ECLI:NL:OGEAA:2023:318

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 december 2023
Publicatiedatum
15 januari 2024
Zaaknummer
AUA202300448
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van ouderlijk gezag en benoeming van voogdij in een familierechtelijke procedure

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 12 december 2023 een beschikking gegeven in een familierechtelijke procedure. De verzoekster, een pleegmoeder, heeft verzocht om schorsing van het ouderlijk gezag van beide ouders over de minderjarige, die sinds zijn eerste levensjaar bij haar woont. De ouders verblijven in Nederland en hebben feitelijk hun ouderlijke verantwoordelijkheden aan de pleegmoeder overgelaten. De Voogdijraad heeft in een rapport geadviseerd om de vader te ontheffen uit het ouderlijk gezag, maar niet de moeder, omdat zij wel contact heeft met de minderjarige. Tijdens de mondelinge behandeling op 31 oktober 2023 is gebleken dat de communicatie tussen de moeder en de pleegmoeder moeizaam verloopt, wat problemen kan veroorzaken bij belangrijke beslissingen over de minderjarige. Het gerecht heeft, in afwijking van het advies van de Voogdijraad, besloten om beide ouders uit het gezag te schorsen en de pleegmoeder tot voogdes te benoemen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 12 december 2023
behorend bij EJ nr. AUA20230448
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak tussen:
[Naam verzoekster],
wonende in Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: de pleegmoeder,
procederend in persoon.
Belanghebbenden:
[Naam moeder],
wonende in Nederland,
hierna de moeder,
[Naam vader],
wonende in Nederland,
hierna de vader,
[Naam minderjarige],
geboren op 2 december 2013 in Aruba,
hierna de minderjarige.

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het eerdere verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 9 mei 2023.
De verdere procedure blijkt uit:
  • het rapport van de Voogdijraad van 5 september 2023,
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 31 oktober 2023, waar zijn verschenen verzoekster in persoon en bijgestaan door de ter zitting beëdigde tolk mevrouw
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Bij beschikking van 9 mei 2023 heeft het gerecht de Voogdijraad – naar aanleiding van het verzoek van verzoekster om de ouders uit het gezag te schorsen en verzoekster met de voogdij over de minderjarige te belasten – verzocht onderzoek in te stellen naar de sociale omstandigheden van partijen en daarover een rapport uit te brengen, waarin de vraag wordt beantwoord of de voogdijvoorziening in het belang is van de minderjarige.
Iedere verdere beslissing werd aangehouden.
2.2
De Voogdijraad heeft in zijn rapport van 5 september 2023 het gerecht geadviseerd om de vader te ontheffen uit het ouderlijk gezag over de minderjarige en de moeder te belasten met het eenhoofdig gezag over hem. Volgens de Voogdijraad is er wel reden om de vader te onheffen uit het gezag, onder meer omdat hij beslissingen tegenwerkt, maar is daarvoor ten aanzien van de moeder geen reden. De pleegmoeder en de moeder kunnen goed samenwerken en de moeder werkt ook mee aan beslissingen ten aanzien van de minderjarige.
2.3
Uit de stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gebracht blijkt dat de minderjarige al sinds hij 1 jaar oud was bij verzoekster woont. Zij voedt de minderjarige op. De minderjarige ziet verzoekster als moederfiguur. Het gerecht constateert dat de ouders hun taak als ouders feitelijk hebben overgelaten aan verzoekster als pleegmoeder. De vader en de moeder wonen in Nederland.
2.4
De vader heeft in het geheel geen contact met de minderjarige en is ook niet geïnteresseerd in hem omdat de minderjarige niet zijn biologische zoon is. De vader en de minderjarige hebben geen band met elkaar. Ten aanzien van de vader is er naar het oordeel van het gerecht dan ook voldoende aanleiding om hem in de uitoefening van het gezag over de minderjarige te schorsen.
2.5
Voor wat betreft de moeder blijkt uit het rapport van de Voogdijraad dat zij wel contact heeft met de minderjarige; zij belt op om naar hem te vragen. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling is echter gebleken dat die communicatie, evenals het contact van de moeder met verzoekster, op dit moment moeizaam verloopt. De moeder is nu minder goed bereikbaar voor verzoekster, hetgeen er toe zou kunnen leiden dat er problemen ontstaan. Gezag houdt immers in dat belangrijke beslissingen over de minderjarige door de gezagdragende ouder worden genomen, zoals schoolkeuze voor de minderjarige of een medische behandeling. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat die problemen zich daadwerkelijk hebben voorgedaan toen de moeder een operatie diende te ondergaan. Dat de moeder en de biologische vader van de minderjarige in 2021 bij de notaris een machtiging hebben getekend zodat verzoekster alle belangrijke beslissing kan nemen, heeft die situatie niet kunnen voorkomen.
2.6
Gelet op deze omstandigheden, alsook dat verzoekster volgens de Voogdijraad voldoende opvoedkwaliteiten heeft en ook moeder zich blijkens haar uitlatingen aan de Voogdijraad in het verzoek kan vinden, zal het gerecht, in afwijking van het advies van de Voogdijraad, het verzoek toewijzen op hierna vermelde wijze.
Het gerecht merkt daarbij op dat de Voogdijraad heeft geadviseerd de vader uit het gezag te ontheffen, maar een dergelijk verzoek ligt in onderhavige procedure niet voor zodat het gerecht aan dat advies voorbij zal gaan.
2.7
Het voorgaande leidt het gerecht tot de volgende beslissing.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
schorst [Naam moeder] en [Naam vader] uit het ouderlijk gezag over de minderjarige [Naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
benoemt [Naam pleegmoeder] tot voogdes over voornoemde minderjarige,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. Martijn, rechter in dit gerecht, ter zitting van
12 december 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.