ECLI:NL:OGEAA:2023:324
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.J. Jansen
- A.B. Bennett
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in douanestrafzaak met betrekking tot goederencode en invoeraangifte
In deze Arubaanse douanestrafzaak is de verdachte, een NV gevestigd in Aruba, vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. De zaak betreft een geschil over de juiste goederencode die bij de invoeraangifte van sigaren en cigarillo’s moest worden vermeld. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een geldboete van Afl. 500,-, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak. Het onderzoek ter openbare terechtzitting vond plaats op 21 augustus 2023, waarbij de directeur van de verdachte en zijn raadsman, mr. R.L.F. Dijkhoff, aanwezig waren.
De tenlastelegging betrof het verkeerd aangeven van goederen onder de goederencode 2402 1000, terwijl de Douane meende dat het om sigaretten ging die onder andere goederencodes moesten worden ingedeeld. Het Gerecht oordeelde dat de aangifte voldeed aan de vereisten van de Landsverordening in-, uit- en doorvoer (Liud), die stelt dat goederen onder hun ware en bijzondere benaming moeten worden gespecificeerd. Het Gerecht concludeerde dat de verdachte de goederen correct had gespecificeerd en dat er geen sprake was van een onjuiste specificatie.
Het Gerecht stelde vast dat het geschil over de indeling in het tariefposten-classificatiesysteem een bestuursrechtelijke kwestie is, en dat het vermelden van de juiste goederencode geen vereiste is bij het doen van aangifte. Op basis van deze overwegingen oordeelde het Gerecht dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, en sprak de verdachte vrij. Tevens werd er geen wettelijke grondslag gevonden voor het toekennen van schadevergoeding in deze strafprocedure.