ECLI:NL:OGEAA:2023:283

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 maart 2023
Publicatiedatum
9 november 2023
Zaaknummer
AUA202103478
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap na echtscheiding met geschil over de wijze van verdeling

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, betreft het een geschil tussen een vrouw en een man over de verdeling van hun huwelijksgoederengemeenschap na hun echtscheiding. Partijen zijn op 16 december 1988 in Colombia met elkaar gehuwd en hebben een minderjarige zoon. De echtscheiding is op 8 juni 2020 uitgesproken en op 29 juli 2020 ingeschreven. De vrouw vordert dat de kosten van de procedure ten laste van de huwelijksgoederengemeenschap komen en dat de man haar een bedrag van Afl. 2.083,33 per maand betaalt, evenals 50% van de huur van een appartement. De man verzet zich tegen deze vorderingen en vordert in reconventie een andere verdeling van de gemeenschap.

Tijdens de procedure zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Het Gerecht heeft de feiten en stellingen van beide partijen in overweging genomen en heeft vastgesteld dat de huwelijksgoederengemeenschap onder andere bestaat uit een woning, aandelen in een vennootschap, en diverse schulden. Het Gerecht heeft de wijze van verdeling van de gemeenschap vastgesteld, waarbij de woning getaxeerd moet worden en de man de gelegenheid krijgt om de woning te financieren. Indien dit niet lukt, zal de woning verkocht worden. Daarnaast is bepaald dat de man een gebruiksvergoeding aan de vrouw moet betalen voor het gebruik van de woning.

De uitspraak van het Gerecht omvat ook de benoeming van een taxateur en makelaar, en de verdeling van de kosten van deze diensten. De man is veroordeeld tot betaling van een bedrag van Afl. 12.750,- aan de vrouw, en een maandelijkse gebruiksvergoeding van Afl. 467,50, met compensatie van proceskosten.

Uitspraak

Vonnis van 29 maart 2023
Behorend bij AR nr. AUA202103478
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[naam eiseres in conventie, gedaagde in reconventie],
wonende te Aruba,
eiseres in conventie,
gedaagde in reconventie
hierna ook te noemen: de vrouw,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
[naam gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
wonende te Aruba,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie
hierna ook te noemen: de man,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit het tussenvonnis van 11 mei 2022 en de daarin genoemde stukken.
1.2
Bij voormeld vonnis is een comparitie van partijen bepaald, die heeft plaatsgevonden
op 22 augustus 2022. Partijen zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigden
voornoemd. Partijen hebben op vragen van het Gerecht geantwoord, het woord gevoerd
en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen. De vrouw heeft tevens
op de reconventionele vordering van de man kunnen reageren.
1.3
Partijen hebben, zoals ter comparitie besproken en na herhaald uitstel, ieder op 15
februari 2023 van akte gediend.
1.4
Vervolgens is vonnis bepaald op vandaag.

2.DE FEITEN

2.1
Partijen zijn op 16 december 1988 in Colombia met elkaar in gemeenschap van goederen gehuwd. Uit het huwelijk is een (op dit moment nog minderjarige) zoon geboren.
2.2
Bij beschikking van 8 juni 2020 van dit Gerecht (EJ AUA2002000021) is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. De echtscheiding is op 29 juli 2020 ingeschreven in de daartoe bestemde registers.
2.3
Tussen partijen bestaat een geschil over de wijze waarop de tussen hen bestaande huwelijksgoederengemeenschap moet worden verdeeld.

