ECLI:NL:OGEAA:2023:64

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 februari 2023
Publicatiedatum
18 juli 2023
Zaaknummer
AUA202203779
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens disfunctioneren werknemer en veranderingen in omstandigheden

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 7 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de stichting Educacion Profesional Basico (EPB) en de psycholoog [verweerster]. EPB heeft verzocht om de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van gewichtige redenen, waaronder disfunctioneren van [verweerster] en veranderingen in omstandigheden. De procedure omvatte meerdere mondelinge behandelingen en gesprekken over het functioneren van [verweerster], waarbij klachten over haar werk zijn geuit. Ondanks begeleiding en gesprekken is er geen verbetering in haar functioneren waargenomen. Het Gerecht heeft vastgesteld dat [verweerster] niet voldeed aan de verwachtingen en dat haar functioneren niet in overeenstemming was met de vereisten van haar functie. De ontbinding van de arbeidsovereenkomst is gerechtvaardigd, en [verweerster] is veroordeeld in de kosten van de procedure. De uitspraak is gedaan door mr. M.E.B. de Haseth en de ontbinding gaat in op 8 februari 2023.

Uitspraak

Beschikking van 7 februari 2023
Behorend bij E.J. nr. AUA202203779
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de stichting
EDUCACION PROFESIONAL BASICO,
te Aruba,
verzoekster,
hierna te noemen: EPB,
gemachtigde: de advocaat mr. M.E.D. Brown,
tegen
[Naam verweerster],
te Aruba,
verweerster,
hierna te noemen: [verweerster],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- het verweerschrift met één productie;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 18 november 2022, waarbij aanwezig waren: EPB bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd, vergezeld door [directeur EPB SN] (directeur van EPB San Nicolas) en [naam directeur Financiën] (directeur Financiën en Bedrijfsvoering van EPB), en [verweerster] in persoon. Nadat de zaak met partijen (kort) is besproken, is die verwezen naar de zitting van 10 januari 2023 voor inhoudelijke behandeling;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 10 januari 2023, waarbij aanwezig waren: EPB bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd, vergezeld door [directeur EPB SN] en [naam directeur Financiën] voornoemd, en [naam voorzitter] (voorzitter van het bestuur van EPB), en [verweerster] in persoon.
1.2
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zal worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
EPB is een overkoepelende stichting die het beheer en management van het lager beroepsonderwijs op Aruba voert. EPB heeft twee scholen, waarvan één gevestigd in Oranjestad en één gevestigd in San Nicolas. In totaal bezoeken jaarlijks ongeveer 1.600 leerlingen deze scholen.
2.2
In de door EPB overgelegde brief van 24 maart 2017 gericht aan [verweerster], met als onderwerp: Benoeming psycholoog EPB-scholen, staat het volgende vermeld.
“Het bestuur van de Stichting EPB heeft op 22 maart 2017 besloten u met ingang van 1 mei 2017 te benoemen als psycholoog bij een onder de stichting ressorterende school. (…).
Het gaat om een contract voor onbepaalde tijd met een proeftijd van 2 maanden. (…).”
2.3
Blijkens de door EPB overgelegde akte van benoeming is [verweerster] met ingang van 1 mei 2017 benoemd tot psycholoog voor twintig uur per week.
2.4 [
Verweerster] dient in haar functie als psycholoog begeleiding te geven aan leerlingen die, al dan niet via de
unitmanager,door de schoolmaatschappelijk werker of door mentoren worden doorverwezen.
2.5
In een brief van 2 april 2019 gericht aan [toenmalig directeur] (toenmalig directeur van EPB San Nicolas) staat het volgende vermeld.
“Betreft: zorg over leerlingen die niet geholpen worden door de schoolpsycholoog
Door middel van deze brief willen we als schoolmaatschappelijk werkers onze zorgen uiten i.v.m. het feit dat de leerlingen die psychologische begeleiding nodig hebben niet verwezen worden naar de schoolpsycholoog:
 Momenteel verwijzen UM Startjaar en UC Startjaar, UM sector Economie en UC Economie
de leerlingen niet naar de psycholoog gezien ze weinig of geen resultaat over de leerlingen
krijgen. Hierdoor krijgen we alle probleemgevallen in de begeleiding die eigenlijk door de schoolpsycholoog behandeld moeten worden.
