ECLI:NL:OGEAA:2023:343

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
25 oktober 2023
Publicatiedatum
27 mei 2024
Zaaknummer
AUA202302384
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om toekenning van vergoeding en dwangsom in bestuursrechtelijke procedure na registratie huwelijk

Op 25 oktober 2023 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure waarbij verzoeker, vertegenwoordigd door drs. M.L. Hassell, een verzoek indiende op grond van artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Verzoeker had eerder een uitzettingsbevel ontvangen en verzocht om opheffing van de periode van niet toelating, zodat hij aanwezig kon zijn bij de Dienst Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister (DBSB) voor een huwelijkstoets. Na een reeks van procedures, waaronder een bezwaar en een beroep, werd op 3 mei 2023 bepaald dat verweerder binnen twee maanden een beslissing moest nemen op het bezwaar van verzoeker. Echter, op 6 juli 2023 diende verzoeker een nieuw verzoek in, omdat verweerder geen beslissing had genomen. Het gerecht overwoog dat het huwelijk van verzoeker inmiddels was geregistreerd in het bevolkingsregister van Aruba, waardoor het verzoek van verzoeker zijn belang had verloren. Het gerecht verklaarde verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek, omdat er geen procesbelang meer was. De uitspraak werd gedaan door mr. N.K. Engelbrecht en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

Uitspraak van 25 oktober 2023
Lar nr. AUA202302384

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het verzoek ex artikel 53 van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

[Verzoeker],

domicilie kiezend in Aruba, op het kantoor van de gemachtigde,
VERZOEKER,
gemachtigde: drs. M.L. Hassell,
gericht tegen:

DE MINISTER VAN JUSTITIE EN SOCIALE ZAKEN,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
niet verschenen.

PROCESVERLOOP

Bij verzoekschrift van 19 januari 2022 heeft verzoeker verweerder verzocht om de hem bij het uitzettingsbevel van 12 januari 2021 opgelegde periode van niet toelating, op te heffen, “opdat hij in staat wordt gesteld om aanwezig te zijn bij de Dienst Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister (DBSB) voor het ondergaan van een huwelijkstoets.”.
Tegen het uitblijven van een beschikking op dit verzoek heeft verzoeker bezwaar gemaakt, door indiening van een bezwaarschrift op 28 mei 2022. Tegen het uitblijven van een reële beslissing op zijn bezwaar heeft verzoeker op 26 augustus 2022 beroep bij dit gerecht ingesteld, welk beroep is geregistreerd onder zaaknummer AUA202202946. Bij uitspraak van 7 december 2022 heeft het gerecht de fictieve beslissing vernietigd en bepaald dat verweerder binnen drie maanden een reële beslissing moet nemen op het bezwaarschrift.
Bij beslissing van 6 januari 2023 heeft verweerder het bezwaar van appellant van 28 mei 2022, niet-ontvankelijk verklaard, vanwege termijnoverschrijding. Hiertegen heeft appellant op 12 januari 2023 beroep ingesteld. Bij uitspraak van dit gerecht van 3 mei 2023 (LAR AUA202300094) is onder meer de bestreden fictieve afwijzende beslissing op het bezwaar van verzoeker vernietigd en is bepaald dat verweerder binnen een termijn van twee maanden na dagtekening van deze uitspraak een nieuwe beslissing dient te nemen op dat bezwaar. Het gerecht heeft daarbij overwogen dat het bezwaarschrift niet is gericht tegen het uitzettingsbevel en dat verweerder op verkeerde gronden het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Op 6 juli 2023 heeft verzoeker onderhavig verzoek op grond van artikel 53 van de Lar ingediend.
Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend.
Uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1. Ingevolge artikel 53, eerste lid, van de Lar kan, indien het bestuursorgaan niet binnen de daarvoor gestelde termijn voldoet aan artikel 51, de wederpartij bij het gerecht een verzoek indienen tot toekenning van een vergoeding ten laste van het Land dan wel een verzoek om het bestuursorgaan te verplichten alsnog gevolg te geven aan de uitspraak. Ingevolge het tweede lid, voor zover thans van belang, kan bij de beslissing op dit verzoek worden bepaald dat het bestuursorgaan aan de wederpartij een dwangsom verbeurt voor iedere dag dat het in gebreke blijft aan de beslissing te voldoen.
2. Het verzoek strekt ertoe om verweerder door middel van het opleggen van een dwangsom overeenkomstig artikel 53, tweede lid, van de Lar te verplichten gevolg te geven aan de uitspraak van 3 mei 2023.
3. Het gerecht overweegt dat bij het sluiten van het onderzoek, mede vanwege het ontbreken van enig verweer, niet is gebleken dat verweerder op het bezwaar van verzoeker heeft beslist. Wel is gebleken dat het op 2 december 2021 in Colombia voltrokken huwelijk tussen verzoeker en zijn in Aruba geboren echtgenote, inmiddels is geregistreerd in het bevolkingsregister van Aruba. Nu het verzoek van verzoeker ertoe strekte dat hij aanwezig zou zijn bij het ondergaan van de huwelijkstoets bij de DBSB voorafgaande aan de registratie van zijn huwelijk in het bevolkingsregister, en het huwelijk inmiddels is geregistreerd, is het belang van verzoeker bij dat verzoek komen te ontvallen.
4. Verzoeker zal gelet op het bovenstaande niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn verzoek, wegens het in deze ontbreken van procesbelang.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in onderhavig verzoek.
Deze beslissing is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 25 oktober 2023 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.