ECLI:NL:OGEAA:2024:117

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 mei 2024
Publicatiedatum
3 juni 2024
Zaaknummer
AUA202204586 AR
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident over benoeming financieel deskundige en geschil over facturen tussen Romar Trading N.V. en Island Burger Restaurant VBA

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, heeft Romar Trading N.V. (hierna: Romar) een vordering ingesteld tegen Island Burger Restaurant VBA, h.o.d.n. BK Island Restaurant (hierna: Burger King). Romar heeft diensten geleverd aan Burger King en er is een geschil ontstaan over de betaling van facturen. Romar stelt dat zij nog een bedrag van Afl. 873.800,85 van Burger King te vorderen heeft, terwijl Burger King in reconventie een bedrag van Afl. 494.087,77 van Romar vordert. In het incident heeft Burger King verzocht om de benoeming van een financieel deskundige om de juistheid van de facturen en de administratie van beide partijen te controleren. Daarnaast heeft Burger King verzocht om Romar te bevelen de originele Distribution Agreement in het geding te brengen.

Het Gerecht heeft de vordering tot benoeming van een financieel deskundige afgewezen. Het Gerecht oordeelt dat de juridische vraag over de vorderingen van beide partijen eerst beantwoord moet worden voordat een deskundige kan worden benoemd. De benoeming van een deskundige is prematuur, aangezien de discussie tussen partijen nog niet is uitgekristalliseerd. Ook de vordering om de originele Distribution Agreement in het geding te brengen is afgewezen, omdat Romar al een kopie heeft ingediend en het Gerecht geen aanleiding ziet om Romar te dwingen het originele exemplaar te overleggen.

Het Gerecht heeft Burger King, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten van het incident, begroot op Afl. 1.250,- aan salaris van de gemachtigde. De hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond, met een verwijzing naar de rol voor het nemen van een conclusie van antwoord in reconventie door Romar.

Uitspraak

Vonnis van 8 mei 2024
Behorend bij AUA202204586 AR
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN HET INCIDENT
in de zaak van:
ROMAR TRADING N.V.,
te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: Romar,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
ISLAND BURGER RESTAURANT VBA, h.o.d.n. BK ISLAND RESTAURANT,
te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: Burger King,
gemachtigde: de advocaat mr. D. Canwood.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van 14 december 2022 met producties 1 t/m 4;
- de rolbeschikking van 8 november 2023;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, tevens incidentele vordering tot benoeming van een deskundige en overlegging van boeken en bescheiden van 15 november 2023 met producties 1 t/m 42;
- de conclusie van antwoord in het incident van 13 december 2023 met producties A en B;
- de akte uitlating producties in het incident van 7 februari 2024.
1.2
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in het incident.

2.DE ZAAK IN HET KORT

2.1
Romar heeft diensten geleverd aan Burger King. Romar en Burger King hebben afspraken gemaakt over de vergoeding die Burger King voor die diensten zou betalen.
2.2
Tussen partijen is discussie ontstaan over facturen die Romar aan Burger King heeft gestuurd. Romar meent dat zij nog geld van Burger King tegoed heeft, terwijl Burger King betoogt dat Romar haar te veel in rekening heeft gebracht en dat zij daarom een vordering heeft op Romar. Naar aanleiding van die discussie hebben partijen over en weer beslag gelegd.
2.3
In de hoofdzaak vordert Romar veroordeling van Burger King tot betaling van Afl. 873.800,85, vermeerderd met rente en kosten. In reconventie vordert Burger King Afl. 494.087,77 van Romar.

3.DE VORDERING IN HET INCIDENT

3.1
Burger King vordert in het incident:
- een financieel deskundige te benoemen die een “assurance opdracht” krijgt om de juistheid van de facturen van Romar en de administratie van Romar en die van Burger King te controleren en daarbij een oordeel uit te brengen over de vraag welk bedrag partijen aan elkaar verschuldigd zijn;
- Romar te bevelen om de originele Distribution Agreement tussen Romar en Burger King in het geding te brengen.
3.2
Romar heeft verweer gevoerd in het incident.