 De leerlingen met gedragsproblemen worden gauw door de schoolpsycholoog
doorverwezen naar externe instanties en te lang moeten wachten voor hulp, gezien dat er bij externe instanties een lange wachtlijst is.
(…)
Er zijn leerlingen die aangeven dat ze de aanpak en manier van de begeleiding van de
schoolpsycholoog niet prettig vinden. De consequentie hiervan is dat die leerling geen enkele begeleiding willen volgen. Zij zijn niet meer gemotiveerd en er komt geen oplossing of verandering.
 De communicatie tussen de maatschappelijk werkers en psycholoog wat betreft begeleiding
van de leerlingen loopt niet soepel. Ze is moeilijk bereikbaar.
  • Leerlingbespreking en rapportagevergadering is ze afwezig.
  • Er zijn erg weinig werkoverleg/besprekingen met haar en ze komt onzeker over en met
weinig inzicht.
 Als gevolg hebben we als schoolmaatschappelijk werkers op dit moment een intensieve
caseload.”
2.6 [
Directeur EPB SN] is in het jaar 2019 als directeur aangesteld van EPB San Nicolas. Hij kreeg van de
unitmanagersen de schoolmaatschappelijk werkers regelmatig klachten en opmerkingen over het functioneren van [verweerster]. [Directeur EPB SN] heeft op zijn beurt de klachten neergelegd bij [naam staff personeel en org] (destijds
staffpersoneel en organisatie). [Directeur EPB SN] en [naam staff personeel en org] hebben [verweerster] in de periode vanaf juni 2020 tot en met mei 2021 samen begeleid. [Verweerster] heeft in de periode vanaf februari 2021 tot en met februari 2022 ook externe begeleiding gekregen.
2.7
Op 1 juni 2020 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen [verweerster], [naam staff personeel en org] en [directeur EPB SN], waarbij een aantal klachten werden besproken en waarbij concrete afspraken zijn gemaakt om het functioneren van [verweerster] te verbeteren. Van dit gesprek en de gemaakte afspraken is verslag gemaakt. Het verslag luidt voor zover van belang als volgt.
“Doel: het maken van concrete afspraken om het functioneren van de psycholoog beter in de organisatie EPB SN te verankeren. Wederzijds is de intentie om de psychologische begeleiding optimaal te laten verlopen, onder verantwoordelijkheid van de unitmanager.
De unitmanagers zijn eindverantwoordelijk voor een optimaal leerproces van de leerlingen, de psychologische begeleiding is daar een onderdeel van. Als een leerling verwezen wordt voor begeleiding met een bepaalde doelstelling of aanleiding, moet er een terugkoppeling zijn zodat de unitmanager diens verantwoordelijkheid kan waarmaken. Er moet geen privacy gevoelige informatie gedeeld te worden, maar wel over de vorderingen, gehouden gesprekken, toewerken naar de doelstelling, benodigde frequentie en duur van de begeleiding. (…).
De afspraak wordt gemaakt dat er wekelijks een kort overleg plaatsvindt (iedere maandag half negen), waarin de planning van die week besproken wordt. (…).
Bijhouden leerlingendossier. Dit gaat over het snel en adequaat kunnen antwoorden op vragen en het up-to-date houden van de gegevens. Na ieder gesprek maakt [verweerster] ook nu al een korte aantekening in het leerlingendossier, zodat bij vragen snel gereageerd kan worden. Dit dossier valt onder het beroepsgeheim.
De verslagen van leerlingen, bijv bij een verwijderingsvoordracht, worden nu door [verweerster] op basis van eerdere verslagen gemaakt. Hierdoor zijn een aantal foutieve verslagen aangeleverd (naamwisseling, identieke verslagen). DirSN wijst op het grote belang en de grote invloed die een verslag van een psycholoog heeft. Het bestuur hecht ook grote waarde aan de input van de psycholoog en baseert mede daarop haar besluit tot verwijdering of terugkeer van de leerling. Ook indien er een rechtszaak volgt is een correct en duidelijk verslag van groot belang. (…)
De volgende afspraken zijn met wederzijdse instemming gemaakt:
Terugkoppeling.[verweerster] maakt een planning om op donderdag om beurten met de unitmanagers te spreken, (…).
