ECLI:NL:OGEAA:2023:312

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
28 december 2023
Zaaknummer
AUA202304101 KG
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en kennelijk onredelijk ontslag in kort geding

In deze zaak heeft [eiser] een kort geding aangespannen tegen zijn werkgever, PREMIUM INTERFOOD & BEVERAGE SERVICES N.V. H.O.D.N. SUPERFOOD, na een ontslag op staande voet op 28 september 2023. [eiser] was sinds 1 maart 2022 in dienst bij Superfood en had te maken met gezondheidsproblemen, waaronder een rughernia. Ondanks zijn arbeidsongeschiktheid, werd hij door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) geschikt bevonden voor aangepast werk. Superfood heeft hem echter ontslagen, stellende dat hij zich schuldig maakte aan ongeoorloofd werkverzuim. [eiser] betwistte de dringende reden voor zijn ontslag en vorderde een gefixeerde schadevergoeding en een voorschot op schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag. Het gerecht oordeelde dat het ontslag onregelmatig was, omdat er geen dringende reden was voor het ontslag op staande voet. Het gerecht kende [eiser] een gefixeerde schadevergoeding van Afl. 5.720,- toe, evenals een voorschot op de schadevergoeding van Afl. 20.000,-. Superfood werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 20 december 2023
Behorend bij AUA202304101 KG
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[Naam eiser],
te Aruba,
eiser, hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: mevrouw [Naam gemachtigde],
tegen:
PREMIUM INTERFOOD & BEVERAGE SERVICES N.V. H.O.D.N. SUPERFOOD,
te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: Superfood,
gemachtigde: mr. D.G. Kock.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van 24 november 2023;
- de aantekeningen die de griffier heeft gemaakt van de mondelinge behandeling die is gehouden op 14 december 2023, waaraan de pleitnota van mr. Kock is gehecht.
1.2
Hierna is uitspraak bepaald.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
eiser] is per 1 maart 2022 op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij Superfood in de functie van [functie] tegen een salaris van Afl. 5.200,-bruto per maand.
2.2
Op 9 september 2023 onderging [eiser] een MRI-scan waaruit bleek dat hij een beginnende rughernia en een beklemde zenuw heeft. Er werd een epidurale pijnbestrijdingsbehandeling gepland op 13 oktober 2023.
2.3
Bij e-mail van 20 september 2023 heeft Superfood onder meer het volgende aan [eiser] bericht:

Allereerst hopen we dat het weer wat beter met je gezondheid gaat. Mede door jouw hoge absentie en ziekteverzuim is [Naam VBA] al geruime tijd zonder leiding en stuurloos. Dit resulteert naast een tekort aan personeel, in een al te lange periode met hoge werkdruk op de rest van het team van [Naam VBA] en andere leidinggevenden. Hierdoor kunnen we als bedrijf de kwaliteit en de service niet meer waarborgen, welke de klant van ons gewend is. Directie ziet zich daarom genoodzaakt om per 21 september 2023 een nieuwe leidinggevende [functie] aan te stellen, dit houdt in dat de nieuwe [functie] de eindverantwoordelijke van de afdeling is.”
2.4
De Arboarts van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft [eiser] op 21 september 2023 geschikt bevonden om per 22 september 2023 voor 50% (vier uren per dag) aangepast werk te verrichten met de voorwaarden/aanpassingen: zittend werk; van positie veranderen elke 45 minuten; mag staan zo nodig.
2.5. [
eiser] is op 22 september 2023 niet gaan werken bij Superfood en heeft de SVB laten weten het oneens te zijn met de beslissing om dat wel te moeten doen.
2.6
Bij e-mail van 25 september 2023 heeft Superfood onder meer het volgende aan [eiser] bericht:

SVB heeft ons op de hoogte gebracht dat je sinds afgelopen 22 september j.l. je AG bent voor 50%. Dat betekent dat je voor 4 uren (50%) aangepast zittend werk heb gekregen met een aantal beperkingen.
We zijn op de hoogte gebracht dat je een brief heb ontvangen voor de werkgever met deze melding e met de beperkingen ie je hebt gekregen van SVB, maar tot op heden ben je:1. niet komen werken volgens instructie van SVB
2. ook heb ik de brief voor de werkgever nog niet mogen ontvangen.
