ECLI:NL:OGEAA:2024:125

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 mei 2024
Publicatiedatum
4 juni 2024
Zaaknummer
AUA202401058
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging gezamenlijk gezag over minderjarigen na echtscheiding

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 7 mei 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot beëindiging van het gezamenlijk gezag over twee minderjarigen, geboren uit het huwelijk van de verzoekster en verweerder. De verzoekster, de moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.A.R. Bryson, heeft verzocht om alleen het gezag over de minderjarigen te verkrijgen, omdat de vader, de verweerder, niet is verschenen en geen verweer heeft gevoerd. De minderjarigen zijn geboren in respectievelijk 2008 in Aruba en 2007 in Colombia.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 5 april 2024 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 mei 2024, waarbij de moeder en haar gemachtigde aanwezig waren, werd vastgesteld dat de vader geen contact meer heeft met de minderjarigen en zijn gezag niet uitoefent. De rechter heeft vastgesteld dat de omstandigheden zodanig zijn veranderd dat het niet langer in het belang van de kinderen is om het gezamenlijk gezag te handhaven. De vader heeft geen toestemming gegeven voor belangrijke zaken zoals reizen, wat de moeder heeft belemmerd om met de kinderen op vakantie te gaan.

De rechter heeft op basis van artikel 1:253n van het Burgerlijk Wetboek van Aruba geoordeeld dat het in het belang van de minderjarigen is dat de moeder voortaan alleen het gezag over hen uitoefent. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ondanks eventuele rechtsmiddelen die de vader zou kunnen aanwenden. De uitspraak benadrukt het belang van de stabiliteit en het welzijn van de minderjarigen in deze situatie.

Uitspraak

Beschikking van 7 mei 2024
Behorend bij EJ nr. AUA202401058
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[Verzoekster],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. J.A.R. Bryson,
tegen
[Verweerder],
wonende in Aruba,
VERWEERDER, hierna de vader,
niet verschenen.
Belanghebbenden:
[Belanghebbende 1],geboren op [geboortedatum 1] 2008 in Aruba,
[Belanghebbende 2],geboren op [geboortedatum 2] 2007 in Colombia,
hierna te noemen: de minderjarigen.

1.DE PROCEDURE

1.1
De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift ingediend op 5 april 2024,
  • het verhoor van de minderjarigen op 7 mei 2024,
  • de mondelinge behandeling met gesloten deuren op 7 mei 2024, in aanwezigheid van de moeder in persoon en bijgestaan door haar gemachtigde mr. J.A.R. Bryson en de vertegenwoordiger van de Voogdijraad, mevrouw [vertegenwoordiger]. De vader is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
1.2
De uitspraak is terstond gedaan.

2.DE FEITEN

2.1
Uit het huwelijk tussen partijen zijn geboren:
- [ Belanghebbende 1], op [geboortedatum 1] 2008 in Aruba,
- [ Belanghebbende 2], op [geboortedatum 2] 2007 in Colombia.
Partijen oefenen gezamenlijk het gezag over de minderjarigen uit.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 29 april 2013, behorend bij EJ nr. 764 van 2013 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en is bepaald dat zij gezamenlijk belast blijven met het gezag over de minderjarigen voornoemd.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek van de moeder om voortaan alleen met het gezag over de minderjarigen te worden belast, is gebaseerd op artikel 1:253n van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA). Ingevolge dit artikel kan de rechter op verzoek van de niet met elkaar gehuwde ouders of een van hen het gezamenlijk gezag beëindigen, indien nadien de omstandigheden zijn gewijzigd of bij het nemen van de desbetreffende beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan. Het moet hierbij gaan om een zodanige verandering van de situatie, dat het niet langer in het belang van het kind is de bestaande gezagsuitoefening te handhaven. Alsdan bepaalt de rechter, aan wie van de ouders voortaan het gezag over ieder der minderjarige kinderen toekomt. Beslissend zal zijn wiens gezag over het kind de rechter het meeste in het belang van het kind oordeelt.
3.2
Uit het verzoekschrift en het ter zitting besprokene is het volgende gebleken. De minderjarigen hadden na de echtscheiding nog contact met hun vader maar hij gaf geen invulling aan zijn gezag. Er is nu al lange tijd geen contact tussen de minderjarigen en de vader. Ook de vader en de moeder communiceren niet. Doordat de vader geen contact heeft met de minderjarigen, weet hij niet wat er in hun leven speelt en wat hun belangen zijn. Ook is gebleken dat de vader geen toestemming verleent voor reizen die de minderjarigen willen ondernemen. Daardoor is de moeder al een aantal jaar niet met de minderjarigen op vakantie geweest, en kan [belanghebbende 1] niet naar het buitenland reizen voor competities waaraan zij wil deelnemen.
3.3
De vader heeft geen gebruik gemaakt van de aan hem gegeven mogelijkheid om verweer te voeren. Gelet hierop en aangezien ook de Voogdijraad geen bezwaren daartegen heeft geuit, is het gerecht van oordeel dat het in het belang van de minderjarigen wenselijk is dat het gezag over hen wordt gewijzigd, in die zin dat de moeder voortaan het gezag over de minderjarigen alleen uitoefent.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
beëindigt het gezamenlijk gezag van de ouders, [verweerder], en [verzoekster], over de minderjarigen:
  • [Belanghebbende 1],geboren op [geboortedatum 1] 2008 in Aruba,
  • [Belanghebbende 2],geboren op [geboortedatum] 2007 in Colombia,
bepaalt dat de moeder voortaan alleen het gezag toekomt over de minderjarigen,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Brandt, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 7 mei 2024 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 7 mei 2024
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: EJ nr. AUA202401058
Inhoudsindicatie: EJ. Beëindiging gezamenlijk gezag.
Rechtsgebieden: Civiel; Personen- en familierecht
Rechter: mr. J. Brandt
Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg – enkelvoudig