Weekplanning en gerealiseerde planning (rapportage).
a. De psycholoog maakt vanaf heden een weekplanning en een rapportage/gerealiseerde planning (vrijdag) (…)
b. De rapportage (gerealiseerde planning) wordt op vrijdag eind van de werkdag van de psycholoog aangeleverd. (…)
3. Verslagen / rapportage leerling. [verweerster] zoekt een werkwijze (format, iemand na laten lezen) om te komen tot goede en correcte rapportages. (…).”
2.8
Op 1 juli 2020 heeft een vervolggesprek plaatsgevonden tussen [verweerster], [naam staff personeel en org] en [directeur EPB SN]. Dit gesprek gaf EPB aanleiding om voorzichtig positief te zijn. Van dit gesprek is verslag gemaakt, dat voor zover van belang als volgt luidt.
“ - al met al gaat het de goede kant op, het is een positieve ontwikkeling.”
2.9
Op 29 september 2020 heeft er wederom een gesprek plaatsgevonden tussen [verweerster], [naam staff personeel en org] en [directeur EPB SN]. Van dit gesprek is verslag gemaakt en luidt voor zover van belang als volgt.

Verslagen, rapportages leerlingen: De recente serie IQ-testen is niet goed verlopen: foute uitslagen, fouten in de verslagen, proces is niet afgemaakt. De directeur is bezorgd. [verweerster] erkent en betreurt dat er fouten in de verslagen staan. (…).
Hoe kan [verweerster] zorgen dat de rapportages in het vervolg correct zijn? Is de oorzaak tijdsdruk? Geen focus? Thuissituatie? De oorzaak is niet helemaal duidelijk. Geconstateerd is dat het belang van de rapportages groot (besluit naar welke school een leerling gaat) en dient er maximale inspanning te zijn voor de correctheid ervan. Het niet met copy-paste maar met een format werken, zoals in een eerdere sessie aangereikt als manier om fouten te voorkomen, is niet gedaan.
Vervolg
Het traject verloopt niet zoals gehoopt. Afspraken worden door [verweerster] niet of niet volledig nagekomen, waardoor de verbeteringen uitblijven. [verweerster] heeft moeite om gegevens van leerlingen te delen met de school. De begeleiding is echter onderdeel van het schoolsysteem en de schoolleiding dient te weten waarom leerlingen niet bij de les zijn, hoe het door de schoolleiding aangevraagde begeleidingstraject verloopt, etc. In ieder geval de logistieke gegevens zouden gedeeld moeten worden. Niet de inhoud.
Al met al zijn we na een half jaar niet op het gewenste punt. Wat nu?”
2.1
Op 1 december 2020 en op 5 mei 2021 zijn wederom vervolggesprekken gevoerd met [verweerster]. Van die gesprekken zijn eveneens verslagen gemaakt. Het verslag van 1 december 2020 luidt voor zover van belang als volgt.
“De directeur bevestigt dit, het werk is niet goed gegaan. Hij geeft aan dat voor hem grote lijn is dat er geen vooruitgang in het werk te zien is. Hij noemt.
- [ [verweerster] komt niet op tijd op het werk. Hij benadrukt het belang hiervan voor de
goede gang van zaken.
- Het formulier voor oudertoestemming, waarover op 30 september 2020 werd
gesproken, is nog steeds niet gereed.
- De geplande weekplanning en de realiseerde weekplanning zijn niet duidelijk en er
is een groot verschil. De directeur heeft een aantal
- Het proces met de 10 IQ-testen verliep niet goed. Acht verslagen zijn niet correct. Ouders
zijn niet geïnformeerd over de uitslag.”
In het verslag van 5 mei 2021 staat voor zover van belang het volgende.
“De directeur heeft de afgelopen periode bewust wat afstand genomen, hij bemerkte dat er stress ontstond. De weekplanning word al een tijd niet aangeleverd, hij heeft er niet naar gevraagd. Hij gaat er van uit dat het werk gedaan word.”
