[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1993 in Aruba,
wonende in Aruba,
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Aruba.
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 13 oktober 2023. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. D.G. Croes, advocaat in Aruba.
De benadeelde partij [benadeelde partij] heeft zich ter terechtzitting gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding.
De officier van justitie, mr. E. Stevens, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig (30) maanden waarvan twaalf (12) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie (3) jaren, met aftrek van voorarrest.
Zijn vordering behelst voorts de onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen vuurwapen, de verbeurdverklaring van de schoudertas, de teruggave van de DVR aan de verdachte en de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van Afl. 1.000,= (duizend florin), de niet-ontvankelijkverklaring van die benadeelde partij in hetgeen hij overigens heeft gevorderd en de oplegging van een bij de toewijsbare vordering behorende schadevergoedingsmaatregel.
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde. Zij heeft tevens een strafmaatverweer gevoerd en een verweer ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1. dat hij op of omstreeks 5 maart 2023 in Aruba, [benadeelde partij] heeft bedreigd met
- enig misdrijf tegen het leven gericht,
- zware mishandeling en/of
- mishandeling met gebruikmaking van wapenen als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Wapenverordening, te weten een vuurwapen (een revolver van het merk Amadeo Rossi S.A., kaliber .38 SPL en met serienummer J377436), althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,
door voornoemd vuurwapen, althans voornoemd op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan die [benadeelde partij] te tonen en/of vervolgens tegen die [benadeelde partij] te zeggen “Kijk eens wat ik heb, doordat het om mijn zus gaat zal ik jou niet schieten”, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking, en/of (vervolgens) tegen die [benadeelde partij] te zeggen dat hij hem zomaar kon schieten en hem langs de weg achter kon laten en/of dat hij hem zomaar kon schieten daar hij altijd gewapend rondloopt, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking;
2. dat hij op of omstreeks 5 maart 2023 in Aruba een revolver (van het merk Amadeo Rossi S.A., kaliber .38 SPL en met serienummer J377436) en/of een (of meer) scherpe patro(o)n(en), in elk geval een vuurwapen en/of munitie als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad.
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd, met dien verstande:
1. dat hij op
of omstreeks5 maart 2023 in Aruba, [benadeelde partij] heeft bedreigd met
- enig misdrijf tegen het leven gericht,
- zware mishandelingen
/ of
- mishandeling met gebruikmaking van wapenen als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Wapenverordening, te weten een vuurwapen (een revolver van het merk Amadeo Rossi S.A., kaliber .38 SPL en met serienummer J377436),
althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,
door voornoemd vuurwapen
, althans voornoemd op een vuurwapen gelijkend voorwerp,aan die [benadeelde partij] te tonen en
/ofvervolgens tegen die [benadeelde partij] te zeggen “Kijk eens wat ik heb, doordat het om mijn zus gaat zal ik jou niet schieten”
, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking,en
/of (vervolgens
)tegen die [benadeelde partij] te zeggen dat hij hem zomaar kon schieten en hem langs de weg achter kon laten en
/ofdat hij hem zomaar kon schieten daar hij altijd gewapend rondloopt
, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking;
2. dat hij op
of omstreeks5 maart 2023 in Aruba een revolver (van het merk Amadeo Rossi S.A., kaliber .38 SPL en met serienummer J377436) en
/of een (of meer)scherpe patro
(o)n
(en
), in elk geval een vuurwapen en/of munitie als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de Vuurwapenverordening,voorhanden heeft gehad.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Indien tegen dit verkorte vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door het Gerecht gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling zal vervolgens aan het vonnis worden gehecht.
Feit 1
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte van het onder 1 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. Zij heeft daartoe – samengevat – het volgende aangevoerd. Het bewijs voor dit ten laste gelegde feit mag niet uitsluitend op de verklaring van slechts één getuige, in dit geval de aangever, worden aangenomen. De verdachte heeft het vuurwapen voor iemand in zijn kluis bewaard. Toen hij het vuurwapen kreeg was het vuurwapen in een sok en in een “ziplock”. Hij heeft het vuurwapen pas bij de huiszoeking voor het eerst gezien.
