ECLI:NL:OGEAA:2023:278

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 maart 2023
Publicatiedatum
6 november 2023
Zaaknummer
AUA202000002
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over aandeelhouderschap en bestuur van een vennootschap in Aruba

In deze zaak, gewezen door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 29 maart 2023, staat centraal wie de aandelen 6001 tot en met 9000 in het aandelenkapitaal van de vennootschap [A.V.V.] houdt. De eisers, [Naam eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] en [x] (BVI LIMITED), stellen dat zij de houders zijn van deze aandelen, terwijl de gedaagde, [Naam gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2], dit betwist en zich als de geregistreerd eigenaar presenteert. De zaak heeft zijn oorsprong in een eerder vonnis van 30 januari 2019, waarin werd vastgesteld dat besluiten genomen tijdens een algemene vergadering op 20 november 2017 non-existent waren. Dit vonnis heeft geleid tot een geschil over de geldigheid van latere besluiten en de status van de bestuurders van [A.V.V.].

De procedure omvatte meerdere schriftelijke stukken en verweren van beide partijen. De eisers vorderden onder andere de erkenning van hun aandeelhouderschap, de nietigheid van besluiten genomen op 4 juli 2019, en de bevestiging van het ontslag van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] als bestuurder. Het gerecht oordeelde dat de besluiten van de algemene vergadering van 4 juli 2019 nietig waren, omdat de vergadering niet geldig was bijeengeroepen en de aandeelhouders niet aanwezig waren. Tevens werd vastgesteld dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] onverkort als bestuurder van [A.V.V.] is aangebleven.

In reconventie vorderde [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] erkenning van zijn aandeelhouderschap en de geldigheid van de besluiten van de algemene vergadering. Het gerecht wees deze vorderingen af, met uitzondering van een vordering die betrekking had op de kosten van de procedure. De uitspraak bevestigde de positie van de eisers en legde [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] verschillende verplichtingen op, waaronder het verlenen van medewerking aan de inschrijving van [x] in het aandeelhoudersregister.

Uitspraak

Vonnis van 29 maart 2023
Behorend bij AUA202000002
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van

1.[Naam eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1],

wonend te [adres], [plaats], Bahama’s,
2. de rechtspersoon naar het recht van de Britse Maagdeneilanden
[x] BVI LIMITED,
gevestigd te [plaats], Britse Maagdeneilanden,
eisers in conventie, gedaagden in reconventie,
hierna: gezamenlijk [eiser] c.s. en ieder afzonderlijk [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] respectievelijk [x],
gemachtigde: mr. R.B. van Hees,
tegen:

1.de Aruba vrijgestelde vennootschap [Naam A.V.V.].,

gevestigd te Aruba,
gedaagde in conventie,
hierna [A.V.V.],
niet verschenen,
2.
[Naam gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2],
wonend te [plaats], Zwitserland,
hierna: [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

in conventie en in reconventie
1.1.
Het verloop van de procedure tot en met 13 januari 2021 blijkt uit de rolbeschikking van die datum. Het verdere verloop blijkt uit:
- written reply van 5 februari 2021 (conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met producties) van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2], gediend op de rolzitting van 10 februari 2021;
- conclusie van repliek in conventie tevens houdende wijziging van (gronden van) eis en van antwoord in reconventie met producties van [eiser] c.s., gediend op de rolzitting van 9 juni 2021;
- written reply van 6 juli 2021 (conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie, met producties) van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2], gediend op de rolzitting van 7 juli 2021;
- conclusie van dupliek in reconventie met producties van [eiser] c.s., gediend op de rolzitting van 13 oktober 2021;
- digital reply van 10 november 2021 (akte uitlating producties) van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2], gediend op de rolzitting van 10 november 2021.
1.2.
Vonnis na ambtshalve aanhoudingen nader bepaald op vandaag.

