Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE FEITEN
- Dat zij een perceel domeingrond in erfpacht heeft ontvangen (…)
- Dat zij niet meer in staat is om een woonhuis te bouwen van wege financiële redenen.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. G. de Hoogd, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, vertegenwoordigd door mr. D.G. Croes. De procedure is gestart naar aanleiding van een vaststellingsovereenkomst die op 23 maart 2022 door beide partijen is ondertekend, waarin gedaagde zich verplichtte om een bedrag van Afl. 25.000,- aan eiseres terug te betalen. Eiseres vorderde in kort geding de veroordeling van gedaagde tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, omdat gedaagde in gebreke was gebleven met de betaling.
De feiten van de zaak zijn als volgt: gedaagde heeft in 2010 aan eiseres een erfpacht verkocht voor Afl. 25.000,-, maar de levering van het perceel heeft nooit plaatsgevonden. In 2015 heeft gedaagde aan de Minister van Ruimtelijke Ordening verzocht om de erfpacht aan eiseres over te dragen. In februari 2022 heeft gedaagde toegezegd het betaalde bedrag terug te betalen, maar heeft dit niet gedaan. De partijen hebben een vaststellingsovereenkomst getekend waarin de terugbetaling is vastgelegd, maar gedaagde heeft de betalingen niet verricht.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat de vordering van eiseres aannemelijk is en dat er geen onaanvaardbaar risico bestaat dat eiseres het bedrag niet kan terugbetalen indien de bodemprocedure anders zou uitvallen. Gedaagde heeft geen overtuigende argumenten aangedragen om aan te nemen dat zij niet aan haar verplichtingen kan voldoen. Het Gerecht heeft daarom de vordering van eiseres toegewezen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, en gedaagde veroordeeld in de proceskosten.