2.11
Op 9 juni 2021 heeft er een evaluatiegesprek plaatsgevonden tussen drs. [naam psycholoog]] (externe psycholoog) en EPB. Van dit gesprek is een verslag gemaakt. Het document genaamd:
Evaluatiegesprek drs [naam psycholoog]) en SEPB, coachingscontract psychologen en EPB SN en EPB OS / SEPBluidt, voor zover van belang, als volgt.
“Het coachingscontract is van start gegaan in februari 2021, met als afspraak dat er in juni 1e evaluatie gehouden zou worden. Dat is in de vorm van een gesprek gedaan.
Afspraak: duur van het coachingstraject is 1 jaar, tot maart 2022, gemiddeld 2x per week.
[naam psycholoog]) geeft als evaluatie:
- voor beide psychologen geldt dat er kennis ontbreekt, ook over diagnostiek en het vertalen van diagnostisch onderzoek naar diagnose. Daar is in de coaching veel aandacht aan besteed.
(…)
- er zijn beroepsstandaarden van het NIP voor brieven en verslagen. Deze zijn openbaar toegankelijk op de site van de NIP. Deze standaarden worden door EPB-psychologen niet gevolgd. Hier heeft ze hen op geattendeerd.
- (…). Ze werken in de school heel solistisch. Het zorgsysteem is versnipperd.
- Met [verweerster] zijn er minder gesprekken geweest. Het valt niet mee om afspraken rond te krijgen, [naam psycholoog] zoekt naar een meer gestructureerde aanpak. (…).”
2.12
Voor [directeur EPB SN] is in november 2021 de maat vol. [directeur EPB SN] heeft in die maand het vertrouwen in [verweerster] opgezegd. Dit blijkt uit de brief van 18 november 2021, ter attentie van [naam staff personeel en org], waarin voor zover van belang het volgende staat vermeld.
“Betreft: evaluatie gesprek directeur EPB SN en Psycholoog inzake het niet nakomen van
afspraken en onvoldoende functioneren
Op 27 oktober jl. heeft een gesprek plaatsgevonden met mevrouw [S]: hierna: [S], met de mededeling over haar functioneren als psycholoog binnen het begeleidingsteam van de EPB San Nicolas dat niet naar behoren wordt uitgeoefend.
Aanwijzingen tijdens het gesprek beargumenteerd:
1. Het niet nakomen van afspraken
- Afspraak om een “toestemming/intake formulier ouders” op te maken met daarin opgenomen
concrete informatie zoals resultaat van de leerling en daarbij behorende toelichting is tot heden niet uitgevoerd.
- Ouders informeren (persoonlijk/telefonisch/email) over het behaalde resultaat van de afgenomen SON-R toets wordt niet gedaan.
2. Het verstrekken van incorrecte/ te laat informatie
- [ S] haar bevindingen/waarneming van een leerling ná haar gegeven begeleiding niet
tijdig aanleveren bij de desbetreffende unit manager of smw’er.
Concreet voorbeeld:
[S] beweert een leerling voor gesprek te hebben opgeroepen en de mentor te hebben gesproken. Na controle van UM’er blijkt het om een niet schoolgaand leerling vanaf 1 oktober 2021en de desbetreffende mentor op die specifieke dag afwezig was.
3. Uitvoering van werkzaamheden wordt niet conform vastgestelde richtlijnen verricht
- Email communicatie verkeer verloopt zeer slecht. Ondanks uitleg die wordt geboden via de mail wordt overbodige vragen gesteld waardoor het niet anders is te concluderen dat [S] haar mail niet leest.
- Geen initiatief nemen in cursus/informatie verstrekken aan de docenten/mentoren, terwijl dit
onderdeel is van haar taakomschrijving.
- Ziekmeldingsprocedure wordt niet naar behoren nageleefd.
4. Het communicatieverkeer tussen [S] en het begeleidingsteam van EPB SN is uitermate
teleurstellend
- Er vindt geen casus bespreking plaats
- splits casus heeft geen meerwaarde omdat niet efficiënt wordt gecommuniceerd door [S]. Het ontbreken van informatie (on)bewust vertraagt en stagneert het hele begeleidingsproces
van de leerling.