2.DE FEITEN

in conventie en in reconventie
2.1. [
eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] zijn broers en erfgenamen in de nalatenschap van hun in 2015 overleden vader [Naam erflater] ([erflater]). De nalatenschap wordt beheerd door executeurs.
2.2. [
A.V.V.] is opgericht op 12 december 1988 en fungeert als houdstermaatschappij van de vennootschap naar Nederlands recht [naam B.V.] B.V. Het geplaatste aandelenkapitaal van [A.V.V.] bestaat uit 9000 aandelen met een nominale waarde van 1 USD elk, die zijn onderverdeeld in drie toonderstukken/certificaten van elk 3000 aandelen. De aandelen 3001 tot 6000 maken deel uit van de nalatenschap van [erflater].
2.3.
Bij verstekvonnis van 30 januari 2019 (AR no. AUA201803244), gewezen tussen [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] als eiser en [A.V.V.] als gedaagde, heeft het gerecht, voor zover hier van belang, voor recht verklaard:
(i) dat de tijdens de algemene vergadering van [A.V.V.] op 20 november 2017 te nemen of genomen besluiten non-existent zijn;
(ii) dat alle eventueel na 20 november 2017 door de algemene vergadering of het bestuur van [A.V.V.] genomen besluiten non-existent zijn;
(iii) dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] onverkort en zonder onderbreking is aangebleven als statutair bestuurder van [A.V.V.].
2.4.
Het verstekvonnis van 30 januari 2019 is op 18 februari 2019 aan [A.V.V.] betekend. Op 15 juni 2019 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] kennis genomen van het vonnis.
2.5.
Volgens de notulen van een op 4 juli 2019 in Zwitserland gehouden algemene vergadering van aandeelhouders van [A.V.V.] was alleen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] aanwezig in zijn hoedanigheid van bestuurder en houder van de aandelen ter zake certificaat 6 (de aandelen 6001 tot en met 9000). Volgens de notulen is onder meer (unaniem) besloten tot ‘A Confirmation, insofar as it is required, of the removal of [Naam eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] as a Director of the company.’ (het ontslagbesluit).
2.6.
Volgens de notulen van een op 25 juli 2019 in Aruba gehouden algemene vergadering van aandeelhouders van [A.V.V.], was op die vergadering vertegenwoordigd, [naam aandeelhouder], houder van de aandelen 1 tot en met 3000. Volgens de notulen is (unaniem) besloten tot het ontslag van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] als statutair bestuurder van [A.V.V.].

