ECLI:NL:OGEAA:2023:329
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke geschil over pensioen van gewezen Statenlid van Aruba
In deze zaak heeft appellant, een gewezen lid van de Staten van Aruba, beroep ingesteld tegen de beslissing van de directeuren van het Departamento di Recurso Humano en de Directie Financiën, die zijn pensioen met ingang van 1 februari 2021 stopzetten. Dit besluit was gebaseerd op de constatering dat het inkomen van appellant uit 's Landskas hoger was dan het hem toegekende pensioen. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar dit werd ongegrond verklaard door de verweerders. Appellant heeft vervolgens beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba.
De procedure begon met een brief van verweerders op 5 maart 2021, waarin zij appellant informeerden over de stopzetting van zijn pensioen. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de bestreden beslissing van 13 september 2022 verklaarde dit bezwaar ongegrond. Tijdens de zitting op 15 maart 2023 heeft appellant zijn gronden aangevuld, maar het gerecht oordeelde dat deze aanvulling strijdig was met de goede procesorde, omdat deze te laat was ingediend.
Het gerecht heeft vervolgens overwogen dat de brief van 5 maart 2021 geen rechtsgevolg had en dus geen beschikking in de zin van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) was. De rechter oordeelde dat de bezwaren van appellant ten onrechte niet-ontvankelijk waren verklaard. De uitspraak van 26 april 2023 verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de bestreden beslissing en verklaarde het bezwaar van appellant tegen de brief van 5 maart 2021 niet-ontvankelijk. Tevens werd verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan appellant.