ECLI:NL:OGEAA:2023:291

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
3 november 2023
Publicatiedatum
14 november 2023
Zaaknummer
257 van 2023
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak verdachte in Arubaanse strafzaak wegens onvoldoende bewijs van mishandeling met fatale afloop

In deze Arubaanse strafzaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg op 3 november 2023 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 2001 en thans gedetineerd in Aruba. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk van het leven beroven van het slachtoffer, alsook van mishandeling. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van elf jaar en een schadevergoeding van Afl. 10.000,- voor de benadeelde partij, de moeder van het slachtoffer. Tijdens de zitting op 13 oktober 2023 heeft de verdachte ontkend het slachtoffer te hebben mishandeld. De verdediging voerde aan dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. Na het horen van de getuigen en het bestuderen van het dossier, concludeerde het Gerecht dat er geen voldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De verklaringen van de getuigen waren niet overtuigend en er was geen steunbewijs voor de beschuldigingen. De verdachte had van meet af aan ontkend betrokken te zijn geweest bij de mishandeling, en het Gerecht oordeelde dat de verklaringen van de getuigen niet voldoende waren om tot een veroordeling te komen.

Uiteindelijk sprak het Gerecht de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, heffend de voorlopige hechtenis op. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken van de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte.

Uitspraak

Parketnummer: P-2023/00690
Zaaknummer: 257 van 2023
Uitspraak: 3 november 2023 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 2001 in Aruba,
wonende in Aruba,
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Aruba.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 13 oktober 2023. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. G.M. Brito, advocaat in Aruba.
De benadeelde partij Mariana [benadeelde partij] (de moeder van het slachtoffer) heeft zich ter terechtzitting gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding.
De officier van justitie, mr. E. Stevens, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het primair ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van elf (11) jaren, met aftrek van voorarrest.
Zijn vordering behelst voorts de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van Afl. 10.000,-, de niet-ontvankelijkverklaring van die benadeelde partij in hetgeen zij overigens heeft gevorderd en de oplegging van een bij de toewijsbare vordering behorende schadevergoedingsmaatregel.
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde. Zij heeft tevens verweer gevoerd ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting – ten laste gelegd:
dat hij op of omstreeks 22 januari 2023 te Aruba tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door
- die [slachtoffer] een of meermalen op te tillen en (met kracht) op de grond te gooien, en/of
- een of meermalen op de borstkas en de buik van die [slachtoffer] te springen en/of
- die [slachtoffer] tegen zijn gezicht en/of hoofd te schoppen
en/of
- het gooien van 1 of meer flessen, althans objecten, tegen het hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer];
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht kunnen volgen
dat hij op of omstreeks 22 januari 2023 te Aruba tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten:
- meerdere aangezichtsfracturen,
- meerdere ribfracturen,
- pneuomthorax,
- schedelfractuur en
- hersenletsel,
heeft toegebracht, door
- die [slachtoffer] een of meermalen op te tillen en (met kracht) op de grond te gooien, en/of
- een of meermalen op de borstkas en de buik van die [slachtoffer] te springen en/of
- die [slachtoffer] tegen zijn gezicht en/of hoofd te schoppen
en/of
- het gooien van 1 of meer flessen, althans objecten, tegen het hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer],
terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad;
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht kunnen volgen
dat hij op of omstreeks 22 januari 2023 te Aruba tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] heeft mishandeld door
- die [slachtoffer] een of meermalen op te tillen en (met kracht) op de grond te gooien, en/of
- een of meermalen op de borstkas en de buik van die [slachtoffer] te springen en/of
- die [slachtoffer] tegen zijn gezicht en/of hoofd te schoppen