3.HET GESCHIL

in conventie en in reconventie
3.1. [
Eiser] c.s. vordert, na wijziging van (gronden) van eis, dat het gerecht bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. voor recht verklaart dat [x] houder is van 3000 aandelen in het kapitaal van [A.V.V.], te weten de aandelen genummerd 6001 tot en met 9000, subsidiair onder de voorwaarde dat (a) [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] heeft voldaan aan de veroordelingen onder 7 en 8, althans (b) in het geval hij daaraan niet volledig voldoet, [x] in het aandeelhoudersregister van [A.V.V.] is ingeschreven na gebruikmaking van de machtiging bedoeld in sub 8;
2. voor recht verklaart dat de tijdens de (door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] beoogde) algemene vergadering van [A.V.V.] op 4 juli 2019 genomen besluiten non-existent, althans nietig zijn, althans die besluiten met terugwerkende kracht vernietigt;
3. voor recht verklaart dat alle eventuele na het vonnis van 30 januari 2019 door de algemene vergadering of het bestuur van [A.V.V.] op initiatief van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] genomen besluiten non-existent, althans nietig zijn, althans die besluiten met terugwerkende kracht vernietigt;
4. voor recht verklaart dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] op de algemene vergadering van 25 juli 2019 rechtsgeldig is ontslagen, althans hem met onmiddellijke ingang ontslaat als statutair bestuurder van [A.V.V.];
5. voor recht verklaart dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] ook na het vonnis van 30 januari 2019 onverkort en zonder onderbreking is aangebleven als zelfstandig bevoegd bestuurder van [A.V.V.];
6. [ A.V.V.] veroordeelt om binnen twee weken na de datum van het in deze zaak te wijzen vonnis het aandeelhouderschap van [x] in te schrijven in haar aandeelhoudersregister;
7. [ gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] veroordeelt tot afgifte aan [x] van alle (al dan niet geannuleerde) aandeelbewijzen die betrekking hebben op de aandelen in het kapitaal van [A.V.V.] genummerd 6001 tot en met 9000, door deze binnen twee weken na de datum van het in deze zaak te wijzen vonnis te (doen) afleveren op het kantoor van [x];
8. [ Gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] veroordeelt tot het verlenen van alle nodige medewerking bij (i) de inschrijving van [x] in het aandeelhoudersregister van [A.V.V.] en (ii) de inschrijving van zijn ontslag als statutair bestuurder van [A.V.V.] in het handelsregister en, voor het geval [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] daaraan niet volledig voldoet binnen tien werkdagen na het in deze zaak te wijzen vonnis, [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] en [x] afzonderlijk machtigt op de voet van artikel 3:299 om dat zelf te bewerkstelligen;
9. [ Gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] verbiedt om (i) algemene vergaderingen van [A.V.V.] bijeen te roepen, (ii) bestuursvergaderingen van [A.V.V.] bijeen te roepen, (iii) besluiten te nemen en/of rechtshandelingen te verrichten namens [A.V.V.] en (iv) (verdere of andere) acties te ondernemen met het oogmerk het ontslag van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] als statutair bestuurder van [A.V.V.] te (doen) bewerkstelligen en/of te (doen) registeren;
10. bepaalt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] ten gunste van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] en [x] een dwangsom van € 100.000,-- zal verbeuren voor elke keer of elke dag of gedeelte daarvan dat hij bij de nakoming van het te wijzen vonnis geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft, zonder dat hieraan een maximum zal worden verbonden, althans tot een maximum van € 2.500.000,-- althans een door het gerecht in goede justitie te bepalen maximum;
11. [ Gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] veroordeelt in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de nakosten van Afl. 250,00 zonder betekening en Afl. 400,00 in geval van betekening, alle kosten te voldoen binnen veertien dagen na het in deze zaak te wijzen vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente, te rekenen vanaf de vijftiende dag na dat vonnis tot aan de dag van algehele betaling.
3.2.
Aan de vorderingen legt [eiser] c.s. - samengevat - het volgende ten grondslag.
Van het geplaatste aandelenkapitaal van 9000 aandelen worden er 3000 gehouden door [naam aandeelhouder] (een oom van de beide broers) en 3000 door [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] gezamenlijk (als erfgenamen van hun vader). Volgens [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] is de rechtspersoon [x] de houder van de overige 3000 aandelen, volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] is hij de houder van die aandelen. Vanaf 4 november 1991 was [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] bestuurder van [A.V.V.] en sinds 1 april 2001 was ook [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] bestuurder van [A.V.V.]. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] heeft meerdere malen aandeelhoudersvergaderingen van [A.V.V.] bijeengeroepen, waar hijzelf als enige veronderstelde aandeelhouder verscheen. Onder andere tijdens de algemene vergadering van 20 november 2017 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] het besluit genomen om [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] als bestuurder van [A.V.V.] te ontslaan. Bij vonnis van dit gerecht van 30 januari 2019 is beslist dat de besluiten die zijn genomen tijdens de algemene vergadering van 20 november 2017 en tijdens nadien door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] bijeengeroepen vergaderingen, non-existent zijn. Desondanks is tijdens een door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] bijeengeroepen algemene vergadering van 4 juli 2019 besloten om het ontslag van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] als bestuurder te bevestigen. Dit besluit is niet op een geldige wijze tot stand gekomen en heeft mede om die reden niet de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] gewenste gevolgen gehad. Tijdens een door [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] bijeengeroepen algemene vergadering op 25 juli 2019 is unaniem besloten tot het ontslag van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] als bestuurder van [A.V.V.].
3.3. [
gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] voert verweer tegen de vorderingen van [eiser] c.s. en vordert -samengevat- , naar het gerecht begrijpt, in reconventie, na wijziging van zijn eis, dat het gerecht bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. zich bevoegd verklaart om van de vorderingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] kennis te nemen;
2. [ gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] erkent als de geregistreerd eigenaar van de aandelen 6001 tot 9000 in het kapitaal van [A.V.V.];
3. de geldigheid erkent van de algemene vergadering in Geneve op 4 juli 2019 en alle acties van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] vanaf die datum ongeldig verklaart;
4. de algemene vergadering van 25 juli 2019 in Aruba ongeldig verklaart;
5. met terugwerkende kracht [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] vanaf 16 juli 2020 herstelt in zijn functie van statutair bestuurder van [A.V.V.];
6. indien de vordering onder 4. wordt afgewezen, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] met onmiddellijke ingang herstelt in zijn functie van statutair bestuurder van [A.V.V.];
7. indien de vordering onder 2. wordt afgewezen, [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] met onmiddellijke ingang ontslaat als statutair bestuurder van [A.V.V.];
8. [ eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] beveelt aan [A.V.V.] een bedrag te betalen van € 1.338.056,-- vermeerderd met 3% rente vanaf 5 februari 2021;
9. [ eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] beveelt om binnen twee weken na het vonnis aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] het bedrijfsdossier van [A.V.V.] te verstrekken en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] te informeren over alle door hem genomen acties;
10. indien de vorderingen onder 2, 3, 4, 5 en 6 worden afgewezen, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] machtigt een algemene vergadering van [A.V.V.] te organiseren onder toezicht van het gerecht, binnen twee maanden na het vonnis;
11. bepaalt dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] een dwangsom van € 100.000,-- zal verbeuren voor elke keer of elke dag of gedeelte daarvan dat hij bij de nakoming van het te wijzen vonnis geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft, zonder dat hieraan een maximum zal worden verbonden, althans tot een maximum van € 2.500.000,-- althans een door het gerecht in goede justitie te bepalen maximum;
12. [ eiser] c.s. veroordeelt in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de nakosten van Afl. 250,00 zonder betekening en Afl. 400,00 in geval van betekening, alle kosten te voldoen binnen veertien dagen na het in deze zaak te wijzen vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente, te rekenen vanaf de vijftiende dag na dat vonnis tot aan de dag van algehele betaling.
3.4. [
eiser] c.s. voert verweer dat strekt tot afwijzing van de vorderingen in reconventie en veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] in de proceskosten.
3.5.
De stellingen van partijen worden indien nodig hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

