ECLI:NL:OGEAA:2023:28

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
18 april 2023
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
AUA202202430
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Disciplinair ontslag en instructiebevoegdheid van de werkgever in het arbeidsrecht

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.E.A. Hernandez, een geschil aanhangig gemaakt tegen haar werkgever, de naamloze vennootschap Heavenly Scent Enterprises N.V. (hierna: Maggy's), vertegenwoordigd door mr. A.E. Barrios. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 27 juli 2022 werd ingediend, gevolgd door een verweerschrift op 8 november 2022 en een mondelinge behandeling op 24 januari 2023. Tijdens de zitting heeft verzoekster haar vordering tot het uitvoeren van kassawerkzaamheden ingetrokken, maar de kern van het geschil bleef bestaan: de vraag of de opdracht van Maggy's aan verzoekster om kassawerkzaamheden te verrichten een redelijke instructie was of een eenzijdige wijziging van de arbeidsovereenkomst. Het Gerecht oordeelde dat de instructie van Maggy's binnen de grenzen van de arbeidsovereenkomst viel en dat verzoekster niet gerechtigd was om deze instructie te weigeren. Daarnaast werd de disciplinaire maatregel van schorsing zonder behoud van loon als rechtmatig beschouwd, aangezien deze was overeengekomen in de arbeidsovereenkomst en het huishoudelijk reglement. Het Gerecht wees de vorderingen van verzoekster af en veroordeelde haar in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde van Maggy's.

Uitspraak

Beschikking van 18 april 2023
Behorend bij E.J. AUA202202430
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende in Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: [verzoekster],
gemachtigde: de advocaat mr. A.E.A. Hernandez,
tegen:
de naamloze vennootschap
HEAVENLY SCENT ENTERPRISES N.V. H.O.D.N. MAGGY'S,
gevestigd in Aruba,
verweerster,
hierna ook te noemen: Maggy's,
gemachtigde: de advocaat mr. A.E. Barrios.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 27 juli 2022;
- het verweerschrift met producties, ingediend op 8 november 2022;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 24 januari 2023.
1.2
Ter terechtzitting zijn verschenen [verzoekster] bijgestaan door haar gemachtigde en Maggy's bij haar gemachtigde, vergezeld door de heer [naam Personeelsmanager] (Personeelsmanager van Maggy's), mevrouw [naam Managing Director] (Managing Director van Maggy's) en mevrouw [naam Operations Manager] (Operations Manager van Maggy's). [verzoekster] heeft gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om bij wijze van repliek te reageren op het verweerschrift van Maggy’s, en dat mede aan de hand van een overgelegde en voorgedragen pleitnota, voorzien van toegelaten nadere producties. Maggy's heeft vervolgens gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om bij wijze van dupliek te reageren op die reactie van [verzoekster], dat ook mede aan de hand van een overgelegde en voorgedragen pleitnota, voorzien van een toegelaten gegevensdrager.
1.3
Ter zitting heeft [verzoekster] de in het petitum van het verzoekschrift onder b. omschreven vordering ingetrokken.
1.4
Beschikking is nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2
Maggy’s exploiteert diverse cosmeticawinkels op verschillende locaties op Aruba.
2.3
Krachtens een daartoe tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst is [verzoekster] op 29 juni 2000 in loondienst getreden van Maggy's als “
Hair Stylist” tegen een netto maandloon van Afl. 1.815,35, exclusief commissies.
2.4
In de arbeidsovereenkomst van [verzoekster] staat onder meer het volgende:

(…).
Huishoudelijk reglement:
Bij het ondertekenen van dit contract, verplicht Partij II zich te houden aan het huishoudelijk reglement, waarvan een kopie aan dit contract aangehecht is. (…)”
2.5
In het document getiteld “
Proceso di Disciplina Manual pa Empleado” die door [verzoekster] is ondertekend, staat onder meer het volgende:
“(…)
Suspension sin Pago
Si e empleado nenga di hasi e cambionan necesario den su comportamento y/of desempeño di su trabou apesar di varios discussion y aviso, e gerente por opta pa suspende e empleado sin dune pago como un forma di disciplina mas estricto.
(…).”.
2.6
Vanwege de ontwikkelingen in de detailhandel is Maggy’s per 1 november 2019 naar een “
Full Customer Circle” programma overgegaan. Dit houdt onder meer in dat de werknemers de klanten van Maggy’s van het begin tot het einde van hun bezoek aan Maggy’s, waaronder begrepen het uiteindelijke afrekenen bij de kassa, begeleiden en bijstaan. Maggy’s heeft vanaf mei 2019 geen kassiers meer in dienst.
2.7 [
verzoekster] heeft aan diverse
“Full Customer Circle”trainingen deelgenomen.
2.8
Op 3 maart 2021 heeft [verzoekster] aan Maggy’s onder meer het volgende geschreven:

