ECLI:NL:OGEAA:2024:110

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 mei 2024
Publicatiedatum
1 juni 2024
Zaaknummer
AUA202303837
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake loonsubsidie vastgesteld door de Minister van Economische Zaken

In deze zaak heeft Gresulene N.V. beroep ingesteld tegen een beslissing van de Minister van Economische Zaken, Communicatie en Duurzame Ontwikkeling, inzake de vaststelling van loonsubsidie over verschillende maanden in 2020. De bestreden beslissing, gedateerd op 15 september 2023, verklaarde het bezwaar van appellante gedeeltelijk gegrond, maar handhaafde de vaststelling van loonsubsidie voor enkele maanden. Appellante heeft op 30 oktober 2023 beroep ingesteld, maar dit werd ingediend na de wettelijke termijn van zes weken, die eindigde op 27 oktober 2023. De gemachtigde van appellante voerde aan dat de indiening van het beroepschrift vertraagd was door het opvragen van documenten, maar het gerecht oordeelde dat appellante voldoende tijd had om tijdig beroep in te stellen. De rechter concludeerde dat het beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. De uitspraak werd gedaan door mr. B.J. van Ettekoven op 22 mei 2024, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

Uitspraak

Uitspraak van 22 mei 2024
Lar nr. AUA202303837

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

GRESULENE N.V.,

gevestigd in Aruba,
APPELLANTE,
gemachtigde: de advocaat mr. S.A. Kock,
gericht tegen:

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, Communicatie en Duurzame Ontwikkeling,

zetelend te Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. V.M. Emerencia (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij beslissing op bezwaar van 15 september 2023 (bestreden beslissing), heeft verweerder, het bezwaar van appellante gericht tegen de vaststelling van loonsubsidie over de maanden mei 2020, juni 2020, augustus 2020 en oktober 2020 gedeeltelijk gegrond verklaard en voorts bepaald dat de vaststelling van loonsubsidie over de maanden augustus 2020, oktober 2020, november 2020 en december 2020 in stand zullen blijven.
Hiertegen heeft appellante op 30 oktober 2023 beroep ingesteld door indiening van een beroepschrift.
Verweerder heeft op 5 maart 2024 een verweerschrift ingediend.
Het gerecht heeft de zaak behandeld ter zitting van 10 april 2024. Appellante is verschenen bij haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde en mr. [jurist] (jurist bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB)).
De uitspraak is bepaald op heden.
OVERWEGINGEN
De ontvankelijkheid
1.1
Ingevolge artikel 27, eerste lid, van de Lar bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken en gaat in op de dag na die waarop de beslissing op het bezwaarschrift is gedagtekend.
1.2
Ingevolge artikel 28, eerste lid, van de Lar, wordt een beroepschrift niet-ontvankelijk verklaard indien het is ingediend voordat de termijn is ingegaan of nadat de termijn is verstreken.
Ingevolge het derde lid blijft ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend beroepschrift niet-ontvankelijkverklaring op die grond achterwege indien de indiener aannemelijk maakt dat hij het geschrift heeft ingediend zo spoedig als dit redelijkerwijs verlangd kon worden en het tegendeel daarvan niet blijkt.
2. De bestreden beslissing is gedagtekend 15 september 2023. Uit het hiervoor weergegeven wettelijk kader volgt dat de beroepstermijn is aangevangen op 16 september 2023 en is geëindigd op 27 oktober 2023. Het op 30 oktober 2023 ingediend beroepschrift is derhalve buiten deze termijn ingediend. Het beroep dient daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard, tenzij de termijnoverschrijding verschoonbaar moet worden geacht.
3. Desgevraagd heeft de gemachtigde van appellante ter zitting op dit punt te kennen gegeven dat appellante de bestreden beslissing op 15 september 2023 heeft ontvangen en dat deze door appellante op 18 september 2023 is doorgestuurd naar haar gemachtigde. Alvorens het beroepschrift in te dienen zijn er diverse documenten opgevraagd. Deze documenten heeft de gemachtigde in een later stadium ontvangen, reden waarom het beroepschrift pas op 30 oktober 2023 is ingediend.
4. Het gerecht ziet in hetgeen namens appellante als redenen voor de late indiening van haar beroep is aangevoerd geen grond voor het achterwege laten van de niet-ontvankelijkverklaring van het beroep wegens termijnoverschrijding. Vast staat dat appellante op 15 september 2023 kennis heeft genomen van de bestreden beslissing. Zij had dan ook de volle zes weken om daartegen beroep in te stellen. Ook de gemachtigde heeft ruim de tijd gehad om tijdig beroep in te stellen, desnoods op nader aan te voeren gronden. Dat de gemachtigde van appellante dit heeft nagelaten, komt voor rekening en risico van appellante.
5. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat het beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven door mr. B.J. van Ettekoven, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 mei 2024 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hoger beroepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hoger beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hoger beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hoger beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.