Uitspraak
[gedaagde] ROAD FOUNDATION,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, woonachtig in Venezuela, een vordering ingesteld tegen gedaagde, de ROAD FOUNDATION, een stichting naar Panamees recht. Eiser vordert dat gedaagde een condominium teruglevert en verzoekt om veroordeling in de proceskosten. Gedaagde heeft in het incident aangevoerd dat eiser buiten Aruba woont en dat er geen uitzonderingssituaties zijn die hem vrijstellen van het stellen van zekerheid voor de proceskosten, zoals vermeld in artikel 122 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Eiser heeft zich hierbij neergelegd en refereert zich aan het oordeel van het Gerecht.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat eiser op grond van artikel 122 Rv verplicht is om zekerheid te stellen voor de proceskosten. Aangezien er geen uitzonderingen van toepassing zijn, is de vordering in het incident toegewezen. Het Gerecht heeft bepaald dat eiser een bedrag van Afl. 3.000,- moet stellen als zekerheid, te storten bij de griffie of door middel van een bankgarantie. Indien eiser niet tijdig aan deze verplichting voldoet, kan hij nietontvankelijk worden verklaard in de hoofdzaak. De beslissing over de proceskosten van het incident is aangehouden tot de hoofdzaak wordt beslist. De hoofdzaak zal worden voortgezet nadat de zekerheid is gesteld, met een rolzitting gepland op 29 mei 2024.