en/of
- het gooien van 1 of meer flessen, althans objecten, tegen het hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer],
terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad.
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Vrijspraak
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte bij gebrek aan wettig bewijs van het ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.
Anders dan de officier van justitie is het Gerecht van oordeel dat op basis van de zich in het dossier voorhanden zijnde stukken en het verhandelde ter terechtzitting niet met een voldoende mate van zekerheid vastgesteld kan worden dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het ten laste gelegde. Ter toelichting dient het volgende.
De verdachte heeft van meet af aan ontkend het slachtoffer te hebben mishandeld. Hij heeft bij de politie verklaard dat hij wel een fles in de richting van het slachtoffer heeft gegooid en dat de fles de linker zijde van de borst of linker arm van het slachtoffer heeft geraakt. Ter zitting heeft de verdachte ontkend dat hij dat aan de politie heeft verklaard.
Er is geen steunbewijs voor de verklaring ten aanzien van de fles. Volgens artikel 384, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering kan het bewijs dat de verdachte dit zou hebben gedaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op grond van diens eigen verklaring. Daargelaten de vraag of in casu gesproken kan worden van mishandeling (Heeft de fles het slachtoffer geraakt? Was er sprake van letsel of pijn?).
De getuige [getuige] heeft bij de politie verklaard dat zij gezien heeft dat de verdachte een keer tegen het hoofd van het slachtoffer heeft geschopt. In het dossier is er echter geen steunbewijs voor deze verklaring.
De medeverdachte heeft het volgende verklaard. Hij was op zoek naar het slachtoffer die een portemonnee van een bezoekster in een bar in San Nicolas had gestolen. Hij zag hem binnen een huis staan, ging dat huis binnen en sloeg het slachtoffer met zijn vuist tegen het gezicht. Het slachtoffer viel toen bewusteloos op de grond. Hierna tilde hij het slachtoffer op en gooide hem buiten midden op straat. Hij liep toen terug naar de woning en ging met een van de bewoners praten (voornoemde getuige [naam getuige] is een van de bewoners). Terwijl hij met haar sprak, hoorde hij hoe iemand het slachtoffer buiten aan het mishandelen was. Hij weet niet wie.
Het Gerecht is anders dan de officier van justitie van oordeel dat voormelde verklaring van de medeverdachte geen ondersteuning biedt voor de verklaring van de getuige [naam getuige] ten aanzien van de verdachte. Het Gerecht acht deze verklaring, gelet op de verklaring van voornoemde getuige, ongeloofwaardig. Die getuige heeft namelijk verklaard dat de medeverdachte het slachtoffer heeft toegetakeld en niemand anders.
Het Gerecht acht, gelet op het voorgaande, het bewijs niet toereikend om buiten redelijke twijfel te kunnen vaststellen dat de verdachte samen met de medeverdachte (medeplegen) betrokken is geweest bij de mishandeling van het slachtoffer ten gevolge waarvan het slachtoffer is overleden. Niet is komen vast te staan dat de verdachte het slachtoffer tegen het hoofd heeft geschopt en met een fles heeft mishandeld. Het Gerecht zal de verdachte daarom van het hem ten laste gelegde vrijspreken.
Voorlopige hechtenis
De ten aanzien van de verdachte bevolen voorlopige hechtenis zal, gelet op het vorenstaande, worden opgeheven.
Schadevergoeding
De benadeelde partij [benadeelde partij] heeft zich in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt Afl. 50.000,- aan immateriële schade.
Nu het Gerecht de verdachte zal vrijspreken van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt, kan de benadeelde partij niet in haar vordering worden ontvangen.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat deze de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. E.M.D. Angela, bijgestaan door mr. A.B. Bennett, (zittingsgriffier), en op 3 november 2023 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.
uitspraakgriffier:
Inhoudsindicatie:
Arubaanse strafzaak.
Vrijspraak verdachte van het hem tenlastegelegde. Het Gerecht acht het bewijs niet toereikend om buiten redelijke twijfel te kunnen vaststellen dat de verdachte samen met de medeverdachte (medeplegen) betrokken is geweest bij de mishandeling van het slachtoffer ten gevolge waarvan het slachtoffer is overleden. Niet is komen vast te staan dat de verdachte het slachtoffer tegen het hoofd heeft geschopt en met een fles heeft mishandeld.