Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
[Appellant],
mr. G.L. Griffth,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 15 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een bevel tot uitzetting van een Keniaanse burger, appellant, die sinds 1999 in Aruba verblijft. Appellant had in totaal negen vergunningen tot tijdelijk verblijf ontvangen, waarvan de laatste geldig was tot 1 juli 2014. Op 6 juni 2022 werd een bevel tot uitzetting uitgevaardigd, waartegen appellant op 14 juli 2022 bezwaar maakte. De bestreden beslissing op bezwaar, gedateerd 6 december 2022, verklaarde het bezwaar ongegrond. Appellant heeft op 24 februari 2023 beroep ingesteld, maar dit werd aanvankelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat het buiten de termijn was ingediend. Appellant betoogde echter dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat de beslissing naar een voormalige gemachtigde was gestuurd. Het Gerecht oordeelde dat de bestreden beslissing op incorrecte wijze was verzonden en dat appellant het beroep tijdig had ingediend. Het Gerecht oordeelde dat de bestreden beslissing niet voldoende gemotiveerd was, omdat verweerder geen belangenafweging had gemaakt. De uitspraak leidde tot de conclusie dat het beroep gegrond was en de bestreden beslissing vernietigd moest worden. Verweerder werd opgedragen om binnen drie maanden een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar van appellant, en werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten.