ECLI:NL:OGEAA:2023:325
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.J. Jansen
- A.B. Bennett
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in douanestrafzaak met betrekking tot goederencode en invoeraangifte
In deze Arubaanse douanestrafzaak is de verdachte, een N.V. gevestigd in Aruba, vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. De zaak betreft een geschil over de juiste goederencode die bij de invoeraangifte van sigaren en cigarillo’s moet worden vermeld. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van Afl. 500,-. De verdediging pleitte voor vrijspraak en stelde dat de aangifte voldeed aan de wettelijke vereisten.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte had in de periode van 18 tot 19 mei 2021 een aangifte gedaan waarbij de goederen onder de goederencode 2402 1000 waren aangegeven. De Douane betwistte deze indeling en stelde dat het om sigaretten ging, die onder een andere goederencode moesten worden ingedeeld.
Het Gerecht oordeelde dat de aangifte voldeed aan de eisen van artikel 54 van de Landsverordening in-, uit- en doorvoer (Liud). Het vermelden van de juiste goederencode is geen vereiste bij het doen van aangifte. De rechter concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend schuldig kon worden bevonden aan het ten laste gelegde feit en sprak haar vrij. Tevens werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat hiervoor in een strafprocedure geen wettelijke grondslag bestaat.