4.DE BEOORDELING

In het incident
4.1
Burger King vordert dat Romar (op de voet van artikel 141, dan wel de artikelen en 843a en 843b van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) wordt bevolen om een kopie van de originele Distribution Agreement in het geding te brengen. De kopie die Burger King bezit, heeft een vreemde lay out, waardoor Burger King het vermoeden heeft dat daarin is geknipt en geplakt.
4.2
Romar heeft aangevoerd dat beide partijen na ondertekening van de overeenkomst een kopie hebben gekregen en dat zij daarom geen originele kopie in het geding hoeft te brengen. Bovendien heeft Romar het exemplaar dat zij bezit al ingebracht in deze procedure, zodat zij geen andere versie heeft die zij kan overleggen.
4.3
Anders dan Romar suggereert, heeft het Gerecht bij de processtukken van Romar geen originele distribution agreement aangetroffen. In dit stadium van de procedure ziet het Gerecht echter geen aanleiding Romar te dwingen het originele exemplaar van de overeenkomst in het geding te brengen, nog afgezien van de vraag of die overlegging bij wijze van incident kan worden gevorderd. Dat neemt niet weg dat Romar er, gelet op het concrete commentaar van Burger King op de overgelegde kopie, verstandig aan doet dat wel te doen. Als zij dat nalaat en geen tevredenstellende uitleg kan geven op het commentaar van Burger King, loopt zij immers het risico dat het Gerecht daaraan gevolgen verbindt in het nadeel van Romar.
4.4
Ook de gevorderde benoeming van een financieel deskundige wordt afgewezen, en wel om de volgende reden.
4.5
Partijen menen beide dat zij geld van elkaar tegoed hebben. Zij hebben daartoe in deze procedure vorderingen ingesteld. Die vorderingen kunnen alleen worden toegewezen, als partijen hun vorderingen – mede gelet op de betwisting door de ander – voldoende hebben onderbouwd. Dat is allereerst een juridische vraag, die het Gerecht zal moeten beantwoorden. Een financieel deskundige zal daarover niets kunnen zeggen. Ook zal hij, anders dan Burger King kennelijk verwacht, niet kunnen vaststellen welke partij welk bedrag van de ander te vorderen heeft. Een financieel deskundige zal zich hoogstens kunnen uitlaten over de vraag of bepaalde facturen al dan niet corresponderen met de administratie van die partij. Zolang echter de discussie tussen partijen niet is uitgekristalliseerd en niet duidelijk is wat de financieel deskundige precies zal moeten nagaan, is het benoemen van een deskundige prematuur.
4.6
Bij die stand van zaken kan de vraag of de vordering tot het benoemen van een deskundige wel bij wege van incident kan worden ingesteld, onbeantwoord blijven.
4.7
Nu de vordering in het incident wordt afgewezen, zal Burger King (als de in het ongelijk gestelde partij), worden veroordeeld in de proceskosten in het incident. Die kosten worden aan de zijde van Romar begroot op Afl. 1.250,- aan salaris gemachtigde (1 punt x tarief 5).
4.8
Ten overvloede overweegt het Gerecht nog dat het uit de processtukken afleidt dat er tot op heden geen overleg heeft plaatsgevonden tussen partijen over hun verschillen van inzicht. Vanzelfsprekend verdient het aanbeveling dat partijen, in samenspraak met hun eigen financieel adviseurs, proberen om in overleg de vragen die bij de andere partij leven te beantwoorden. Daarnaast is dit niet de eerste procedure tussen partijen. Om die reden moedigt het Gerecht partijen aan om te bezien of zij hun geschillen, al dan niet onder leiding van een mediator, in onderling overleg kunnen oplossen. Zo’n oplossing is waarschijnlijk voor partijen voordeliger dan het voeren van procedures, zeker omdat altijd de mogelijkheid bestaat dat in deze procedure alsnog een (dure) deskundige moet worden benoemd.
In de hoofdzaak
4.9
De hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond. Dit betekent dat de zaak naar de rol zal worden verwezen voor het nemen van een conclusie van antwoord in reconventie / conclusie van repliek in conventie door Romar.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
in het incident
wijst het gevorderde af;
veroordeelt Burger King in de proceskosten van het incident, die tot de datum van uitspraak aan de kant van gedaagden worden begroot op Afl. 1.250,- aan salaris van de gemachtigde, en verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in de hoofdzaak
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 5 juni 2024voor het nemen van een conclusie van antwoord in reconventie / conclusie van repliek in conventie door Romar;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Brandt, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 8 mei 2024 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 8 mei 2024
Instantie: Gerecht in eerste aanleg van Aruba
Zaaknummer: AUA202204586 AR
Inhoudsindicatie: Vonnis in incident. Vordering tot benoeming van financieel deskundige afgewezen.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel