ECLI:NL:OGEAA:2024:108
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot opheffing van terugkeerverbod in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft verzoekster, geboren in Colombia, een verzoek ingediend tot opheffing van een terugkeerverbod dat haar was opgelegd door de Minister van Justitie en Sociale Zaken. Verzoekster was op 12 oktober 2014 Aruba binnengekomen als toerist, maar is na afloop van haar verblijfsduur opzettelijk in Aruba gebleven. Dit leidde tot een uitzetting en een periode van niet-toelating van 96 maanden. Na haar uitzetting heeft verzoekster in Colombia een huwelijk gesloten en op 4 oktober 2022 verzocht om opheffing van het terugkeerverbod. Dit verzoek werd aanvankelijk afgewezen, maar na een eerdere uitspraak van het gerecht op 4 oktober 2023, werd de afwijzing herroepen. De minister heeft echter op 7 mei 2024 het verzoek tot opheffing opnieuw afgewezen. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Het gerecht heeft de zaak behandeld op 8 mei 2024, maar heeft uiteindelijk het verzoek afgewezen op 22 mei 2024, omdat er geen sprake meer was van het uitblijven van een beslissing op het verzoek van 4 oktober 2022. De rechter heeft geoordeeld dat verzoekster geen belang meer had bij het bezwaar, waardoor het verzoek niet toewijsbaar was. De uitspraak werd gedaan door mr. A.J. Martijn en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.