1.5Daartegen heeft verzoeker bezwaar gemaakt en het gerecht verzocht om voorlopige voorzieningen te treffen.
2. Aan het uitzettingsbevel heeft verweerder ten grondslag gelegd dat verzoeker Aruba clandestien is binnengekomen en werkend is aangetroffen bij [bedrijf], terwijl hij niet in het bezit is van een daartoe strekkende verblijfsvergunning. Zijn illegaal verblijf in Aruba behoeft niet te worden gedoogd en er is geen grond om verzoeker nog langer illegaal in Aruba te laten verblijven.
3. Het - ter zitting gewijzigd - verzoek strekt ertoe het uitzettingsbevel te schorsen en ten aanzien van de periode van niet-toelating einduitspraak te doen. Daartoe heeft verzoeker aangevoerd dat hij op 27 november 2022 Aruba via de airport is binnengekomen, dat hij om verlenging van zijn toeristisch verblijf heeft verzocht en inmiddels ook een aanvraag voor een verblijfsvergunning op grond van een bijzondere band met Aruba heeft ingediend. Verzoeker is bij zijn vader in Aruba opgegroeid en verbleef om medische redenen een aantal jaren in Colombia. Met deze omstandigheden is geen rekening gehouden in het uitzettingsbevel. Verzoeker lijdt onevenredig nadeel als gevolg hiervan.
4. Ingevolge artikel 54, eerste lid, van de Lar, kan, indien krachtens deze landsverordening een bezwaar- of beroepschrift aanhangig is, de indiener daarvan aan het gerecht verzoeken om de bestreden beschikking onderscheidenlijk beslissing op het bezwaarschrift te schorsen op grond, dat de uitvoering daarvan voor betrokkene een onevenredig nadeel met zich zou brengen in verhouding tot het door een onmiddellijke uitvoering daarvan te dienen belang.
Ingevolge het tweede lid kan ter voorkoming van nadeel als bedoeld in het eerste lid, op het verzoek van de indiener ook een voorlopige voorziening worden getroffen.
5. Ingevolge artikel 15, eerste lid, en onder d, van de Ltu kunnen uitgezet worden personen die tot tijdelijk verblijf werden toegelaten, wanneer zij in het land worden aangetroffen, nadat de geldigheidsduur van hun tijdelijke verblijfsvergunning is verstreken of nadat de geldigheid van de vergunning door enige andere oorzaak is vervallen.
Ingevolge het tweede lid geschiedt de uitzetting krachtens een met redenen omkleed bevelschrift van de minister, belast met justitiële aangelegenheden, houdende het bevel Aruba binnen een daarbij te bepalen termijn te verlaten. Het bevelschrift vermeldt de periode waarin aan de betrokkene de toelating tot Aruba zal worden geweigerd; deze periode bedraagt ten hoogste acht jaar.