(…).
Onlangs zijn cliënten door u geïnformeerd dat zij worden opgedragen om naast voornoemde functie, ook werkzaamheden van kassière te verrichten. Deze werkzaamheden zijn wezenlijk anders qua inhoud en verantwoordelijkheid dan die welke contractueel en feitelijk door cliënten worden uitgevoerd. De functie van kassière is een aparte functie binnen de organisatie van Maggy’s die voorheen voltijds werd bekleed door een inmiddels niet meer in dienst zijnde werknemer.
Zoals u wellicht bekend is eenzijdige wijziging van de omvang van werkzaamheden niet door de wet toegestaan (artikel 7a:1613h van het Burgerlijk Wetboek van Aruba). Veranderingen kunnen pas dan worden doorgevoerd indien de betrokken werknemers daar uitdrukkelijk mee instemmen. In casu is dit niet het geval. Cliënten hebben niet ingestemd met de verruiming van hun functie-inhoud. Uw opdracht om zulks te doen is nimmer te bestempelen als een “redelijke opdracht” aangezien deze wezenlijk verschilt qua inhoud en verantwoordelijkheid van hun huidige functies.
(…).”.
2.9
Maggy’s heeft [verzoekster] bij schrijven van 19 april 2021 onder meer te kennen gegeven dat geen sprake zou zijn van eenzijdige wijziging van de werkzaamheden van [verzoekster] en dat het uitvoeren van kassawerkzaamheden onder de instructiebevoegdheid van Maggy’s valt.
2.1
Op 20 juli 2021 heeft [verzoekster] geweigerd af te rekenen met een door haar behandelde klant van Maggy’s. Maggy’s heeft dit gekwalificeerd als werkweigering van de zijde van [verzoekster], en zij heeft [verzoekster] diezelfde dag geschorst voor drie dagen zonder behoud van loon.
2.11
Op 3 augustus 2021 heeft [verzoekster] wederom geweigerd om af te rekenen met een door haar behandelde klant van Maggy’s, waarvoor Maggy’s haar voor enkele dagen heeft geschorst met behoud van loon.
2.12
Ten tijde van voormelde schorsingen was [verzoekster] niet verantwoordelijk voor eventuele kastekorten.
2.13
Bij schrijven van 5 augustus 2021 heeft [verzoekster] Maggy’s onder meer te kennen gegeven dat zij besloten heeft deze kwestie aan de rechter voor te leggen en dat zij in de tussentijd onder protest zal meewerken aan de uitvoering van kassawerkzaamheden. Sindsdien rekent [verzoekster], onder protest, elke dag zelf met door haar behandelde klanten van Maggy’s af.