in conventie en in reconventie
4.1.
De vorderingen in conventie en in reconventie hangen samen en zullen daarom gezamenlijk worden besproken.
bevoegdheid gerecht/toepasselijk recht
4.2.1.
Deze zaak heeft internationale aspecten. Bij de procedures in conventie en in reconventie zijn immers vier partijen betrokken die elke woonplaats hebben in een ander land. Alleen [A.V.V.] heeft woonplaats in Aruba. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] is eiser en gedaagde en heeft woonplaats in de Bahama’s, [x] is eiseres en gedaagde en heeft woonplaats in de Britse Maagdeneilanden en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] is gedaagde en eiser en heeft woonplaats in Zwitserland. Partijen hebben zich alleen uitgelaten over de rechtsmacht van de Arubaanse rechter in reconventie. Het gerecht dient ambtshalve na te gaan of het bevoegd is kennis te nemen en te beslissen in conventie en in reconventie.
4.2.2.
Er zijn geen internationale verdragen van toepassing die de bevoegdheid van de Arubaanse rechter regelen in deze procedure. Dat betekent dat het gerecht moet terugvallen op eigen (relatieve) bevoegdheidsregels. In het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van Aruba ontbreekt een regeling van het internationaal bevoegdheidsrecht. Het internationaal bevoegdheidsrecht van Europees Nederland wordt in veel gevallen beheerst door de Brussel I bis-Verordening en in voorkomende gevallen door art. 1-14 Rv NL. Op grond van het concordantiebeginsel kan bij regels uit deze regelingen aansluiting worden gezocht om ongeschreven regels te vinden van het internationaal bevoegdheidsrecht van Aruba. Voorts kan in voorkomende gevallen aansluiting worden gezocht bij de artikelen 95-103b Rv NA (oud; thans Rv Curaçao, Rv Sint Maarten en Rv BES). Op grond van art. B Rv Aruba zijn die regels van toepassing in de burgerlijk rechtsvorderlijke verhoudingen van Aruba tot de Nederlandse Antillen. In voorkomende gevallen kunnen die regels overeenkomstige toepassing vinden in internationale gevallen, dus in de verhouding van Aruba tot buiten het Koninkrijk gelegen Staten. Naar het oordeel van het gerecht kan aansluiting worden gezocht bij artikel 101 Rv Curaçao. Op grond van dit artikel is in zaken betreffende (onder meer) de geldigheid van besluiten van rechtspersonen of die van hun organen dan wel de rechten en verplichtingen van hun leden als zodanig, mede bevoegd de rechter in eerste aanleg van de plaats van vestiging van de rechtspersoon, in deze zaak Aruba. Daarnaast geldt dat ook voldoende aanknopingspunten met de rechtssfeer van Aruba aanwezig zijn. De vorderingen in conventie en in reconventie zijn alle te herleiden tot vennootschappelijke bevoegdheidsverwikkelingen binnen [A.V.V.], dat woonplaats heeft in Aruba, en tussen de vorderingen in conventie en in reconventie bestaat voldoende samenhang. Het gerecht acht zich daarom bevoegd daarvan kennis te nemen en daarin te beslissen.
4.2.3.
Partijen hebben zich niet uitgelaten over het toepasselijke recht. [A.V.V.] is een naar het recht van Aruba opgerichte in Aruba gevestigde vennootschap. In geschil zijn vennootschappelijke verwikkelingen, waarop het Arubaans recht van toepassing is. Het gerecht zal dat recht toepassen.
processtukken en producties
4.3.
De procestukken (met bijbehorende producties) waar het gerecht acht op slaat zijn hiervoor onder 1.1. vermeld. De door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] bij zijn akte uitlating producties overgelegde producties laat het gerecht buiten beschouwing. Daarop heeft [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] niet meer op kunnen reageren.
positie van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1]
4.4.
Bij het verstekvonnis van 30 januari 2019 heeft het gerecht onder meer voor recht verklaard dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] onverkort is aangebleven als statutair bestuurder van [A.V.V.]. Gesteld noch gebleken is dat tegen dit vonnis (tijdig) het rechtsmiddel van verzet is ingesteld. Het gerecht gaat ervan uit dat het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan.
positie van [A.V.V.]
4.5.
In het vonnis in het incident van 16 juli 2020 heeft het gerecht in het incident ten aanzien van [A.V.V.] vastgesteld dat [A.V.V.] op 17 januari 2020 correct bij deurwaardersexploot was opgeroepen om in de procedure (de hoofdzaak en het incident) tegen [eiser] c.s. te verschijnen en dat het bestuur van [A.V.V.] (bestaande uit [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] dan wel [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1]) vervolgens (bij e-mailbericht van 29 april 2020) is geïnformeerd en op de hoogte is geraakt omtrent de mogelijkheid verweer te voeren tegen de provisionele vorderingen en de door het gerecht (bij tussenvonnis van 10 juni 2020) in het incident bepaalde pleidooizitting. In hetzelfde vonnis van 16 juli 2016 heeft het gerecht in de hoofdzaak ten aanzien van [A.V.V.] beslist dat zij weder zal worden opgeroepen om te verschijnen op de rolzitting van woensdag 25 november 2020. [A.V.V.] is vervolgens wederom correct bij deurwaardersexploot opgeroepen, maar is niet verschenen. In de aanhef van de rolbeschikking van 13 januari 2021 is dat tot uitdrukking gebracht. Nu [A.V.V.] niet is verschenen in de hoofdprocedure zal het gerecht aan haar verstek verlenen. Naar het oordeel van het gerecht heeft [A.V.V.] dat verstek niet gezuiverd (zie r.o. 4.5.3.). Het vonnis tegen [A.V.V.] heeft, nu haar mede gedaagde [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] wel is verschenen, te gelden als een vonnis op tegenspraak (zie r.o. 4.5.3.).