SVB heeft ook geïnformeerd dat je een aantal dokter afspraken gepland heb, waar je naartoe moet en dat is natuurlijk geen probleem wat ons betreft, graag deze tijdig aangeven.
Dit is een oproeping dat je zo snel mogelijk contact opnemen met ons om je reintegratie in werking te stellen conform instructie van SVB. Dit had al sinds vorige week moeten gebeuren.”
2.7
Bij e-mail van eveneens 25 september 2023 heeft [eiser] Superfood bericht dat hij een bezwaarschrift heeft ingediend bij de SVB, en voorts dat hij gebruik wil maken van zijn opgebouwde vakantiedagen tot en met 8 oktober 2023 en dat, indien zijn bezwaar gegrond wordt bevonden, deze opgenomen vakantiedagen worden hersteld.
2.8
Bij e-mail van 26 september 2023 heeft Superfood [eiser] bericht dat zijn vakantie-aanvraag niet akkoord is, dat hij 50% arbeidsongeschikt is en 50% arbeidsgeschikt en dat er in overleg met SVB een re-integratieproces is. Superfood verwacht dat [eiser] hier gehoor aan geeft.
2.9
Bij e-mail van eveneens 26 september 2023 heeft Superfood [eiser] dringend opgeroepen om woensdag 27 september om 8am conform aan [eiser] gegeven instructies door de SVB, de re-integratiebrief voor de werkgever in te leveren en om de condities van zijn 50% arbeidsgeschiktheid en aangepast werk te bespreken zodat kan worden begonnen met zijn re-integratie.
2.1
In reactie hierop heeft [eiser] bij e-mail van 27 september 2023 onder meer aan Superfood geschreven dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) hem geen instructies heeft gegeven met betrekking tot een verzonden brief. Verder is [eiser] verzocht op woensdag, een dag die sedert zijn indiensttreding als roostervrij geldt, gehoor te geven aan de oproep en verzoekt hij Superfood de reden voor deze wijziging in zijn werkschema te verduidelijken.
2.11
Op 28 september 2023 heeft [Naam huisarts], huisarts, [eiser] verwezen naar een psychiater in verband met de klacht: acute suïcidaliteit.
2.12
Bij brief van 28 september 2023 heeft Superfood [eiser] op staande voet ontslagen. Daarbij heeft Superfood onder meer het volgende aan [eiser] geschreven:

Al enige tijd bestaat een dispuut over uw arbeidsongeschiktheid en kennelijke wens om niet meer op het werk terug te keren.
Immers bent u al enige tijd kennelijk niet in staat om te komen werken, doch dit heeft u niet weerhouden om in juli 2023 met vakantie te gaan alhoewel de SVB u geen toestemming heeft gegeven voor dit verlof, welke toestemming wettelijk vereist was. Ondanks dat ook Super Food meende dat u niet met vakantie moest gaan -ook omdat dat een (negatieve) rol zou (kunnen) spelen bij uw herstel- nam u eenzijdig de vakantie waarbij u dus bereid was om uw arbeidsongeschiktheid te schorsen om zodoende naar het buitenland te kunnen reizen.
Echter bij uw terugkeer was u kort daarna wederom arbeidsongeschikt, met uitzondering van de periode 31 augustus - 4 september 2023, over welke periode u geen betaling heeft ontvangen omdat SVB die dagen niet heeft goedgekeurd. Vervolgens heeft de SVB u voor 50% arbeidsgeschikt verklaard en een re-integratieplan voorgeschreven.
Super Food heeft meteen aangegeven uw werkzaamheden conform het re-integratieplan aan te passen. Uw reactie was dat u in bezwaar zou gaan tegen de beslissing van de SVB -wat uw goed recht is- doch dat schorst niet de beslissing van de SVB, die op dit moment dus gewoon uitgevoerd moet worden.
Daarom bent u opgeroepen om uw aangepaste werkzaamheden conform de beslissing van de SVB te komen verrichten, hetgeen u geweigerd heeft. U heeft wederom voor vakantie opgevraagd om zodoende niet op het werk moeten verschijnen, hetgeen niet is toegekend zodat u verplicht bent om te komen werken.
