Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE FEITEN
maintenance”, tegen een loon van Afl. 2.460,- per maand.
Op 1 oktober, omstreeks 24:00 uur, bent u de heer [bestuurslid] tegengekomen bij Dreamhouse Bar and Restaurant. De heer [bestuurslid] bekleedt de positie van bestuurslid bij Stichting Fundacion Facilidadnan Deportivo waarin u werkzaam bent als medewerker.
3.HET GESCHIL
4.DE BEOORDELING
Dreamhouse Bar and Restaurant(hierna: de bar). De confrontatie bestaat uit twee delen. Het eerste deel is het moment waarop [verzoeker] [bestuurslid], die toen de leidinggevende van [verzoeker] was, benadert en hem uitscheldt en hij op agressieve wijze een kruk pakt om [bestuurslid] daarmee te slaan. [Verzoeker] roept hierbij tegen [bestuurslid] dat hij moet uitkijken, omdat hij hem anders wat doet. Ter onderbouwing van dit één en ander heeft FFD de getuigenverklaring van mevrouw [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]) in de procedure gebracht. Het tweede deel betreft het moment waarop [verzoeker] [bestuurslid] verhindert de bar te verlaten door voor hem te gaan staan en daarbij [bestuurslid] beledigt, bedreigt en uitscheldt met gebruikmaking van de woorden: “
Yiu di puta, desgraciado, sin berguensa, mi ta matabo. Bo tin cuater pension y ta keda bin traha, bai bo fucking cas.” [Verzoeker] spuugt hierna in het gezicht van [bestuurslid]. Ter onderbouwing van die stelling heeft FFD een politierapport van de confrontatie en de getuigenverklaringen van de heer [betrokkene 2] (hierna: [betrokkene 2]) en de heer [betrokkene 3] (hierna: [betrokkene 3]) in de procedure gebracht. In het licht van het voorgaande heeft FFD nog verder aangevoerd dat de confrontatie van 1 oktober 2023 niet op zich staat, maar dat die gezien moet worden als het voortzetten van een discussie tussen [verzoeker] en [bestuurslid] die op 7 september 2023 heeft plaatsgevonden, waarbij [verzoeker] [bestuurslid] tijdens een werkvergadering heeft beledigd en bedreigd, en [verzoeker] in de richting van [bestuurslid] met zijn wijsvinger een keel doorsnijdend gebaar heeft gemaakt. FFD stelt zich dan ook op het standpunt dat het gedrag van [verzoeker] duidelijk een uiting is van zijn onvrede met betrekking tot de volgens hem verkeerde gang van zaken op werkvloer van FFD. Sprake is daarom van werkgerelateerd gedrag zijdens [verzoeker] dat FFD niet hoeft te dulden, aldus telkens FFD.
Je bent schaamteloos. Je beschikt over vier pensioenregelingen en dan nog blijf je werken, hou op met werken en ga naar huis.”. Die door [verzoeker] geuite woorden houden direct verband met het werk en kunnen niet anders gezien worden dan een voortzetting van de - niet door [verzoeker] betwiste - tussen partijen ontstane discussie tijdens voormelde werkvergadering op 7 september 2023. Gelet op de door [bestuurslid] geuite woorden is het Gerecht van oordeel dat de confrontatie die op 1 oktober 2023 in de bar heeft plaatsgevonden tussen [verzoeker] en [bestuurslid] (hierna: de confrontatie of het incident) werk gerelateerd is en derhalve binnen de werksfeer van partijen valt, waardoor getoetst kan worden of de gedragingen van [verzoeker] een dringende reden opleveren voor een ontslag op staande voet. [Verzoeker] heeft verder gesteld dat zijn gedragingen niet tot een ontslag op staande voet kunnen leiden, omdat zijn handelingen tijdens het incident niet gericht waren tegen een leidinggevende dan wel iemand met een representatieve functie binnen de FFD. Naar het oordeel van het Gerecht kan in het midden blijven of dit wel of niet het geval is, omdat vast staat dat [bestuurslid] in elk geval bestuurslid is van FFD (en ook was ten tijde van het incident) en niet door de beugel gaande werkgerelateerde gedragingen van een werknemer van FFD jegens een bestuurslid van FFD een dringende reden voor ontslag kunnen opleveren.
mariko bo ta” (vrij vertaald: je bent een homoseksueel) tegen [verzoeker] heeft geroepen. Zelfs als het Gerecht veronderstellenderwijs de juistheid aanneemt van de door FFD bestreden stelling, dat [bestuurslid] toen die woorden heeft gebezigd jegens [verzoeker], levert dat geen rechtvaardiging op voor [verzoeker] om [bestuurslid] in zijn gezicht te spugen zoals hij heeft gedaan. Het hier besproken verweer van [verzoeker] wordt daarom verworpen.
one-tierbestuur constructie kent en dat iedereen bij elkaar geroepen moest worden om het incident te bespreken, alvorens dienaangaande een beslissing genomen kon worden. Dit is, na kennisname van de confrontatie (die overigens op een zondag heeft plaatsgevonden), op zo kort mogelijke termijn gebeurd. [Verzoeker] is daarna uitgenodigd voor een gesprek op 4 oktober 2023, teneinde hem (in het kader van hoor en wederhoor) in de gelegenheid te stellen zijn kant van het verhaal te vertellen. Nadat [verzoeker] op 4 oktober 2023 niet is komen opdagen voor het gesprek, is hij op 5 oktober 2023 op staande voet ontslagen. Het hele proces vanaf de dag van de confrontatie tot aan het ontslag heeft maar vijf dagen geduurd. Gelet op de hiervoor omschreven gang van zaken is het Gerecht van oordeel dat FFD voldoende voortvarend heeft gehandeld en de dringende reden voldoende onverwijld aan [verzoeker] heeft medegedeeld. Het hier besproken verweer van [verzoeker] wordt eveneens verworpen.