oproeping van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2]
4.6.1.
In het vonnis in het incident van 16 juli 2020 heeft het gerecht vastgesteld dat is gebleken dat na de betekening van het exploot van oproeping door de deurwaarder aan de Dienst Wetgeving en Juridische Zaken (DWJZ), de kennisgeving van het exploot niet is gedaan met inachtneming van de voorschriften van het Haags Betekeningsverdrag, en omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] niet vrijwillig in de procedure is verschenen, tegen hem geen verstek kan worden verleend en alleen kan worden voort geprocedeerd indien alsnog een correcte betekening en kennisgeving hebben plaatsgevonden. Het gerecht heeft in het vonnis van 16 juli 2020 in de hoofdzaak ten aanzien van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] beslist dat hij met inachtneming van het bepaalde in het vonnis moet worden opgeroepen om te verschijnen op de rolzitting van woensdag 25 november 2020. In de rolbeschikking van 13 januari 2021 heeft het gerecht vastgesteld dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] op 25 november 2020 is opgeroepen overeenkomstig het bepaalde in het vonnis van 16 juli 2020 en is de zaak verwezen naar de rolzitting van 10 februari 2021 voor het nemen van een conclusie van antwoord door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2]. [Gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] heeft vervolgens schriftelijk verweer gevoerd (written reply) en tegenvorderingen ingesteld tegen [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1].
4.6.2.
Voor zover het verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] zo moet worden opgevat dat zijn oproeping niet voldoet aan de in het Haags Betekeningsverdrag gestelde formaliteiten, gaat het gerecht daaraan voorbij. In de rolbeschikking van 13 januari 2021 heeft het gerecht al vastgesteld dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] op de juiste wijze is opgeroepen. Bovendien is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] naar aanleiding van de wederoproeping op 25 november 2020 in de procedure verschenen en heeft hij verweer gevoerd.
4.6.3.
Uit de stellingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] leidt het gerecht af dat hij mede verweer voert en tegenvorderingen instelt namens [A.V.V.]. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] miskent daarmee dat het gerecht hem in zijn vonnis van 16 juli 2020 heeft geschorst als statutair bestuurder van [A.V.V.] en hem heeft verboden om - onder meer- besluiten te nemen en/of rechtshandelingen te verrichten namens [A.V.V.]. Als gevolg van de schorsing en de opgelegde verboden is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] sindsdien niet bevoegd [A.V.V.] te vertegenwoordigen, ook niet in een juridische procedure. Het maakt daarbij niet uit dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] alleen vorderingen namens [A.V.V.] instelt tegen [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] en niet tegen derden. Door onbevoegd verweer te voeren en vorderingen in te stellen namens [A.V.V.], is [A.V.V.] niet alsnog verschenen en is het verstek dat aan [A.V.V.] is verleend niet gezuiverd. Het verweer wordt geacht enkel door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] te zijn gevoerd en de tegenvorderingen worden geacht enkel door hem te zijn ingesteld.
kern van het geschil
4.7.
In de kern komt het geschil tussen partijen neer op de vraag wie de aandelen 6001 tot en met 9000 (de aandelen) in het aandelenkapitaal van [A.V.V.] houdt, [x] of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] en wie als statutair bestuurder van [A.V.V.] moet worden aangemerkt [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2].
aandelen 6001 tot 9000
4.8.1.
Volgens [eiser] c.s. is [x] aandeelhouder. Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] is hij de aandeelhouder. In het aandeelhoudersregister is vermeld dat het aandeelhouderschap van de aandelen ‘disputed’ is.
4.8.2. [