5. [ S] is niet in staat om een eigen conclusie te vormen over een student;
- [ S] geeft aan bij de vraag wat is uw conclusie over de leerling: “ik heb het nog niet besproken met mevrouw [naam directeur Financiën]”.
6. De directie - UM’ers en directeur – zien geen efficiënte werkhouding en betreuren het functioneren in het geheel van [S].
7. Er geen sprake van prioriteit bij het uitvoeren van begeleiding
- Er is een voorstel vanuit de directeur gedaan voor een plan van aanpak voor de begeleiding van leerlingen in groepen van acht. Tot heden is geen blijk van uitvoering hiervan.
Slot:
[S] heeft al eerder een persoonlijk begeleidingstraject gehad. Er is sprake van degelijke kansen geboden voor het volgen van coaching. Daarnaast beschikt [S] over een aantal jaren werkervaring.
Helaas dient te worden geconstateerd dat al hetgeen geboden vanuit de EPB niet voldoende is om [S] haar werkhouding te optimaliseren. Afsluitend moet de nadruk worden gelegd dat het werkresultaat niet optimaal/aansluitend is op de vraag binnen het begeleidingsteam van EPB SN.
Conclusie:
De directeur van de EPB SN zegt het vertrouwen in het functioneren van [S] als psycholoog op.”
2.13
Nadat het bestuur van EPB – op aanbevelen van de directie – besloten heeft om de arbeidsovereenkomst met [verweerster] te beëindigen, heeft EPB [verweerster] op 25 mei 2022 het voorstel gedaan om het dienstverband met ingang van 1 juli 2022 met wederzijds goedvinden te beëindigen. Dit blijkt uit de brief van 25 mei 2022 die voor zover van belang als volgt luidt.
“Betreft: voorstel tot minnelijke beeindiging dienstverband
(…)
Hierbij bevestigen wij dat Stichting Educacion Professional Basico (SEPB) u vanmiddag heeft voorgesteld om uw dienstverband met wederzijds goedvinden te beëindigen. Voor de reden hiervoor verwijzen wij onder meer naar de brief van de Directeur EPB San Nicolas d.d. 18 november 2021 waarin hij het vertrouwen in u heeft opgezegd, onder verwijzing naar een aantal voorvallen. (…)
Gelet op de duur van uw dienstverband en andere omstandigheden stelt EPB voor om uw dienstverband per 1 juli 2022 te beëindigen, met betaling van een eenmalige beëindigingsvergoeding van afl. 15.000,- bruto.
U hoeft zich tot die tijd niet meer op het werk te melden, en wij verzoeken u uw kantoor sleutel en andere artikelen die eigendom zijn van SEPB aan de schooldirecteur te overhandigen. (…).”
2.14 [
verweerster] heeft het voorstel geweigerd.
2.15 [
verweerster] is vanaf juni 2022 op non-actief gesteld, met behoud van loon.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
EPB verzoekt het Gerecht om, bij beschikking, de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst, met onmiddellijke ingang dan wel tegen een door het Gerecht te bepalen tijdstip, te ontbinden op grond van gewichtige redenen, met veroordeling van [verweerster] in de kosten van de procedure.
3.2
EPB heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat er sprake is van gewichtige redenen, bestaande uit veranderingen in de omstandigheden, die meebrengen dat de arbeidsovereenkomst dadelijk dan wel op korte termijn behoort te eindigen.
3.3 [
verweerster] heeft verweer gevoerd en heeft geconcludeerd - naar het Gerecht begrijpt - om het verzoek af te wijzen, dan wel om het verzoek toe te wijzen met toekenning aan haar van een vergoeding naar billijkheid, met veroordeling van EPB in de gemaakte kosten voor deze procedure.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het Gerecht stelt voorop dat niet in geschil is tussen partijen dat er sprake is van een bestaande arbeidsovereenkomst.
4.2
Aan de orde is de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen ontbonden dient te worden. Ingevolge artikel 7:685, eerste en tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) is iedere partij te allen tijde bevoegd zich wegens gewichtige redenen tot de rechter te wenden met het verzoek de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Als gewichtige redenen worden onder meer beschouwd omstandigheden welke een dringende reden als bedoeld in artikel 7:677 eerste lid BW zouden hebben opgeleverd, alsook veranderingen in de omstandigheden welke van dien aard zijn dat de dienstbetrekking billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen.