3.DE VORDERING

In conventie en in reconventie
3.1
De vrouw vordert dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
de man wordt veroordeeld aan de vrouw een bedrag van Afl. 2.083,33 per maand te betalen vanaf 8 juni 20202 totdat de man de woning aan de [adres] zal hebben verlaten;
de man wordt veroordeeld aan de vrouw te betalen 50% van de huur van het appartement bij de woning aan de [adres] ten bedrage van Afl. 750,- per maand vanaf 8 juni 2020;
[naam financieel deskundige] [eenmanszaak] te Aruba, dan wel een andere financieel deskundige wordt benoemd met als opdracht de waarde van de aandelen in de naamloze vennootschap [naam NV] te bepalen en een taxateur wordt benoemd ([naam taxateur] dan wel een andere taxateur) om de waarde van de woning [adres] en van [adres] met appartement te bepalen;
de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap wordt vastgesteld als volgt:
- toedeling aan de man van de aandelen in de vennootschap en het onverdeeld aandeel in [adres] tegen de door de taxateur te bepalen waarde, onder vergoeding van de helft van die waarde aan de vrouw;
- de woning [adres] met appartement te verkopen, waarna met de verkoopopbrengst de hypothecaire geldlening wordt afgelost en de aanwezige schulden. Een eventueel restant wordt tussen partijen verdeeld, met inachtneming van de vorderingen van de vrouw op de man;
wordt bepaald dat de kosten van deze procedure ten laste van de huwelijksgoederengemeenschap komen.
3.2
De man voert verweer en concludeert tot afwijzing van het gevorderde, met veroordeling van de vrouw in de kosten van het geding. In reconventie vordert de man de verdeling te doen plaatsvinden met inachtneming van het door hem gestelde en te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van de voor de verkoop en levering vereiste medewerking van de vrouw, met veroordeling van de vrouw in de kosten.
3.3
De vrouw heeft in reconventie verweer gevoerd.
3.4
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover voor de beslissing van belang, ingegaan.