Eiser] c.s. stelt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] vanaf 6 januari 1992 kortstondig houder is geweest van de aandelen. [Gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] heeft de aandelen in september 1992 aan [x] verkocht voor USD 3.000,--, waarna hij het toonderstuk van de aandelen (certificaat 4) slechts voor [x] hield. Certificaat 6, waar [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] zich op beroept is door hem zelf gefabriceerd. Ter onderbouwing en bewijs van zijn stelling beroept [eiser] c.s. zich op een bewijs van betaling van [x] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] d.d. 3 september 1992 (het betalingsbewijs) en een door [x] aan [A.V.V.] N.V. (thans [A.V.V.] B.V., een Nederlandse vennootschap) verstrekte koopoptie op de aandelen (de koopoptie). [Gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] betwist de stellingen van [eiser] c.s. De door hem overgelegde documenten leveren volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] geen bewijs op van het aandeelhouderschap van [x].
4.8.3.
Het gerecht overweegt als volgt. De bewijslast dat [x] houder is van de aandelen rust op [eiser] c.s. Als waarderingsmaatstaf bij dat bewijs geldt dat het aandeelhouderschap met een redelijke mate van zekerheid moet vaststaan. Volgens [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] volgt dit uit het betalingsbewijs en de koopoptie. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] betwist niet dat het betalingsbewijs betrekking heeft op een betaling van hem aan [x]. Aan hem kan worden toegegeven dat in het betalingsbewijs niet wordt vermeld waar de betaling betrekking op heeft, maar een (stellige) betwisting dat de betaling betrekking heeft op de verkoop van de aandelen aan [x] leest het gerecht daarin niet. Als de betaling op een andere transactie tussen hem en [x] betrekking heeft, ligt het op de weg van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] om daar inzicht in te geven. Dat heeft hij niet gedaan. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] betwist evenmin het bestaan van de (notabene) door hemzelf en [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] als bestuurders van [x] ondertekende koopoptie van 1 september 1992. Daarin wordt tot uitdrukking gebracht dat [x] de aandelen (6001 tot en met 9000) in het kapitaal van [A.V.V.] heeft verworven en in optie tot koop geeft aan [A.V.V.] N.V. Door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] is niet gesteld dat hetgeen in de koopoptie tot uitdrukking is gebracht niet juist is, of dat de koopoptie niet geldig is. Naar het oordeel van het gerecht kan aan de hand van het betalingsbewijs en de koopoptie, in hun onderlinge samenhang, met een redelijke mate van zekerheid worden vastgesteld dat [x] in september 1992 aandeelhouder van de aandelen is geworden. Dat de koopoptie niet een akte van overdracht is en de koopoptie niet was vermeld in de jaarrekening van [A.V.V.] B.V. doet daar niet aan af. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] de aandelen vervolgens weer van [x] heeft (terug)verworven).
4.8.4. [
Gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] heeft nog gesteld dat hij door verkrijgende verjaring eigenaar is geworden van de aandelen. Dat verweer slaagt reeds niet, nu gesteld noch gebleken is dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] bezitsdaden ten aanzien van de aandelen heeft uitgeoefend.
4.8.5.
Het voorgaande leidt ertoe dat de vorderingen in conventie onder 1 primair, 7 en 8 (i) van [eiser] c.s. zullen worden toegewezen.
besluiten algemene vergadering van aandeelhouders van 4 juli 2019
4.9.1. [
Eiser] c.s. vordert (onder 2) een verklaring voor recht dat de besluiten die zijn genomen op de algemene vergadering van aandeelhouders van 4 juli 2019 non-existent, althans nietig of vernietigbaar zijn. Het ontslagbesluit is volgens hem zinledig, omdat beoogd werd het ontslagbesluit van 20 november 2017 te bevestigen, terwijl dat besluit bij vonnis van 30 januari 2019 non-existent is verklaard. Bovendien had, aldus [eiser] c.s., de vergadering in Aruba moeten plaatsvinden, heeft de oproeping niet op de volgens de statuten van [A.V.V.] voorgeschreven wijze plaatsgevonden, is [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] niet in de gelegenheid gesteld een raadgevende stem uit te brengen en is er geen besluit genomen met volstrekte meerderheid van stemmen. Al op die laatste grondslag slaagt de vordering van [eiser] c.s. Hiervoor heeft het gerecht vastgesteld dat [x] houder is van de aandelen 6001 tot en met 9000. [x] was volgens de notulen niet aanwezig of vertegenwoordigd op de algemene vergadering van aandeelhouders. De andere twee aandeelhouders waren evenmin aanwezig. Het was bij gebreke van de aanwezigheid van aandeelhouders hoe dan ook niet mogelijk aandeelhoudersbesluiten te nemen op 4 juli 2019. Die besluiten bestaan dus niet. De onder 2 primair gevorderde verklaring voor recht zal worden toegewezen.
4.9.2.
In het verlengde daarvan is de vordering van [eiser] c.s. onder 5 ook toewijsbaar. Gesteld noch gebleken is dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] na het vonnis van 30 januari 2019 door een rechtsgeldig besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders als statutair bestuurder is ontslagen.
besluiten na het vonnis van 30 januari 2019
4.10. [