Dinsdag 26 september 2023 heeft Super Food dit standpunt wederom bevestigd, doch u blijft weigeren om met uw werkzaamheden conform het re-integratieplan aan te vangen en bent u vandaag weer niet op het werk verschenen.
U maakt zich door uw gedrag schuldig aan ongeoorloofd werkverzuim en dit levert -in aanmerking nemende de hierboven aangegeven feiten en omstandigheden- een dringende reden op om uw dienstverband met onmiddellijke ingang te beëindigen, hetgeen bij deze geschiedt. Uw afrekening zal bij de volgende betaaldatum plaatsvinden.”
2.13
Bij brief van 28 september 2023 aan Superfood heeft [eiser] bezwaar gemaakt tegen het hem gegeven ontslag op staande voet en heeft aangekondigd daartegen rechtsmaatregelen te nemen.
2.14
In een beslissing van de SVB van 29 september 2023 is onder meer het volgende opgenomen:

U claimt voortdurende arbeidsongeschiktheid vanwege 2 medische ingrepen: operatie van een liesbreuk links op 27 juni 2023, tegemoetkoming werd toegekend (…). En een operatie op 31 augustus 2023 waarbij spataderen aan uw linker been werden verwijderd, tegemoetkoming werd toegekend (…). Op 9 september 2023 onderging u een MRI onderzoek van de lage rug, hierbij werd enige mate van slijtage gezien en u werd verwezen voor een pijnbestrijdingsbehandeling. (…)
Op 21 september 2023 is er een fysiek onderzoek geweest ter beoordeling van uw claim. Op die dag werd een re-integratie aan u gepresenteerd en ontving u een brief hierover voor uw werkgever. U werd minder belastbaar geacht voor uw arbeid en een re-integratie traject werd in overeenstemming met uw beperkingen en in overleg met uw werkgever opgesteld. Er werden beperkingen in uren en in functie inhoud (o.a. tillen en staan) opgesteld en uw traject zou vrijdag 22 september 2023 starten.
Ondanks deze aanwijzing gaf u geen gehoor hieraan en startte niet met dit re-integratie traject. Uiteindelijk schreef u een e-mail bericht aan de directeur van de SVb waarin u om een beslissing vroeg zodat u beroep kon instellen.
Conform het Burgerlijk Wetboek van Aruba hebben zowel de werkgever en als de arbeidsongeschikte werknemer verplichtingen aangaande hun actieve bijdrage aan de re-integratie. Ingevolge artikel 7, eerste lid en onder f van de Landsverordening ziekteverzekering dient u als verzekerde de aanwijzingen van de controlerende geneeskundige op te volgen, ook als deze afwijken van de behandelend geneeskundige.
Resumerende en op grond van het bovenstaande, heeft de SVb besloten:
U bent arbeidsgeschikt voor aangepaste arbeid zoals opgesteld in het re-integratie traject vanaf vrijdag 2 september 2023, te weten 50% arbeidsgeschikt met beperkingen.
2.15
Op 12 oktober 2023 heeft [eiser] beroep ingesteld tegen voornoemde beslissing bij het College van Beroep Ziekteverzekering.
2.16
Bij brief van 12 oktober 2023 is namens [eiser] de nietigheid van het op 28 september 2023 gegeven ontslag op staande voet ingeroepen en is aanspraak gemaakt op doorbetaling van het salaris en wedertewerkstelling.
2.17
Op 26 oktober 2023 heeft [Naam psychiater], psychiater, bericht sinds 28 september 2023 bekend te zijn met [eiser] en is bij [eiser] de diagnose: “
Aanpassingsstoornis met depressieve kenmerken” gesteld.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
eiser] vordert dat het gerecht Superfood veroordeelt tot betaling van een voorlopige toekenning van:
a. een gefixeerde schadevergoeding als bedoeld in artikel 7:677 lid 1 BW juncto 7:680 BW wegens onregelmatig ontslag gelijk aan een maand (Afl. 5.200,--) en de wettelijke verhoging;
b. een volledige schadevergoeding, met de wettelijke verhoging, als bedoeld in artikel 7:677 lid 2 BW wegens het ontbreken van een dringende reden, bestaande uit:
- het achterstallige salaris van 31 augustus tot en met 4 september 2023,
- de maandsalarissen over oktober en november 2023 van in totaal Afl. 10.200,--,
- een billijke vergoeding van drie maandsalarissen van in totaal Afl. 15.600,--,
- kosten van juridische bijstand, griffierechten en overige proceskosten van Afl. 2.693,13,
c. immateriële schade van Afl. 5.000,--,
d. de wettelijk verschuldigde transitievergoeding gelijk aan een weeksalaris wegens het niet correct nakomen van de wettelijke verplichtingen bij de beëindiging van het dienstverband van Afl. 1.200,--.
