ECLI:NL:OGEAA:2024:14

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
31 januari 2024
Publicatiedatum
14 februari 2024
Zaaknummer
AUA202304408 KG
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot opschorting ontruiming van een woning in verband met erfpachtrecht

In deze zaak, die voorligt bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. G. de Hoogd, een kort geding aangespannen tegen gedaagden, waaronder een naamloze vennootschap en een curator, met als doel de ontruiming van een woning te laten opschorten. Eiser stelt dat het recht van erfpacht op het perceel, dat op 17 april 2023 zou zijn verlopen, is blijven doorlopen en dat er een verlenging van het erfpachtrecht is gerealiseerd. De curator heeft op 15 september 2023 een aanvraag tot verlenging ingediend, en op 1 december 2023 is een notariële akte van verlenging opgemaakt. Eiser betoogt dat het nieuwe erfpachtrecht niet is overgedragen aan gedaagden tijdens de veiling op 24 november 2023, en dat de ontruiming onrechtmatig is.

De gedaagden, vertegenwoordigd door mr. D.G. Illes, hebben verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de vordering. De rechter heeft vastgesteld dat het erfpachtrecht op naam van eiser stond en dat dit op 17 april 2023 is verstreken. Echter, volgens artikel 5:98 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba blijft het erfpachtrecht doorlopen als de erfpachter de zaak niet ontruimt en de eigenaar niet tijdig aangeeft dat het recht is geëindigd. De rechter concludeert dat er voldoende bewijs is dat het erfpachtrecht is blijven doorlopen en dat de vordering van eiser niet toewijsbaar is. Eiser wordt veroordeeld in de kosten van de procedure.

Het vonnis is uitgesproken op 31 januari 2024 door mr. J. Brandt, rechter, en is openbaar gemaakt in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 31 januari 2024
Behorend bij AUA202304408 KG
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[Naam eiser],
te Aruba,
eiser, hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. G. de Hoogd,
tegen:

1.[Naam gedaagde 1],

2. de naamloze vennootschap [Naam N.V.],

te Aruba,
hierna gezamenlijk te noemen: [gedaagde] c.s.,
gemachtigde: mr. D.G. Illes,

3. [Naam curator], in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [eiser],

te Aruba,
hierna te noemen: de curator,
gedaagden.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties 1 t/m 5, ingediend ter griffie op 21 december 2024;
- de pleitnota van [eiser];
- de pleitnota van [gedaagde] c.s.;
- de pleitnota van de curator;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 18 januari 2024, waarop
zijn overgelegd:
- de brief van de curator van 16 januari 2024 met producties 1 t/m 3;
- de brief van [eiser] van 17 januari 2024 met producties 6 t/m 9;
- de brief van [gedaagde] c.s. van 17 januari 2024 met één productie.
1.2
Ter zitting is [eiser] via een digitale verbinding verschenen, bijgestaan door
mrs. G. de Hoogd en D.M. Canwood. Namens [gedaagde] c.s. is verschenen
mr. D.G. Illes. De curator is in persoon verschenen.
1.3
Hierna is vonnis bepaald op vandaag.

2.DE FEITEN

2.1 [
eiser] is op 12 oktober 2021 in staat van faillissement verklaard met benoeming van de curator als zodanig.
2.2
Tot de boedel behoorde een recht van erfpacht op een perceel grond, gelegen te [plaats], met de daarop staande woning, plaatselijk bekend als “[adres]” (hierna: het perceel/de woning).
2.3
Op 15 september 2023 heeft de curator namens [eiser] een aanvraag ingediend tot verlenging van het erfpachtrecht met betrekking tot het perceel/de woning.
2.4
Het perceel/de woning is op 24 november 2023 geveild en aan [gedaagde] c.s. gegund.
2.5
Op 1 december 2023 is een notariële akte verlenging erfpachtrecht met betrekking tot het perceel/de woning opgemaakt.
2.6
Op 8 december 2023 is een notariële akte van gunning en kwijting met betrekking tot het perceel/de woning opgemaakt. Daarin is het volgende opgenomen:

E. INZET- EN AFSLAGVEILING
Op vierentwintig november tweeduizend drieëntwintig heeft de inzet- en afslagveiling plaatsgevonden, waarvan een proces-verbaal is opgemaakt door mij, notaris, op diezelfde dag. Op de veiling heb ik, notaris expliciet melding gemaakt van het feit dat het op de veiling geboden recht van erfpacht is verstreken op zeventien april tweeduizend drieëntwintig, en dat er inmiddels een getekende overeenkomst tot verlenging van erfpacht met zestig jaar bestaat voor de periode na zeventien april tweeduizend drieëntwintig. De erfpachter heeft de zaak niet op dat tijdstip ontruimd, noch heeft Land Aruba het erfpachtrecht opgezegd conform het bepaalde in artikel 5:98 Burgerlijk Wetboek van Aruba, zodat het erfpachtrecht niet is geëindigd. Het recht van erfpacht is bij akte van erfpachtverlenging op één december tweeduizend drieëntwintig voor mij, notaris, verleden, verlengd tot vier december tweeduizend drieëntachtig.”
2.7
Bij deurwaardersexploot van 16 december 2023 is een grosse van de akte van gunning van 8 december 2023 aan [eiser] betekend en is [eiser] aangezegd het perceel/de woning binnen drie dagen te ontruimen.