4.3
Nu EPB haar verzoek gegrond heeft op veranderingen van omstandigheden, kan de vraag of een dringende reden zich heeft voorgedaan in het midden blijven.
4.4
EPB heeft gesteld dat er sprake is van veranderingen van omstandigheden en dat de arbeidsovereenkomst om die reden ontbonden dient te worden. [verweerster] functioneert al langere tijd niet goed en ondanks gevoerde gesprekken, aanbevelingen en begeleiding is haar functioneren onvoldoende gebleven. [verweerster] komt haar afspraken niet na, zij verstrekt geen informatie, zij voert haar taken niet uit in overeenstemming met de vastgestelde richtlijnen, zij is niet in staat om een eigen conclusie te vormen over studenten en er is geen sprake van prioriteit bij het uitvoeren van begeleiding van de leerlingen. [verweerster] is chaotisch, koppelt onvoldoende terug, legt gevallen en situaties onvoldoende vast, maakt gebrekkige rapportage en communiceert onvoldoende. EPB heeft ter onderbouwing van haar stelling dat [verweerster] onvoldoende functioneert in de procedure gebracht een kopie van de door haar gemaakte verslagen van de gesprekken die met [verweerster] zijn gevoerd alsmede een kopie van het verslag van het evaluatiegesprek met de externe psycholoog drs. [naam psycholoog], zoals hiervoor weergegeven. EPB heeft verder gesteld dat er in de eerste maanden van het jaar 2022 een paar incidenten zijn geweest die haar alleen maar hebben gesterkt in haar opvatting dat er sprake is van veranderingen van
omstandigheden waardoor de arbeidsovereenkomst ontbonden dient te worden. Zo heeft [verweerster] i) op 22 maart 2022 om een vergadering gevraagd, terwijl die vergadering een maand eerder is gehouden, ii) niets van zich laten horen, nadat [naam unitmanager] (
unitmanager) op 25 maart 2022 gevraagd heeft om te laten weten welke leerlingen een bespreekgeval waren, ook niet na een herinnering op 7 april 2022, waarbij Oduber specifiek naar een
updateheeft gevraagd over een leerling die conflictueus leek, iii) twee meldingen niet opgepakt, terwijl uit de meldingen bleek dat er sprake was automutilatie bij een leerling en d) pas na twee en een halve maand gereageerd op de vraag van een ouder naar een verwijsbrief voor een leerling.
4.5 [
verweerster] heeft betwist dat zij onvoldoende functioneert, daartoe stellende - zo begrijpt het Gerecht - dat de stellingen en de verwijten van EPB omtrent haar disfunctioneren ongefundeerd en onwaar zijn en dat zij zich niet kan herkennen in het beeld dat van haar wordt geschetst. [verweerster] heeft verder gesteld a) dat zij geen functioneringsgesprek heeft gehad en zij nooit officieel, via een officieel beoordelingsformulier, is beoordeeld, b) dat zij niet heeft kunnen voldoen aan de gemaakte afspraken nu het om vertrouwelijke informatie over de leerlingen ging die niet met de directeur gedeeld konden worden (zij is immers gebonden aan een geheimhoudingsplicht, waardoor zij vertrouwelijke informatie niet met derden kan delen zonder voorafgaande toestemming van de betrokkene), en c) dat het beginsel van hoor en wederhoor niet toegepast is. [verweerster] is op dit moment 61 jaar oud en wil graag haar werkzaamheden als schoolpsycholoog hervatten tot haar pensioenleeftijd. [verweerster] is bereid om overgeplaatst te worden naar een andere locatie, te weten EPB Oranjestad.
4.6
Naar het oordeel van het Gerecht heeft het verweer van [verweerster] geen kans van slagen en wel om de volgende redenen.
