Uitspraak
[naam eenmanszaak],
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. S.A. Kock, een verzoek ingediend tegen haar werkgever, een eenmanszaak, over de betaling van achterstallig loon. De verzoekster was in dienst van de eenmanszaak op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die inging op 1 maart 2021. Ondanks dat zij recht had op een brutoloon van Afl. 3.500,- per maand, heeft zij in de maanden maart en april 2021 slechts een deel van haar loon ontvangen en daarna geen betaling meer. De werkgever heeft haar op non-actief gesteld en heeft nagelaten om de achterstallige lonen te betalen, ondanks herhaalde verzoeken van de verzoekster.
Tijdens de procedure heeft de werkgever als verweer aangevoerd dat het financieel niet haalbaar was om het loon te betalen en dat verzoekster zonder medeweten van de werkgever in het buitenland was, waardoor zij niet beschikbaar was voor werk. Het Gerecht heeft echter geoordeeld dat de werkgever niet in staat was om zijn verweer te onderbouwen en dat verzoekster recht had op haar loon, aangezien de arbeidsovereenkomst niet tussentijds was beëindigd. Het Gerecht heeft verzoekster toestemming verleend om kosteloos te procederen en heeft de werkgever veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon van Afl. 31.840,-, vermeerderd met wettelijke rente.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van werkgevers om loon te betalen en de rechten van werknemers in geval van achterstallige betalingen. Het Gerecht heeft ook de proceskosten aan de werkgever opgelegd, aangezien deze in het ongelijk is gesteld.