ECLI:NL:OGEAA:2023:267

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 maart 2023
Publicatiedatum
26 oktober 2023
Zaaknummer
AUA202100552
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • U.I.D. Luydens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van alimentatievordering en verlof tot kosteloos procederen

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om een vordering van een eiseres, die in Aruba woont, tegen haar ex-echtgenoot, de gedaagde, die ook in Aruba woont. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. D.G. Croes, verzoekt om kosteloos te mogen procederen en vordert een bedrag van Afl. 41.325 aan achterstallige alimentatie, vermeerderd met wettelijke rente. De eiseres stelt dat de gedaagde zijn verplichtingen tot betaling van zowel partner- als kinderalimentatie niet is nagekomen, en dat zij sinds januari 2020 een achterstand in betalingen heeft. Eiseres heeft geprobeerd om de betalingen af te dwingen via een deurwaarder, maar door het ontslag van de gedaagde was loonbeslag niet meer mogelijk. Daarnaast claimt eiseres dat de gedaagde haar nog andere bedragen verschuldigd is, waaronder huurpenningen en belastingen, wat het totaal op meer dan Afl. 90.000 zou brengen.

De gedaagde heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering van de eiseres. Het gerecht heeft in de rolbeschikking overwogen dat de eiseres moet onderbouwen hoe het gevorderde bedrag van Afl. 41.325 is vastgesteld en of dit bedrag alleen betrekking heeft op achterstallige alimentatie of ook op andere schulden. Het gerecht heeft vastgesteld dat de eiseres niet voldoende heeft aangetoond welk belang zij heeft bij de vordering, aangezien zij al beschikt over een executoriale titel op basis van eerdere beschikkingen. Hierdoor heeft de eiseres geen belang bij de gevorderde veroordeling van de gedaagde.

Desondanks heeft het gerecht, gezien het bewijs van onvermogen van de eiseres, haar verlof verleend om kosteloos te procederen. De vordering van de eiseres is echter afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die tot op heden op nihil zijn begroot. Het vonnis is uitgesproken op 1 maart 2023 door mr. U.I.D. Luydens, rechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 1 maart 2023
Behorend bij A.R. no. AUA202100552
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
[naar eiseres],
wonende in Aruba,
eiseres,
gemachtigde: mr. D.G. Croes,
tegen:
[naam gedaagde],
wonende in Aruba,
gedaagde,
procederend in persoon.

1.DE VERDERE PROCEDURE

Het verdere procesverloop blijkt uit:
- de rolbeschikking van 16 juni 2021;
- de conclusie van repliek met producties, ingediend op 22 september 2021;
- de conclusie van dupliek, ingediend op 17 november 2021.
Uitspraak is nader bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

Partijen zijn gewezen echtelieden.
2.2.
Bij beschikking van 27 januari 2020 (EJ nr. AUA201902392) is bepaald dat gedaagde in totaal Afl. 3.350 per maand aan partneralimentatie (Afl. 2.400) en kinderalimentatie (Afl. 950) moet voldoen.
2.3.
Bij beschikking van 4 mei 2021 (EJ nr. AUA202002095) is de in 2.2. bedoelde beschikking gewijzigd en is het bedrag aan partneralimentatie bepaald op Afl. 2.650.
2.4.
De ontbonden huwelijksgoederengemeenschap is nog niet verdeeld.

3.HET GESCHIL

Eiseres verzoekt allereerst haar verlof te verlenen om kosteloos te mogen procederen. Voorts vordert zij, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde te veroordelen tot betaling van Afl. 41.325, vermeerderd met de wettelijke rente tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van gedaagde in de kosten van dit geding.
Eiseres legt aan de vordering het volgende ten grondslag. Gedaagde is vanaf het begin niet over gegaan tot vrijwillige betaling van de kinder- en partneralimentatie. In de 2e helft van 2019 heeft eiseres nakoming afgedwongen via de deurwaarder. Omdat gedaagde in januari 2020 ontslag heeft genomen kon (loon)beslag niet meer baten. Sindsdien heeft gedaagde een achterstand in betaling van de alimentatie. Ter onderbouwing van de achterstand verwijst eiseres naar productie 1 gevoegd bij haar conclusie van repliek.
3.3.
Eiseres stelt zich op het standpunt dat gedaagde haar nog andere gelden verschuldigd is uit hoofde van niet afgedragen huurpenningen, niet betaalde autoverzekering, niet-betaalde autolening en niet betaalde belastingen. Zij begroot dit op een bedrag van ruim Afl. 90.000.
Gedaagde voert gemotiveerd verweer.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.DE VERDERE BEOORDELING

In de rolbeschikking is overwogen dat eiseres allereerst moet onderbouwen op welke wijze de vordering van Afl. 41.325 is begroot en of alleen nakoming van achterstallige alimentatie wordt gevorderd of dat met het gevorderde bedrag tevens nakoming van andere schulden wordt gevorderd. Daarnaast dient eiseres gemotiveerd te stellen welk belang zij heeft bij het gevorderde, aangezien de beschikking d.d. 27 januari 2020 van dit gerecht in beginsel een executoriale titel oplevert, waarvan nakoming via de deurwaarder kan worden afgedwongen.
4.2.
Uit de door eiseres in haar conclusie van repliek gegeven onderbouwing volgt dat de vordering alleen is gegrond op nakoming van achterstallige alimentatie. Eiseres heeft immers in productie 1 een overzicht gegeven van het totaal toegekende alimentatiebedrag, de door gedaagde betaalde bedragen en wat het verschil is tussen het toegekende bedrag en het door gedaagde betaalde bedrag, hetgeen neerkomt op hetgeen zij in deze procedure vordert.
4.3.
Het gerecht stelt vast dat eiseres niet gemotiveerd heeft gesteld welk belang zij heeft bij het gevorderde. Zoals reeds overwogen beschikt eiseres reeds over een executoriale titel, namelijk de bij beschikking d.d. 4 mei 2021 gewijzigde beschikking d.d. 27 januari 2020. Dit maakt dat eiseres geen belang heeft bij de door haar gevorderde veroordeling van gedaagde. Bij gebreke van een voldoende belang wordt eiseres niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering.
Gezien het overgelegde bewijs van onvermogen zal aan eiseres verlof worden verleend om kosteloos te procederen.
4.5.
Eiseres wordt als de in het ongelijk te stellen partij veroordeeld in de proceskosten van gedaagde.

5.DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
5.1.
verleent eiseres verlof om kosteloos te procederen;
5.2
wijst de vordering van eiseres af;
5.3
veroordeelt eiseres in de kosten van de procedure, tot op heden begroot op nihil;
5.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. U.I.D. Luydens, rechter, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2023.