3.2 [
eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat hij op 28 september 2023 op staande voet is ontslagen, terwijl er geen sprake was van een dringende reden.
3.3
Superfood heeft gemotiveerd verweer gevoerd en heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.
3.4
Het gerecht zal hierna, waar nodig, nader op de standpunten van partijen ingaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het spoedeisend belang van [eiser] bij de gevraagde voorziening volgt uit de aard van de vordering, nu deze ziet op financiële middelen waarvan [eiser] voor zijn levensonderhoud afhankelijk is.
4.2
In deze procedure moet aan de hand van de door partijen gepresenteerde stellingen, zonder nader onderzoek en bewijslevering, worden beoordeeld of de vordering in een eventuele bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat vooruitlopend daarop toewijzing van de gevraagde voorziening gerechtvaardigd is.
4.3
Als dringende redenen worden volgens artikel 7:678 lid 1 BW beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet kan gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling van de vraag of van een dringende reden sprake is, moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. Daarbij behoren ook in beschouwing te worden betrokken de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals zijn leeftijd, de aard en duur van het dienstverband, de wijze waarop de werknemer tijdens het dienstverband heeft gefunctioneerd en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor hem hebben. Ook indien de gevolgen ingrijpend zijn, kan een afweging van deze persoonlijke omstandigheden tegen de aard en de ernst van de dringende reden tot de conclusie leiden dat een onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is.
4.4
Uit de ontslagbrief van Superfood volgt dat zij ongeoorloofd werkverzuim als dringende reden voor het ontslag op staande voet heeft opgegeven. Nu nog niet de uitkomst bekend is van het door [eiser] tegen de beslissing van de SVB ingestelde beroep, moet voorlopig worden aangenomen dat hij inderdaad op 22 september 2023 aangepast werk bij Superfood had moeten verrichten. Door dat na te laten heeft [eiser] zijn verplichtingen bij ziekte en re-integratie geschonden. Deze schending kan echter geen dringende reden voor een ontslag op staande voet zijn. Het is sinds
Vixia/Gerrits [1] vaste rechtspraak dat het niet nakomen van verplichtingen in het kader van ziekte en re-integratie door de werknemer op zichzelf geen ontslag op staande voet kan rechtvaardigen. Daarbij is van belang dat een werkgever voor dergelijke gevallen op grond van artikel 7:629 lid 3 en lid 6 BW al de mogelijkheid heeft om de loonbetaling te staken of op te schorten. Bijkomende omstandigheden die in onderlinge samenhang een uitzondering op deze regel rechtvaardigen, zijn door Superfood niet gesteld en zijn ook niet aannemelijk. Immers, Superfood had per 21 september 2023 al een nieuwe [functie] aangesteld. Doordat [eiser] niet op het werk verscheen terwijl Superfood daar vanwege de beslissing van de SVB wel op mocht rekenen, kon dan ook geen noodtoestand ontstaan voor Superfood.
4.5 [
eiser] heeft aanvankelijk de nietigheid van het ontslag ingeroepen maar daarop is hij teruggekomen en hij is geswitcht naar andere vorderingen, waarbij het ontslag als feit is geaccepteerd. Dat laatste is begrijpelijk in het licht van alle omstandigheden van het geval, waaronder de aanstelling door Superfood van een ‘nieuwe leidinggevende’ op het werk in plaats van [eiser].