eiser] c.s. stelt dat hij niet bekend is met eventuele besluiten die ([gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] namens) de algemene vergadering van aandeelhouders of het bestuur van [A.V.V.] heeft genomen na het vonnis van 30 januari 2019. Voor zover wel besluiten zijn genomen vordert hij op dezelfde gronden dat die besluiten non-existent, althans nietig zijn, althans dat het gerecht die besluiten vernietigt. Deze vordering is niet toewijsbaar. Indien al sprake is van dergelijke besluiten is niet bekend wat die inhouden en hoe die besluiten tot stand zijn gekomen. Het gerecht kan die besluiten dus niet toetsen. De vordering van [eiser] c.s. onder 3 zal worden afgewezen.
ontslag [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] op de algemene vergadering van aandeelhouders van 25 juli 2019
4.11.1. [
eiser] c.s. stelt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders van 25 juli 2019 rechtsgeldig is ontslagen als statutair bestuurder. [Gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] heeft niet betwist dat de vergadering in overeenstemming met de wettelijke en statutaire voorschriften is bijeengeroepen, dat hij in de gelegenheid is gesteld gebruik te maken van zijn raadgevende stem en hij direct na de vergadering op de hoogte is gesteld van het genomen besluit. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] voert bij conclusie van antwoord, naar het gerecht begrijpt, het verweer dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] op 17 december 2017 frauduleus [naam aandeelhouder] als aandeelhouder op naam heeft erkend, wetende dat hij was ontslagen als statutair bestuurder, en de houder van de aandelen 1 tot 3000 dus niet vertegenwoordigd was op de vergadering van 25 juli 2019 en geen geldig besluit op die vergadering is genomen. Het gerecht volgt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] daarin niet. Voorop geldt dat [eiser] c.s., onder verwijzing naar een door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] op 20 november 2017 ondertekend aandeelhoudersregister en door hem op diezelfde datum ondertekende notulen van een aandeelhoudersvergadering, er terecht op wijst dat (ook) [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] er vanuit gaat dat de aandelen 1 tot 3000 (certificaat 2) worden gehouden door [naam aandeelhouder], een broer van wijlen [erflater] en oom van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2]. Verder wijst [eiser] c.s. er terecht op dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] op 17 december 2017 zelfstandig bevoegd was om [naam aandeelhouder] als aandeelhouder op naam in te schrijven. Bij het vonnis van 30 januari 2019 is immers voor recht verklaard dat -onder meer- het ontslagbesluit van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] als statutair bestuurder non-existent is en hij onverkort en zonder onderbreking is aangebleven als statutair bestuurder. [Gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] voert bij conclusie van dupliek nieuwe verweren waarop [eiser] c.s. niet meer heeft kunnen reageren. Die verweren laat het gerecht daarom buiten beschouwing.
4.11.2.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het op de algemene vergadering van aandeelhouders van 25 juli 2019 genomen besluit tot ontslag van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] als statutair bestuurder rechtsgeldig is. De vordering van [eiser] c.s. onder 4 primair zal worden toegewezen.
vordering tegen [A.V.V.]
4.12.
Tegen de vordering van [eiser] c.s. onder 6 is door [A.V.V.] (die niet is verschenen) geen verweer gevoerd. De vordering komt het gerecht niet ongegrond of onrechtmatig voor en zal worden toegewezen.
overige vorderingen van [eiser] c.s.
4.13.
Met de toewijzing van de vordering onder 4 heeft [eiser] c.s. belang bij het onder 9 gevorderde verbod. Deze vordering zal worden toegewezen.
4.14. [
eiser] c.s. heeft er belang bij dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] het vonnis nakomt. De onder 10 gevorderde dwangsom voor het geval [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] het vonnis niet nakomt zal het gerecht toewijzen, uitgezonderd ten aanzien van de toe te wijzen vordering onder 8. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] en [x] zullen immers gemachtigd worden het gevorderde zelf te bewerkstelligen als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] die veroordeling niet nakomt. Het gerecht ziet aanleiding de dwangsom te matigen en zal aan de te verbeuren dwangsommen een maximum verbinden.
4.15.
Als de in conventie in het ongelijk gestelde partij moet [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] de proceskosten (waaronder die in het incident) en de nakosten van [eiser] c.s. vergoeden. Bij de waardering van de verrichte werkzaamheden gaat het gerecht uit van 3 punten (verzoekschrift, pleidooi incident en repliek). Bij de waardering van het belang van de zaak gaat het gerecht uit van een zaak met onbepaalde waarde.
vorderingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2]
4.16.
