In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 12 december 2023 een beschikking gegeven in een familierechtelijke procedure. De verzoekster, een pleegmoeder, heeft verzocht om schorsing van het ouderlijk gezag van beide ouders over de minderjarige, die sinds zijn eerste levensjaar bij haar woont. De ouders verblijven in Nederland en hebben feitelijk hun ouderlijke verantwoordelijkheden aan de pleegmoeder overgelaten. De Voogdijraad heeft in een rapport geadviseerd om de vader te ontheffen uit het ouderlijk gezag, maar niet de moeder, omdat zij wel contact heeft met de minderjarige. Tijdens de mondelinge behandeling op 31 oktober 2023 is gebleken dat de communicatie tussen de moeder en de pleegmoeder moeizaam verloopt, wat problemen kan veroorzaken bij belangrijke beslissingen over de minderjarige. Het gerecht heeft, in afwijking van het advies van de Voogdijraad, besloten om beide ouders uit het gezag te schorsen en de pleegmoeder tot voogdes te benoemen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.