Het Gerecht overweegt als volgt.
De aangever heeft in zijn aangifte het vuurwapen waarmee hij is bedreigd en de tas die de verdachte bij zich had en waarin dat vuurwapen zat, beschreven. De verklaring van de aangever wordt ondersteund door de bij de huiszoeking van de verdachte aangetroffen nikkelkleurige revolver en schoudertas van het merk Calvin Klein, die aan voornoemde beschrijving van de aangever voldoen. De verdachte heeft geen verklaring kunnen geven voor het feit dat de aangever op de hoogte was van het betreffende vuurwapen en de tas. Het verweer wordt verworpen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
1. Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met mishandeling met gebruikmaking van wapenen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wapenverordening,
strafbaar gesteld bij artikel 2:255, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
2. Overtreding van een verbod, gesteld bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenverordening, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van deze verordening.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf en maatregel
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiging met een vuurwapen. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. Dit zijn ernstige feiten. Verdachte had dit vuurwapen bij zich in een tas in de auto en heeft het slachtoffer met dit vuurwapen bedreigd. Verdachte heeft met zijn handelen gevoelens van onveiligheid en angst opgeroepen bij het slachtoffer. Tot slot kan het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie gevaarlijke situaties met zich mee brengen en behoort dit tot een categorie feiten die een ernstige inbreuk maakt op de rechtsorde en gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving veroorzaken.
Het Gerecht houdt ook rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte is, zo blijkt uit zijn uittreksel uit het justitieel documentatieregister, niet eerder veroordeeld voor strafbare feiten, maar is eerder in aanraking gekomen met politie en justitie voor bedreiging.
Het Gerecht heeft voorts acht geslagen op de door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie geformuleerde oriëntatiepunten voor straftoemeting (met name vuurwapenbezit). Daarin wordt voor “bezit in de auto” als indicatie gegeven een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een onvoorwaardelijk gevangenisstraf van na te melden duur, waarvan een deel voorwaardelijk, passend en geboden is. Het voorwaardelijke strafdeel dient er toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
De zwarte schoudertas van het merk Calvin Klein is vatbaar voor verbeurdverklaring. Het voorwerp behoort immers toe aan de verdachte en het onder 1 bewezen verklaarde is met behulp daarvan begaan of voorbereid. Het Gerecht zal daarom de verbeurdverklaring gelasten.
Het vuurwapen en de patronen zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Het betreft voorwerpen met behulp waarvan of met betrekking tot welke het onder 1 en 2 bewezen verklaarde is begaan. Het ongecontroleerde bezit van de voorwerpen is bovendien in strijd met de wet. Het Gerecht zal de voorwerpen daarom onttrekken aan het verkeer.
De verdachte heeft ter zitting afstand gedaan van de in beslag genomen marihuana. Ten aanzien daarvan zal dan ook geen beslissing volgen.
Het Gerecht is van oordeel dat zich geen strafvorderlijk belang verzet tegen teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen DVR. Daarom zal daarvan de teruggave aan de verdachte worden gelast.
De benadeelde partij [benadeelde partij] heeft zich in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt Afl. 5.000,- aan immateriële schade.
De verdediging heeft de vordering gemotiveerd betwist.
Het Gerecht is van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij niet van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor beslissing in de strafzaak. De benadeelde partij heeft geen bewijsstukken (bijvoorbeeld medische stukken) ten aanzien van de zijdens hem gestelde en gemotiveerd betwiste trauma overgelegd. Hij kan daarom niet worden ontvangen en de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte te zijner verdediging tegen de vordering gemaakt. Door of namens de verdachte is niet naar voren gebracht dat zulke kosten zijn gemaakt, zodat die kosten dienen te worden begroot op nihil.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf en maatregel zijn, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:19, 1:20, 1:21, 1:62, 1:67, 1:68, 1:74, 1:75, 1:78, 1:136 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.