4.DE BEOORDELING

In conventie en in reconventie
De omvang van de huwelijksgoederengemeenschap
4.1
Blijkens de stellingen van partijen behoort het navolgende tot de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap:
- de woning [adres] (hierna: de woning) met appartement;
- de op de woning rustende hypothecaire geldlening;
- de verhuuropbrengst van het appartement;
- het aandeel van de man in de woning [adres];
- de door de man gehouden aandelen in de naamloze vennootschap [naam NV] (hierna: de NV);
- de belastingschulden van partijen in persoon;
- een auto van het merk [merk auto] uit 2012 (hierna: de auto).
4.2
Gelet op de over en weer betrokken stellingen van partijen en op hetgeen ter zitting met partijen is besproken, zal het Gerecht de wijze van verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap vaststellen als volgt.
De woning
4.3
De woning met appartement zal moeten worden getaxeerd. Partijen zullen daartoe binnen twee weken na heden opdracht geven aan [taxateur] te Aruba. Deze zal de
marktwaardevan de woning per datum taxatie voor partijen bindend bepalen. Het is aan partijen de taxateur tijdig te benaderen en de man zal de taxateur op diens eerste verzoek toegang tot de woning moeten verlenen. Partijen zullen verder ieder de helft van de kosten van de taxatie moeten dragen.
4.4
De man zal vervolgens gedurende twee maanden na het uitbrengen van het taxatierapport de gelegenheid krijgen om de financiering te regelen voor de toedeling van de woning met het appartement aan hem tegen de getaxeerde waarde. Daarbij zal rekening moeten worden gehouden met de op de woning rustende hypotheek. De vrouw zal uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid moeten worden ontslagen of de hypotheek zal door middel van herfinanciering door de man moeten worden afgelost. Indien de man de toedeling van de woning aan hem kan financieren, zal de woning aan hem worden toegedeeld, onder de verplichting de overbedelingsvergoeding (zijnde de helft van de getaxeerde waarde, verminderd met de helft van de hypothecaire schuld) aan de vrouw te voldoen. De kosten van de toedeling aan de man dienen voor gelijke delen door partijen te worden gedragen.
4.5
Indien de man de financiering niet binnen de genoemde termijn heeft geregeld en alsdan de overbedelingsvergoeding niet kan betalen, zal de woning met het appartement aan een derde worden verkocht. Partijen zullen daartoe gezamenlijk aan [naam makelaar] te Aruba opdracht geven. Deze makelaar zal de woning tegen de getaxeerde waarde of (indien door hem geadviseerd) een hogere waarde te koop aanbieden. Tevens zal deze makelaar voor partijen bindend bepalen wanneer en in welke mate de vraagprijs naar beneden zal worden bijgesteld als de woning niet tegen de getaxeerde of geadviseerde waarde wordt verkocht. Indien de woning niet na anderhalf jaar onderhands is verkocht, zal de woning in het openbaar worden verkocht (tenzij beide partijen na ommekomst van die termijn de woning nog steeds onderhands willen verkopen). De aan de verkoop van de woning verbonden kosten komen voor rekening van beide partijen gezamenlijk. Met de verkoopopbrengst dient de hypothecaire schuld te worden afgelost en de op dat moment nog openstaande, aan de woning verbonden lasten te worden voldaan. De resterende opbrengst dient bij helfte tussen partijen te worden verdeeld.
4.6
Opgemerkt wordt nog dat het de man, indien hij de getaxeerde waarde niet kan financieren en de woning daarna ook niet tegen de getaxeerde waarde wordt verkocht, vrij staat op een later moment de dan bij de onderhandse verkoop geldende vraagprijs, gelijk iedere derde, te bieden.
Aflossingen hypothecaire geldlening
4.7
De door de man in de periode vanaf 8 juni 2020 tot aan de toedeling of verkoop van de woning betaalde aflossingen op de hypothecaire geldlening (niet zijnde het rentedeel) dienen bij de toedeling of verkoop te worden verrekend. De man dient onderbouwd met betalingsbewijzen inzichtelijk te maken welke bedragen hij in genoemde periode heeft afgelost en de vrouw dient van dat totaalbedrag de helft aan de man te betalen.
Huuropbrengsten appartement
4.8
Uit hetgeen partijen over en weer naar voren hebben gebracht volgt dat de man in de periode van juni 2020 tot juli 2022 (zijnde 25 maanden) huur ter hoogte van Afl. 700,- voor het bij de woning behorende appartement heeft ontvangen. De helft van dit ontvangen bedrag van in totaal Afl. 17.500,-, komt toe aan de vrouw. De man dient daarom het bedrag van Afl. 8.750,- aan de vrouw te voldoen.
[adres]
4.9
De man is samen met de broer van de vrouw eigenaar van de woning aan de [adres] te Aruba. Deze woning is niet met een hypothecaire geldlening belast. Partijen zijn het eens dat het aandeel van de man in deze woning aan een derde moet worden verkocht en dat de opbrengst daarvan bij helfte tussen partijen moet worden verdeeld. De aan de verkoop verbonden kosten komen eveneens voor rekening van beide partijen gezamenlijk.
4.1
De woning aan de [adres] werd in de periode van juli 2020 tot en met 2021 verhuurd voor een bedrag van Afl. 1.000,- verhuurd. Sindsdien is geen huur meer ontvangen omdat de broer van de vrouw in de woning is gaan wonen. Het aan huur ontvangen bedrag behoort toe aan beide partijen. Omdat de man de huur heeft ontvangen, dient hij de helft van dat bedrag aan de vrouw te betalen. De man dient daarom een bedrag van (18 x 1.000 = Afl. 18.000, gedeeld door 2 =) Afl. 9.000,- aan de vrouw te voldoen.
4.11
Het Gerecht heeft geen aanleiding aan te nemen dat de vrouw niet aan de toedeling van de woning aan de man of de verkoop en levering van de woning aan een derde mee zal werken. De reconventionele vordering van de man om te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt voor de medewerking van de vrouw, zal daarom worden afgewezen.