[verweerster] heeft nagelaten toe te lichten op welke punten de stellingen en verwijten van EPB omtrent haar disfunctioneren niet waar zijn en om concrete voorbeelden te noemen waaruit volgt dat de stellingen van EPB ongegrond zijn. Dit terwijl EPB haar stelling dat [verweerster] niet voldoende functioneert onderbouwd heeft met verslagen en voorbeelden, zoals hiervoor weergegeven. Uit de door EPB overgelegde verslagen en de door haar
gegeven voorbeelden blijkt dat EPB in ieder geval vanaf juni 2020 kritiek heeft op de kwaliteit van het werk van [verweerster], dat [verweerster] herhaaldelijk (en dat is door [verweerster] niet betwist) is gewezen op haar functioneren en haar gedrag en dat afspraken zijn gemaakt met [verweerster] om haar functioneren te verbeteren. Niet is gebleken dat [verweerster] zich toen heeft verzet tegen de aan haar gemaakte verwijten. Integendeel, [verweerster] is ruim één jaar lang begeleid door [directeur EPB SN] en [naam staff personeel en org] en is daarna nog met een
coachingstrajectde
gelegenheid gegeven om de kritiek op haar functioneren te verbeteren. Gelet hierop, lag het op de weg van [verweerster] om haar verweer - dat de stellingen van EPB ongefundeerd en onwaar zijn - met stukken en concrete voorbeelden te onderbouwen. Nu zij dit niet heeft gedaan, zal aan haar verweer worden voorbijgegaan. Dit brengt mee dat niet gesteld kan worden dat de stellingen van EPB omtrent het disfunctioneren van [verweerster] ongefundeerd en onwaar zijn. De enkele omstandigheid dat [verweerster] zich in de stellingen van EPB niet kan vinden, maakt het voorgaande niet anders.
4.7
Voor wat betreft de stelling van [verweerster] onder a) wordt als volgt overwogen. Niet in geschil is tussen partijen dat op 1 juni 2020 een gesprek heeft plaatsgevonden tussen [verweerster], [naam staff personeel en org] en [directeur EPB SN]. Van dit gesprek is verslag gemaakt, zoals hierboven weergegeven. In het verslag staat vermeld (bij “
doel”)
: het maken van concrete afspraken om het functioneren van de psycholoog beter in de organisator EPB SN te verankeren.Hieruit volgt, en onweersproken is gesteld, dat het gesprek tussen [verweerster], [naam staff personeel en org] en [directeur EPB SN] gevoerd is om het functioneren van [verweerster] te bespreken, waarbij ook concrete afspraken zijn gemaakt om het functioneren van [verweerster] te verbeteren. Onbetwist is verder gesteld dat na voormeld gesprek verschillende vervolggesprekken hebben plaatsgevonden tussen partijen, waarbij steeds beoordeeld werd of [verweerster] aan de gemaakte afspraken heeft voldaan. Ook van deze gesprekken zijn verslagen gemaakt. Onder deze omstandigheid kan niet gesteld worden dat [verweerster] geen functioneringsgesprek heeft gehad en dat zij nooit officieel is beoordeeld. De stelling van [verweerster] dat de beoordeling door middel van een officieel beoordelingsformulier diende plaats te vinden, kan het Gerecht niet volgen, nu dat vereiste nergens uit blijkt.
4.8
Met betrekking tot het verweer van [verweerster] onder b) dat zij niet heeft kunnen voldoen aan de gemaakte afspraken nu het om vertrouwelijke informatie over de leerlingen ging die niet met de directeur gedeeld konden worden, overweegt het Gerecht als volgt. EPB heeft betwist dat [verweerster] ooit gevraagd is om vertrouwelijke informatie van leerlingen te delen met de directeur. Naar het oordeel van het Gerecht volgt dit ook uit de verslagen die zijn overgelegd en die hiervoor zijn geciteerd, waaronder het verslag van 1 juni 2020, waarin het volgende vermeld staat: “
Als een leerling verwezen wordt voor begeleiding met een bepaalde doelstelling of aanleiding, moet er een terugkoppeling zijn zodat de unitmanager diens verantwoordelijkheid kan waarmaken.Er moet geen privacy gevoelige informatie gedeeld te worden, maar wel over de vorderingen, gehouden gesprekken, toewerken naar de doelstelling, benodigde frequentie en duur van de begeleiding. (…) Bijhouden leerlingendossier. Dit gaat over het snel en adequaat kunnen antwoorden op vragen en het up-to-date houden van de gegevens. Na ieder gesprek maakt [verweerster] ook nu al een korte aantekening in het leerlingendossier, zodat bij vragen snel gereageerd kan worden.Dit dossier valt onder het beroepsgeheim.”, het verslag van 29 september 2020, waarin het volgende vermeld staat: “
De begeleiding is echter onderdeel van het schoolsysteem en de schoolleiding dient te weten waarom leerlingen niet bij de les zijn, hoe het door de schoolleiding aangevraagde begeleidingstraject verloopt, etc. In ieder geval de logistieke gegevens zouden gedeeld moeten worden.Niet de inhoud.
