Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
PGM CONDOBUILDERS N.V.,
DE CENTRALE BANK VAN ARUBA,
PROCESVERLOOP
Het gerecht acht onredelijk en willekeurig de wijze waarop door de Bank gewicht wordt toegekend aan de omvang van de steekproef (het aantal gecontroleerde dossiers) versus het aantal overtredingen. PGM heeft immers geen invloed op de omvang van de steekproef, die mede afhankelijk is – zo bleek ter zitting – van de tijd die de controleambtenaren beschikbaar hebben voor hun onderzoek. Dit terwijl het een relevant verschil maakt of bij de steekproef 5, 15, 30 of meer dossiers worden betrokken, afgezet tegen de in totaal in drie dossiers geconstateerde niet tijdige melding van de ongebruikelijke transactie. Immers bij 5 dossiers / 3 overtredingen gaat het om 60% (zoals bij PGM), bij 15 dossiers en drie overtredingen om 20% (zoals bij Poundwise) en bij 30 dossiers en drie overtredingen om 10%.
BESLISSING
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden beschikking van 18 september 2023, voor zover daarbij aan PGM Condobuilders N.V. een boete is opgelegd van Afl..200.000.-;
- bepaalt de door PGM aan de Bank te betalen boete voor overtreding van artikel 26 Lwtf op Afl. 100.000.-;
- bepaalt dat deze beslissing in de plaats treedt van de bestreden beschikking;
- veroordeelt de Bank tot betaling van de door PGM voor dit geding gemaakte kosten aan rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 1.400.-;
- gelast dat het door PGM gestorte griffierecht van Afl. 25.- aan haar wordt terugbetaald.
Bijlage bij de uitspraak van 24 april 2024 (AUA202303769)
b.de identificatie van de uiteindelijk belanghebbende en het treffen van redelijke maatregelen om de identiteit van de uiteindelijke belanghebbende zodanig te verifiëren dat de dienstverlener overtuigd is van de identiteit van die uiteindelijke belanghebbende;
c. de vaststelling van het doel en de beoogde aard van de zakelijke relatie;
d. de verrichting van doorlopende controle op de zakelijke relatie en de tijdens de duur van deze relatie verrichte transacties, teneinde te verzekeren dat deze overeenkomen met de kennis die de dienstverlener heeft van de cliënt en de uiteindelijke belanghebbende, van hun risicoprofiel, met, in voorkomend geval, een onderzoek naar de bron van het bij de transactie of zakelijke relatie gemoeide vermogen.
Ingevolge artikel 25 stelt de minister, na overleg met het Meldpunt en zo nodig per daarbij te onderscheiden groepen dienstverleners of categorieën transacties, indicatoren vast aan de hand waarvan wordt beoordeeld of een transactie wordt aangemerkt als een ongebruikelijke transactie.
Ingevolge het tweede lid kan de Bank ter zake van de in het eerste lid bedoelde feiten ook een bestuurlijke boete kan opleggen van ten hoogste Afl. 1.000.000,- per afzonderlijke overtreding.