Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
4.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft de belanghebbende rechtstreeks beroep aangetekend tegen een beschikking van de Ontvanger der Belastingen, waarbij hij hoofdelijk aansprakelijk is gesteld voor belasting- en/of premieschulden van twee vennootschappen. De beschikkingen zijn gedateerd op 3 november 2021. De belanghebbende heeft op 17 november 2021 beroep ingesteld tegen deze beschikkingen, waarvoor hij griffierecht heeft betaald. De nadere motivering van de beroepen vond plaats op 27 december 2022. De Inspecteur der Belastingen heeft op 21 april 2023 verweerschriften ingediend, en de zitting heeft plaatsgevonden op 22 juni 2023.
Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft geoordeeld dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn, omdat de belanghebbende eerst bezwaar had moeten maken tegen de beschikkingen van de Ontvanger voordat hij beroep kon instellen. Het Gerecht heeft de brieven van de belanghebbende van 17 november 2021 en de nadere motivering van 27 december 2022 doorgezonden aan de Ontvanger, zodat deze als bezwaarschriften behandeld kunnen worden. De belanghebbende kan binnen twee maanden na de dagtekening van de uitspraken op bezwaar opnieuw beroep instellen bij het Gerecht. De proceskosten en het griffierecht worden niet vergoed.
De uitspraak is gedaan door rechter D.J. Jansen op 10 juli 2023, in aanwezigheid van griffier A. Vellema-Meijers. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, waarbij ook een griffierecht verschuldigd is.