De NV
4.12
Gelet op hetgeen partijen in hun respectievelijke aktes na de comparitie hebben meegedeeld, zullen de door de man gehouden aandelen in het kapitaal van [naam NV] tegen een waarde van nihil aan de man worden toegedeeld.
Belastingschulden
4.13
Indien en voor zover sprake is van belastingschulden van de man en/of de vrouw in persoon over de huwelijkse periode van partijen, dienen deze door partijen bij helfte te worden gedragen. De partij aan wie een aanslag wordt opgelegd heeft na betaling daarvan aanspraak op betaling aan hem of haar van de helft daarvan door de ander.
De auto
4.14
De auto is bij de vrouw in gebruik en is in 2012 tweedehands voor Afl. 18.000,- gekocht. Bij gebreke aan nadere concrete aanknopingspunten, zal de huidige waarde van de auto om proceseconomische redenen worden geschat op Afl. 10.000,-. Partijen zijn het eens dat de auto aan de vrouw moet worden toegedeeld. De vrouw dient daarom bij wege van overbedelingsvergoeding het bedrag van Afl. 5.000,- aan de man te betalen.
Gebruiksvergoeding
4.15
De vrouw vordert verder nog dat de man wordt veroordeeld een gebruiksvergoeding voor de woning aan haar te betalen. De man heeft bestreden daartoe te zijn gehouden. Zolang echter de woning niet is toegedeeld aan de man of is verkocht aan een derde, blijft de mede-eigendom van partijen van de woning bestaan en zijn partijen in beginsel voor gelijke delen gerechtigd tot het genot en het gebruik van de woning. De redelijkheid kan in dat geval meebrengen dat de partij die dan niet het gebruik van de woning heeft van de andere deelgerechtigde een redelijke vergoeding kan bedingen.
4.16
Nu alleen de man het genot van de woning heeft, ligt een door hem aan de vrouw te betalen gebruiksvergoeding in de rede. Omdat niet is gesteld of gebleken dat de vrouw eerder om een gebruiksvergoeding heeft gevraagd, is deze vanaf het inleidend verzoekschrift, en daarmee per 1 december 2021, verschuldigd. Vanaf dat moment heeft de man met een dergelijke verplichting rekening kunnen houden. Voor het bepalen van de hoogte van de gebruiksvergoeding wordt aangesloten bij de overwaarde van de woning. De waarde van de woning is tussen partijen in geschil. Volgens de vrouw is de woning Afl. 450.000,- waard en volgens een berekening van de man op basis van de bouwkosten per vierkante meterprijs, Afl. 261.000,-. Nu geen van partijen de door hen gestelde waarde concreet met een taxatierapport heeft onderbouwd, zal het Gerecht de genoemde waarden middelen en uitgaan van een waarde van Afl. 355.500,-. Verder zal het Gerecht uitgaan van de hypothecaire geldlening ter hoogte van Afl. 75.000,-, zodat de overwaarde Afl. 280.500,- bedraagt. Daarvan komt Afl. 140.250,- toe aan de vrouw. Op basis van deze overwaarde bedraagt de gebruiksvergoeding op basis van 4% Afl. 5.610,- per jaar, zijnde Afl. 467,50 per maand. De man zal dit bedrag in beginsel per maand aan de vrouw moeten betalen.
4.17
Ter zitting is echter gebleken dat de man alle aan de woning verbonden eigenaarslasten (zoals de verzekeringen, grondbelasting, erfpachtscanon etc.) voldoet. De helft daarvan is voor rekening van de vrouw. De man zal, onderbouwd met stukken, inzichtelijk moeten maken welk bedrag hij met ingang van 1 december 2021 per maand aan eigenaarslasten heeft voldaan en voldoet. De helft van dit bedrag dient door de vrouw te worden betaald en kan de man (mits met bewijs van betaling onderbouwd) op de door hem te betalen gebruiksvergoeding in mindering brengen.
Slotsom
4.18
De slotsom van het voorgaande is dat de wijze van verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap van partijen wordt vastgesteld zoals hiervoor vermeld. Zoals hiervoor in 4.8 en 4.10 is overwogen, dient de man de ter zake van de huurinkomsten voor het appartement en [adres] in totaal een bedrag van Afl. 17.750,- aan de vrouw te voldoen. Het door de vrouw vanwege de toedeling van de auto aan de man te betalen bedrag van Afl. 5.000,- kan hiermee worden verrekend, zodat een bedrag van Afl. 12.750,- resteert. De man zal worden veroordeeld dat bedrag aan de vrouw te betalen.
4.19
Nu partijen gewezen echtelieden zijn, zullen de proceskosten worden gecompenseerd aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
5.1
stelt de verdeling van de tussen partijen bestaande gemeenschap vast op de wijze als hiervoor in onder 4.3 tot en met 4.14 omschreven;
5.2
wijst aan als taxateur ing. [naam taxateur] te Aruba ([email]) teneinde de woning te taxeren, een en ander zoals hiervoor in 4.4 omschreven;
5.3
wijst [naam makelaar] te Aruba aan als makelaar om de woning zo nodig te verkopen, een en ander zoals hiervoor in 4.4 en 4.5 omschreven;
5.4
bepaalt dat de kosten van de taxateur, van de makelaar en de overige aan de toedeling aan de man of verkoop van de woning verbonden kosten door partijen ieder voor de helft worden gedragen;
5.5
veroordeelt de man een bedrag van Afl. 12.750,- aan de vrouw te betalen;
5.6
veroordeelt de man ter zake van een gebruiksvergoeding voor de woning een bedrag van Afl. 467,50 per maand aan de vrouw te betalen, vanaf 1 december 2021 en totdat de woning aan hem is toegedeeld of aan een derde is geleverd dan wel totdat de man de woning heeft verlaten, verminderd met de helft van het bedrag dat de man maandelijks aan eigenaarslasten van de woning heeft voldaan en zal voldoen;
5.7
compenseert de proceskosten, aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.8
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.M. Tijhuis, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 29 maart 2023 in aanwezigheid van de griffier.