3.HET GESCHIL

3.1 [
eiser] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] c.s. te veroordelen de ontruiming van de woning voor onbepaalde tijd te doen opschorten, zulks op verbeurte van een dwangsom, en voorts om de curator te veroordelen om die veroordelingen te gehengen en te gedogen, met veroordeling van [gedaagde] c.s. in de kosten van het geding.
3.2 [
eiser] legt aan de vordering ten grondslag, samengevat, dat het recht van erfpacht met betrekking tot het perceel/de woning op 17 april 2023 is verlopen. Met de verlenging van het erfpachtrecht is een nieuw erfpachtrecht ontstaan. Niet is gebleken dat dit nieuwe recht onderdeel heeft uitgemaakt van het object van de veiling van 24 november 2023, zodat dit niet aan [gedaagde] c.s. is overgedragen. Het nieuwe erfpachtrecht is in de boedel gevallen. [gedaagde] c.s. handelen dan ook onrechtmatig door de ontruiming van het perceel/de woning aan te zeggen.
3.3
Gedaagden hebben gemotiveerd verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [eiser] in de kosten van het geding.
3.4
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de uitspraak van belang, nader worden ingegaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het spoedeisend belang van [eiser] bij zijn vordering volgt uit de aard van die vordering en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen.
4.2
In deze procedure moet aan de hand van de door partijen gepresenteerde feiten, zonder nader onderzoek, de vraag worden beantwoord of de vordering van [eiser] in een eventuele bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat vooruitlopend daarop toewijzing van de gevraagde voorziening gerechtvaardigd is.
4.3
Vast staat dat het recht van erfpacht met betrekking tot het perceel/de woning op naam van [eiser] stond en dat dit op 17 april 2023 is verstreken.
4.4
In artikel 5:98 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA) is bepaald dat wanneer de tijd waarvoor de erfpacht is gevestigd, is verstreken en de erfpachter de zaak niet op dat tijdstip heeft ontruimd, de erfpacht blijft doorlopen, tenzij de eigenaar uiterlijk zes maanden na dat tijdstip doet blijken dat hij haar als geëindigd beschouwt. De eigenaar en de erfpachter kunnen de verlengde erfpacht opzeggen op de wijze en met inachtneming van de termijn, vermeld in artikel 5:88 BWA.
4.5
Niet is gesteld of gebleken dat zich in dit geval een situatie heeft voorgedaan zoals bedoeld in artikel 5:98 BWA, waarbij [eiser] het perceel/de woning heeft ontruimd ofwel de eigenaar, Land Aruba, uiterlijk zes maanden na 17 april 2023 heeft doen blijken dat zij de erfpacht als geëindigd beschouwt. Dit blijkt ook uit de hiervoor onder 2.6 weergegeven akte van gunning en kwijting van 8 december 2023. Daarin is opgenomen dat de notaris op de veiling van 24 november 2023 expliciet heeft gemeld
i. dat het op de veiling geboden recht van erfpacht op 17 april 2023 was verstreken;
ii. dat er op het moment van veiling inmiddels een getekende overeenkomst tot verlenging van erfpacht met zestig jaar was voor de periode na 17 april 2023;
ii. dat de erfpachter de zaak niet op 17 april 2023 heeft ontruimd;
iii. dat het Land Aruba het erfpachtrecht niet conform het bepaalde in artikel 5:98 BWA heeft opgezegd;
iv. dat het erfpachtrecht dus niet is geëindigd; en
v. dat het recht van erfpacht vervolgens bij akte van 1 december 2023 is verlengd.
4.6
Gezien het voorgaande is vooralsnog voldoende gebleken dat het erfpachtrecht met betrekking tot het perceel/de woning is blijven doorlopen, dat er op dat moment dus wel degelijk een erfpachtrecht was dat kon worden geveild, en dat het erfpachtrecht vervolgens op 1 december 2023 formeel is verlengd. In dat licht bezien is onvoldoende aannemelijk dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat aan [gedaagde] c.s. een vervallen erfpachtrecht is overgedragen en dat [gedaagde] c.s. dus niet tot ontruiming van het perceel/de woning mogen overgaan.
4.7
Gelet hierop kan in het midden blijven of [eiser] voldoende belang heeft bij zijn vordering, gelet op het feit dat hij al langdurig in Nederland verblijft en ook voordien stond ingeschreven op een ander adres in Aruba.
4.8
De conclusie is dat de vordering van [eiser] niet toewijsbaar is.
4.9 [
eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure gevallen aan de zijde van [gedaagde] c.s.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
- wijst de vordering af;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van de procedure, gevallen aan de zijde van [gedaagde] c.s. begroot op Afl. 1.500,-- aan salaris van de gemachtigde;
- verklaart de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Brandt, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 31 januari 2024 in aanwezigheid van de griffier.