Gelet hierop en nu [verweerster] geen concrete voorbeelden heeft gegeven, waaruit blijkt dat de gemaakte afspraken te maken hadden met het schenden van het beroepsgeheim, is het Gerecht van oordeel dat aan de stelling van [verweerster] voorbij moet worden gegaan. Dat de afspraken geen verband hielden met het delen van vertrouwelijke informatie blijkt ook uit de verslagen die hiervoor zijn weergegeven.
4.9
Voor wat betreft de stelling van [verweerster] onder c) dat het beginsel van hoor en wederhoor niet is toegepast door EPB, overweegt het Gerecht dat niet is gebleken dat daarvan sprake is geweest. Uit de brief van [verweerster] van 17 december 2021 die door EPB is overgelegd, blijkt dat [verweerster] gereageerd heeft op de brief van [directeur EPB SN] van 18 november 2021, waarbij hij het vertrouwen in [verweerster] heeft opgezegd.
4.1
Gelet op al het vorenstaande en nu [verweerster] op geen enkele wijze inhoudelijk heeft gereageerd op de concrete klachten van EPB zoals hiervoor weergegeven, is het Gerecht van oordeel dat EPB voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [verweerster] ongeschikt is voor haar functie.
Wanneer sprake is van disfunctioneren dient een werknemer hiervan tijdig in kennis te worden gesteld en dient hij in voldoende mate in de gelegenheid te worden gesteld zijn functioneren te verbeteren. Uit de stukken is gebleken dat EPB [verweerster] herhaaldelijk heeft gewezen op haar functioneren en met een
coachingstrajectgelegenheid heeft gegeven om haar functioneren te verbeteren. Het Gerecht is van oordeel dat dit voldoende is, vooral gelet op de functie van [verweerster] als schoolpsycholoog. Het disfunctioneren van een schoolpsycholoog brengt immers mee dat leerlingen onbehandeld blijven of onvoldoende worden begeleid, met alle gevolgen van dien. Onder deze omstandigheden is het niet verantwoord om [verweerster] nog langer in dienst te houden. Van EPB kan niet meer worden verwacht dat zij [verweerster] nog langer blijft begeleiden, afspraken blijft maken en de situatie langer blijft aankijken.
4.11
Op grond van het voorgaande is het Gerecht van oordeel dat sprake is van veranderingen van omstandigheden die de ontbinding van de arbeidsovereenkomst van partijen rechtvaardigen. Herplaatsing van [verweerster] naar een andere locatie ligt, gelet op de aard van de klachten en de functie die [verweerster] uitvoert, niet in de reden. Aannemelijk is dat de problemen met betrekking tot haar functioneren ook op een andere werkplek zullen optreden. Overigens is onbetwist gesteld dat er reeds een andere psycholoog in dienst is getreden en dat er voor [verweerster] geen andere passende functie beschikbaar is. Het verzoek wordt daarom ingewilligd.
4.12
Uit hetgeen in het voorgaande is overwogen volgt dat de ontbinding niet het gevolg is van ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van EPB. Er is dus geen aanleiding een billijke vergoeding aan [verweerster] toe te kennen.
4.13 [
verweerster] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van EPB, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten, tarief 5).

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
5.1
ontbindt de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen met ingang van woensdag 8 februari 2023;
5.2
veroordeelt [verweerster] in de kosten van de procedure, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,- aan salaris voor de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 7 februari 2023.