor die publicatie kunnen vormen, ook al was de feitelijke basis aanvankelijk te mager. Andersom maken later gebleken feiten die de juistheid van het gepubliceerde weerspreken, die publicatie niet achteraf onrechtmatig wanneer feiten die beschikbaar waren op het moment van de publicatie, die publicatie op dat moment wel rechtvaardigden. Bij de beoordeling of sprake is van voldoende steun in het feitenmateriaal, kan van belang zijn of een uitlating moet worden beschouwd als een waardeoordeel of een feitelijk bericht. Bij feitelijke berichtgeving speelt de vraag of steun kan worden gevonden in de feiten een grotere rol, terwijl dat bij waardeoordelen niet of veel minder aan de orde is.
Over wie gaan de uitlatingen?
Van belang is wat de hoedanigheid en maatschappelijke positie is van de persoon op wie de uitlatingen betrekking heeft. Zo dienen grote ondernemingen, of bekende personen als [eiser], in het algemeen meer kritisch commentaar op hun handelen te dulden dan anderen.
Hoe groot is het publiek dat met de uitlatingen wordt bereikt?
Een groter bereik van een uitlating leidt eerder tot onrechtmatigheid dan wanneer dezelfde uitlating slechts een beperkte kring van personen bereikt.
Hoe groot zijn de te verwachten gevolgen voor degene over wie de uitlating gaat?
Als de gevolgen groot zijn, zal een uitlating eerder onrechtmatig zijn dan als de uitlatingen geen noemenswaardig effect hebben.
Inhoudelijke beoordeling
5.4
Tijdens de mondelinge behandeling is namens [eiser] duidelijk gemaakt dat hij met name bezwaar heeft tegen de mededelingen
i. dat het Hof en de Hoge Raad in civiele zaken hebben uitgemaakt dat [eiser] zichzelf en zijn familie heeft verrijkt met gelden van FLPD
(“Como tal, e nunca a haya un sentencia penal, sino civil, den cual hues na Aruba, den apelacion y den casacion a haya cu ta legalmente proba cy el a enrikese su mes y su famia cu placa di Fundaction Lotto pa Deporte”)
en
ii. dat de Hoge Raad op 30 november 2012 het arrest van het Hof van 22 juli 2011 heeft bevestigd, waarbij de Hoge Raad heeft geoordeeld dat FLPD [eiser] terecht heeft ontslagen
(“[Eiser] a apela y dia 22 di juli 2011 corte a nenga su apelacion. E no a keda contento y a bay den casacion y dia 30 di November 2012, Hoge Raad a subraya e sentencia di Corte Comun di Cariba Hulandes y a duna Fundacion Lotto pa Deporte rason pa kit’e fo’i trabou”).
5.5 [
Eiser] stelt zich daarbij op het standpunt dat er geen uitspraak in hoger beroep of cassatie is, waarin is uitgemaakt dat [eiser] zichzelf en zijn familie heeft verrijkt met geld van FLPD. Ook is er volgens [eiser] geen rechterlijke uitspraak in hoger beroep van 22 juli 2011 en een uitspaak in cassatie van 30 november 2012, waarin is uitgemaakt dat FLPD [eiser] terecht heeft ontslagen.
5.6
Dat is op zichzelf juist. In de beschikking van 14 september 2010 heeft het Gerecht de arbeidsovereenkomst van [eiser] met FLPD ontbonden. Daarbij heeft het Gerecht zich gebaseerd op het rapport van E&Y, waarin – onder andere – staat dat [eiser] zichzelf en zijn broer heeft verrijkt ten koste van FLPD. Uitgaande van de juistheid van dat rapport, heeft het Gerecht geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst niet in stand kon blijven en dat [eiser] geen recht had op een ontbindingsvergoeding. Tegen deze beschikking kon geen hoger beroep worden ingesteld. Wel heeft [eiser] de herroeping van deze uitspraak verzocht. Dit verzoek is door het Gerecht (op 22 juli 2011) en door de Hoge Raad (op 30 november 2012) afgewezen. [Eiser] heeft gelijk als hij stelt dat het Gemeenschappelijk Hof en de Hoge Raad niets hebben gezegd over zelfverrijking door [eiser]: het Gemeenschappelijk Hof heeft zich überhaupt niet hoeven buigen over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst, terwijl het cassatieberoep van [eiser] betrekking had op het verzoek om herroeping. Dat betekent dus dat het Gemeenschappelijk Hof en de Hoge Raad niet hebben geoordeeld (i) dat [eiser] zichzelf en zijn familie heeft verrijkt en ook niet (ii) dat FLPD [eiser] terecht heeft ontslagen.
