In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben werknemers van de naamloze vennootschap Post Aruba N.V. een verzoek ingediend om de werkgever te veroordelen tot naleving van de cao, specifiek artikel 25, dat een jaarlijkse loonsverhoging van Afl. 105,- voorschrijft. De werknemers hebben deze verhoging sinds 2022 niet ontvangen. De cao was afgesloten met de Sindicato di Empleadonan Publico i Priva di Aruba (SEPPA) en is door Post opgezegd, maar eerdere uitspraken van het gerecht hebben bepaald dat de cao nawerkt. De werknemers vorderen nu betaling van de loonsverhoging, terwijl Post zich beroept op een kortgedingvonnis waarin haar betalingsverplichting is opgeschort.
De rechter oordeelt dat de uitspraak in het kort geding de werknemers niet bindt, aangezien zij daar geen partij in waren. De rechter volgt het eerdere oordeel van zijn collega’s en stelt dat de werknemers recht hebben op de loonsverhoging, ondanks de financiële problemen van Post. De rechter schorst de verplichting tot betaling van de loonsverhoging tot er een definitieve uitspraak is in de hoger beroep procedures die door Post zijn aangespannen. De kosten van de procedures worden gecompenseerd, zodat beide partijen hun eigen kosten dragen. De beschikking is gegeven door rechter J.T.G. Roovers op 5 december 2023.