ECLI:NL:OGEAA:2023:98
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van ontbonden huwelijksgoederengemeenschap met nevenvorderingen
In deze zaak vorderde eiser, vertegenwoordigd door mr. G.L. Griffith, de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap met nevenvorderingen. De partijen waren op 10 oktober 2001 in wettelijke gemeenschap van goederen gehuwd en de echtscheiding was uitgesproken op 29 september 2014. De echtscheidingsbeschikking was op 10 februari 2015 ingeschreven in het openbare register, waardoor de gemeenschap was ontbonden. Eiser vorderde onder andere de benoeming van een taxateur voor de vrije marktwaarde van onroerend goed en de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap, met inachtneming van de billijkheid en belangen van partijen. Gedaagde, vertegenwoordigd door mr. Ch. Lejuez, voerde gemotiveerd verweer tegen de verdelingsvoorstellen van eiser. Het gerecht oordeelde dat partijen de wettelijk voorgeschreven procedure voor de verdeling van de gemeenschap moesten volgen, zoals vastgelegd in de artikelen 677 en 678 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het gerecht hield verdere beslissingen aan en verwees de zaak naar de eerstvolgende parkeerrol, waarbij partijen de mogelijkheid kregen om de zaak opnieuw op de rol te plaatsen indien nodig.