5.7
Dat betekent niet dat de uitlatingen op 24ora onrechtmatig zijn. Feit is en blijft dat de beslissing van het Gerecht van 14 september 2010, waarin is geoordeeld dat FLPD een uitgestelde dringende reden had om [eiser] te ontslaan, ook na een herzieningsprocedure bij het Gerecht en de Hoge Raad in stand is gebleven. Dat in de artikelen op 24ora de herzieningsprocedure bij het Gerecht ten onrechte wordt aangeduid als een hoger beroep, maakt de artikelen niet onrechtmatig. Datzelfde geldt voor het feit dat de Hoge Raad zich – anders dan in de artikelen wordt gesuggereerd – niet inhoudelijk heeft uitgelaten over de redenen voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [eiser]. Voor een jurist is het, na lezing van alle uitspraken die in de ontslagprocedure zijn gedaan, duidelijk dat het Gemeenschappelijk Hof en de Hoge Raad geen dan wel geen inhoudelijk oordeel hebben gegeven over zelfverrijking door [eiser] en over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Van een niet juridisch geschoolde journalist kan dat echter naar het oordeel van het Gerecht niet worden verwacht.
5.8
Hoewel de berichten dus juridisch niet helemaal juist zijn, zijn deze niet zodanig onwaar dat ze onrechtmatig zijn.
5.9
Namens [eiser] is op de zitting ook benadrukt dat het Gemeenschappelijk Hof en de Hoge Raad hebben vastgesteld dat het rapport van E&Y niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. [Eiser] verwijt Headlines Group ook – zo begrijpt het Gerecht althans – dat in de artikelen op 24ora wel wordt verwezen naar de bevindingen van E&Y, maar dat daarbij niet wordt gemeld dat het rapport van E&Y onrechtmatig is bevonden. Naar het oordeel van het Gerecht maakt ook dit de artikelen niet onrechtmatig. Vooralsnog is het enige vaststaande feit dat het Gerecht de arbeidsovereenkomst tussen [eiser] en FLPD heeft ontbonden op basis van de bevindingen van E&Y. Of en in hoeverre die bevindingen onjuist zijn, is nog onduidelijk. Dat zal moeten blijken uit het deskundigenonderzoek dat op dit moment wordt uitgevoerd in de procedure tussen [eiser] en E&Y. Gelet op die onzekerheid maakt het feit dat in de artikelen niet wordt gemeld dat de juistheid van de bevindingen van E&Y nog ter discussie staat, niet onrechtmatig.
5.1
Hoewel juridische werkelijkheid dus wat genuanceerder is dan in de artikelen wordt gesuggereerd, zijn de uitlatingen op 24ora niet zodanig onwaar dat deze onrechtmatig zijn. De basis van de berichtgeving berust op een oordeel van het Gerecht, dat in stand is gebleven. De vordering van [eiser] tot rectificatie van deze uitlatingen wordt daarom afgewezen.
De proceskosten
5.1
Omdat [eiser] in het ongelijk wordt gesteld, zal hij worden veroordeeld in de proceskosten van Headlines Group.

6.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt [eiser] in de kosten van de procedure, die tot de datum van deze uitspraak aan de kant van Headlines Group worden begroot op Afl. 1.500,- aan salaris van de gemachtigde en verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Brandt, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 12 juni 2024 in aanwezigheid van de griffier.