Met toewijzing van de vorderingen van [eiser] c.s. in conventie is gegeven dat de vorderingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] in reconventie zullen worden afgewezen, dit met uitzondering van de vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] onder 8. In die vordering, die [A.V.V.] toekomt, kan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] niet worden ontvangen.
4.17.
Als de in reconventie in het ongelijk gestelde partij moet [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] de proceskosten van [eiser] c.s. voldoen. Bij de waardering van de verrichte werkzaamheden gaat het gerecht uit van de helft van 2 punten (antwoord en dupliek) nu de stellingen in conventie en in reconventie overwegend overlappen. Bij de waardering van het belang van de zaak neemt het gerecht de hoogte van de vordering als uitgangspunt.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
in conventie
5.1.
verklaart voor recht dat [x] houder is van 3000 aandelen in het kapitaal van [A.V.V.], te weten de aandelen genummerd 6001 tot en met 9000;
5.2.
verklaart voor recht dat de tijdens de (door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] beoogde) algemene vergadering van [A.V.V.] op 4 juli 2019 genomen besluiten non-existent zijn;
5.3.
verklaart voor recht dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] op de algemene vergadering van 25 juli 2019 rechtsgeldig is ontslagen;
5.4.
verklaart voor recht dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] ook na het vonnis van 30 januari 2019 onverkort en zonder onderbreking is aangebleven als zelfstandig bevoegd bestuurder van [A.V.V.];
5.5.
veroordeelt [A.V.V.] om binnen twee weken na de datum van het vonnis het aandeelhouderschap van [x] in te schrijven in haar aandeelhoudersregister;
5.6.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] tot afgifte aan [x] van alle (al dan niet geannuleerde) aandeelbewijzen die betrekking hebben op de aandelen in het kapitaal van [A.V.V.] genummerd 6001 tot en met 9000, door deze binnen twee weken na de datum van het vonnis te (doen) afleveren op het kantoor van [x];
5.7.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] tot het verlenen van alle nodige medewerking bij (i) de inschrijving van [x] in het aandeelhoudersregister van [A.V.V.] en (ii) de inschrijving van zijn ontslag als statutair bestuurder van [A.V.V.] in het handelsregister en, voor het geval [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] daaraan niet volledig voldoet binnen tien werkdagen na het vonnis, machtigt [eiser] c.s. ieder afzonderlijk op de voet van artikel 3:299 om dat zelf te bewerkstelligen;
5.8.
verbiedt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] om (i) algemene vergaderingen van [A.V.V.] bijeen te roepen, (ii) bestuursvergaderingen van [A.V.V.] bijeen te roepen, (iii) besluiten te nemen en/of rechtshandelingen te verrichten namens [A.V.V.] en (iv) (verdere of andere) acties te ondernemen met het oogmerk het ontslag van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] als statutair bestuurder van [A.V.V.] te (doen) bewerkstelligen en/of te (doen) registeren;
5.9.
bepaalt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] ten gunste van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie 1] en [x] een dwangsom van € 50.000,-- zal verbeuren voor elke keer of elke dag of gedeelte daarvan dat hij met de nakoming van het vonnis (met uitzondering van de veroordeling onder 5.7.) geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft, tot een maximum van € 2.500.000,--;
5.10.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] in de kosten van de procedure in het incident en in de hoofdzaak, aan de kant van [eiser] c.s. begroot op Afl. 450,-- aan griffiegeld, Afl. 849,-- aan verschotten (oproepingskosten deurwaarder) en Afl. 3.750,-- aan salaris gemachtigde (3 punten, tarief 5), vermeerderd met de nakosten van Afl. 250,00 zonder betekening en Afl. 400,00 in geval van betekening, alle kosten te voldoen binnen veertien dagen na het in deze zaak te wijzen vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente, te rekenen vanaf de vijftiende dag na dat vonnis tot aan de dag van algehele betaling;
5.11.
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.12.
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd;
in reconventie
5.13.
verklaart [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] niet ontvankelijk in zijn vordering onder 8;
5.14.
wijst de overige vorderingen af;
5.15.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] in de proceskosten aan de kant van [eiser] c.s. begroot op Afl. 5.000,-- aan salaris gemachtigde (2 punten X 0,5, tarief 10) , vermeerderd met de nakosten van Afl. 250,00 zonder betekening en Afl. 400,00 in geval van betekening, alle kosten te voldoen binnen veertien dagen na het in deze zaak te wijzen vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente, te rekenen vanaf de vijftiende dag na dat vonnis tot aan de dag van algehele betaling;
5.16.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. van Voorthuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 29 maart 2023 in aanwezigheid van de griffier.