3.HET GESCHIL

3.1 [
verzoekster] verzoekt - na vermindering van eis - dat het Gerecht bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad:
a. voor recht verklaart dat de opdracht van Maggy’s aan [verzoekster] tot het uitvoeren van kassawerkzaamheden niet redelijk is en [verzoekster] daartoe niet verplicht kan worden;
b. Maggy’s veroordeelt om tegen kwijting aan [verzoekster] te betalen drie dagen loon omdat partijen schorsing zonder loon niet zijn overeengekomen;
c. Maggy’s veroordeelt aan [verzoekster] te voldoen de wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW over het onder b. toe te wijzen bedrag;
d. Maggy’s veroordeelt aan [verzoekster] te betalen de wettelijke rente ex. art. 6:119 BW over de onder b. en c. toegewezen bedragen, te rekenen vanaf de opeisbaarheid hiervan tot de dag der voldoening;
e. subsidiair, te dezen enige andere juist voorkomende subsidiaire beslissing neemt;
f. Maggy’s veroordeelt in de proceskosten.
3.2 [
verzoekster] heeft aan haar verzoek - samengevat - ten grondslag gelegd dat sprake is van een ongeoorloofde eenzijdige functiewijziging door Maggy’s omdat het moeten afrekenen met klanten niet tot de reguliere werkzaamheden van [verzoekster] behoort. Ook mag Maggy’s de disciplinaire maatregel van schorsing zonder behoud van loon enkel en alleen opleggen indien deze bij schriftelijke overeenkomst, collectieve arbeidsovereenkomst of reglement is overeengekomen hetgeen niet het geval is, aldus telkens [verzoekster].
3.3
Maggy’s voert verweer en concludeert dat [verzoekster] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte, althans tot afwijzing daarvan, kosten rechtens.
3.4
Voorzover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken die meebrengen dat [verzoekster] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte. Het ontvankelijkheidsverweer van Maggy’s wordt daarom verworpen.
instructie danwel eenzijdige wijziging
4.2
Partijen verschillen van mening over de vraag of de aan [verzoekster] gegeven opdracht om kassawerkzaamheden te verrichten als een instructie van de werkgever als bedoeld in artikel 7:660 BWA, dan wel als een éénzijdige wijziging van de arbeidsovereenkomst moet worden aangemerkt. Dienaangaande wordt het volgende overwogen.
4.3
Tussen partijen staat vast dat de aan [verzoekster] gegeven opdracht inhoudt dat zij naast haar werkzaamheden als “
Hair Stylist” voortaan ook kassièrewerkzaamheden dient te verrichten met betrekking tot door haar behandelde klanten van Maggy’s. Ook staat tussen partijen vast dat [verzoekster] van begin af aan niet onvoorwaardelijk heeft ingestemd met
het verrichten van kassawerkzaamheden.
4.4
Het Gerecht is van oordeel dat de gegeven opdracht van Maggy’s aan [verzoekster] om kassawerkzaamheden met betrekking tot door haar behandelde klanten te verrichten kan worden gegrond op de in artikel 7:660 BWA omschreven instructiebevoegdheid van de werkgever. Maggy’s is op basis van die wettelijke bepaling bevoegd voorschriften omtrent het verrichten van de arbeid, zogenaamde werkinstructies, en voorschriften ter bevordering van de goede orde in de onderneming te geven binnen de grenzen van algemeen verbindende voorschriften of van de arbeidsovereenkomst. Het verrichten van kassawerkzaamheden aan door in dit geval door [verzoekster] behandelde klanten van Maggy’s is naar het oordeel van het Gerecht niet meer dan een instructie over de wijze waarop [verzoekster] haar werkzaamheden voor Maggy’s dient te verrichten. Verder valt die instructie naar het oordeel van het Gerecht niet buiten de grenzen van de arbeidsovereenkomst. Daarbij neemt het Gerecht in aanmerking dat Maggy’s ter zitting onbestreden heeft gesteld dat [verzoekster] de financiële verantwoordelijkheid voor eventuele kastekorten niet draagt en niet zal dragen, omdat zij geen kassatoelage ontvangt. Van een eenzijdige verantwoordelijkheid verzwarende functiewijziging, zoals door [verzoekster] gesteld en door Maggy’s gemotiveerd bestreden, is aldus geen sprake.
4.5
Tegen de hiervoor geschetste achtergrond is het Gerecht verder van oordeel dat de door Maggy’s aan [verzoekster] gegeven opdracht om kassawerkzaamheden te verrichten zonder meer als redelijk heeft te gelden, waarvan de uitvoering niet mocht worden geweigerd door [verzoekster]. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld door [verzoekster] die een ander oordeel kunnen dragen.
4.6
Het vorenstaande brengt mee dat de vordering onder a. van [verzoekster] zal worden afgewezen.
schorsing zonder behoud van loon
4.7
Aan de orde is vervolgens de vraag of partijen de mogelijkheid om [verzoekster] te schorsen zonder behoud van loon zijn overeengekomen. Dienaangaande wordt het volgende overwogen. Uit de arbeidsovereenkomst volgt dat het huishoudelijk reglement op de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst van toepassing is. Het door [verzoekster] ondertekend document “
Proceso di Disciplina Manual pa Empleado” geeft Maggy’s de mogelijkheid om een werknemer te schorsen zonder behoud van loon. Hieruit volgt dat, anders dan door [verzoekster] gesteld, de disciplinaire maatregel van schorsing zonder behoud van loon tussen partijen is overeengekomen. Voorts is gesteld noch gebleken dat deze schorsing onterecht door Maggy’s aan [verzoekster] is opgelegd. Dit alles brengt mee dat de vordering onder b. eveneens zal worden afgewezen. De hiervoor onder c. en d. omschreven vorderingen - en dat behoeft geen betoog - delen in dat lot.
4.8
De hiervoor onder e. omschreven vordering van [verzoekster] wordt als zijnde vaag en onbepaald afgewezen.
4.9 [
verzoekster] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Maggy’s, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten van tarief 5, ad Afl. 1.250,-- per punt).

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-wijst af het door [verzoekster] verzochte;
-veroordeelt [verzoekster] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Maggy's, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 18 april 2023 in aanwezigheid van de griffier.