4.6
Naar het voorlopig oordeel van het gerecht is het ontslag op staande voet van
28 september 2023 wegens het ontbreken van een dringende reden onregelmatig en kennelijk onredelijk. Dat laatste is het geval omdat het ontslag in strijd met de geldende regels is gegeven. In de terminologie van de wet is dat een ‘valse’ reden. Superfood is daarom schadeplichtig en [eiser] heeft aanspraak op de gefixeerde schadevergoeding ex artikel 7:680 lid 1 BW en de schadevergoeding ex artikel 7:681 lid 1 BW.
De gefixeerde schadevergoeding is een bedrag gelijk aan het loon voor de tijd dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren (het tijdvak van 28 september 2023 tot 1 november 2023), oftewel een bedrag van Afl. 5.720,- bruto.
Omdat het niet om loon gaat maar een bedrag gelijk aan loon, is hierover geen wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW verschuldigd.
Bij het vaststellen van de hoogte van de schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag dient de rechter alle omstandigheden van het geval te betrekken, waarbij de algemene regels van boek 6 BW voor begroting van de schadevergoeding van toepassing zijn [2] . De hoogte van de toe te kennen schadevergoeding is bovendien gerelateerd aan de aard en de ernst van het tekortschieten van de werkgever in zijn verplichting als goed werkgever te handelen, en de daaruit voortvloeiende (materiële en immateriële) nadelen voor de werknemer. Het gerecht hecht in dit geval bijzondere betekenis aan de psychische toestand waarin [eiser] na en door het ontslag is beland. De behandelend psychiater heeft dat samengevat onder de noemer ‘zeer veel wanhoop’. Het is dan ook aannemelijk dat het nog wel enige tijd zal kunnen duren voordat [eiser] weer in staat is om zich aan te bieden op de arbeidsmarkt. Het inkomensverlies sinds het ontslag is daarom aanzienlijk. Daarbij komt dat het ontslag het leven van [eiser] op zijn kop heeft gezet.
Ook daarvoor moet hij gecompenseerd worden. [eiser] heeft bovendien vanwege het ontslag (juridische) kosten moeten maken. Het gerecht verwacht dat vanwege alle omstandigheden van het geval zoals die nu al zijn gebleken, in een bodemprocedure een schadevergoeding van tenminste Afl. 20.000,- bruto aan [eiser] zal worden toegekend.
Dit bedrag is daarom als voorschot toewijsbaar.
4.7
De overige vorderingen van [eiser] kunnen niet leiden tot toekenning van een hoger voorschot. [eiser] baseert zich daarvoor (transitievergoeding en billijke vergoeding) enerzijds op het Nederlandse ontslagrecht dat in de Arubaanse wetgeving niet is nagevolgd, anderzijds combineert hij vorderingen die niet te combineren zijn. Dat geldt voor de ‘volledige schadevergoeding’, welke vanwege de keuze voor de gefixeerde schadevergoeding niet aan de orde komt. Door de ‘switch’ en de berusting in het ontslag kan het gevorderde salaris over de maanden oktober en november 2023 niet worden toegewezen. Daarvoor in de plaats komen de onder 4.6 vermelde schadevergoedingen. Ten slotte staat voor wat betreft het gevorderde salaris over de periode van 31 augustus 2023 tot en met 4 september 2023 vooralsnog niet vast dat [eiser] daar aanspraak op kan maken.
4.8
Superfood zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Aangezien [eiser] zonder professionele gemachtigde heeft geprocedeerd zal het salaris gemachtigde op nihil worden gesteld.

5.DE UITSPRAAK

Het gerecht:
veroordeelt Superfood tot betaling aan [eiser] van:
a. de gefixeerde schadevergoeding ex artikel 7:680 lid 1 BW van Afl. 5.720,- bruto vermeerderd met de wettelijke rente daarover gerekend vanaf 28 september 2023 tot de datum van algehele betaling;
b. als voorschot op de schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag een bedrag van Afl. 20.000,- bruto;
veroordeelt Superfood in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [eiser] worden begroot op Afl. 450,00 aan griffierecht en Afl. 235,00 aan explootkosten en aan salaris gemachtigde nihil;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.T.G. Roovers, rechter-plv., en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 december 2023 in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.HR 8 oktober 2004, NJ 2007, 480
2.HR 27 november 2009,