ECLI:NL:OGEAA:2023:266

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 maart 2023
Publicatiedatum
26 oktober 2023
Zaaknummer
AUA202100357
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding schade aan voertuig na aanrijding onder verzekeringsovereenkomst

In deze zaak staat de vraag centraal of de Netherlands Antilles & Aruba Assurance Company N.V. (hierna: Citizens) op basis van de verzekeringsovereenkomst gehouden is om de schade aan de [merk K] van [eiseres] te vergoeden, die is ontstaan door een aanrijding op 30 april 2020. [eiseres] had haar voertuig, een [merk K] uit 2018, verzekerd bij Citizens. Na de aanrijding, waarbij de dochter van [eiseres] betrokken was, heeft Citizens geweigerd de schade te vergoeden, met als argument dat de aanrijding plaatsvond tijdens de door de overheid ingestelde avondklok in verband met de Covid-19 pandemie, en dat de schade onder de uitsluitingsbepalingen van de polis valt.

De procedure begon met een verzoekschrift van [eiseres] op 9 februari 2021, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. In het vonnis van 1 maart 2023 heeft het gerecht de feiten en argumenten van beide partijen uitvoerig besproken. Het gerecht oordeelde dat de aanrijding niet het gevolg was van preventieve maatregelen van de overheid en dat de uitsluitingsclausule in de polisvoorwaarden niet van toepassing was. Ook het beroep van Citizens op grove schuld en de goede trouw werd verworpen.

Het gerecht concludeerde dat Citizens ten onrechte haar verplichtingen jegens [eiseres] niet nakwam en dat de schade aan de [merk K] gedekt was onder de verzekering. Het gerecht heeft Citizens veroordeeld tot vergoeding van de schade, tot maximaal de overeengekomen dekking, en heeft de proceskosten aan de zijde van [eiseres] toegewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.A. van Voorthuizen in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 1 maart 2023
Behorend bij A.R. nr. AUA202100357
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[eiseres],
wonend te Aruba,
eiseres,
hierna: [eiseres],
gemachtigde: mr. D.E. Croes,
tegen:
de naamloze vennootschap
Netherlands Antilles & Aruba Assurance Company N.V.,
gevestigd te Aruba,
gedaagde,
hierna: Citizens,
gemachtigde: mr. D.C.A. Crouch.

1.DE PROCEDURE

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- verzoekschrift, ingediend op 9 februari 2021,
- conclusie van antwoord,
- conclusie van repliek,
- conclusie van dupliek.
1.2.
Vonnis is nader bepaald op vandaag.

2.DE FEITEN

2.1. [
eiseres] is eigenaar van een [merk K], type [model], bouwjaar 2018 met kenteken [kenteken nummer] (de [merk K]).
2.2. [
eiseres] had de [merk K] tegen wettelijke aansprakelijkheid en casco-schade (Comprehensive New Car Replacement) verzekerd (onder polsnummer [polisnummer]) bij Citizens.
2.3.
In de toepasselijke polisvoorwaarden is, voor zover van belang, opgenomen:
‘7 Algemene bepalingen
De maatschappij is geen uitkering verschuldigd en niet tot het verrichten van diensten verplicht:
7.1
Opzet
Schade veroorzaakt door opzet, grove schuld of met goedvinden van de verzekerde.
7.2
Goede trouw
Indien een verzekerde tekort is geschoten in de goede trouw bij de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst.
(...)
7.4
Terrorisme
Voor een gebeurtenis ontstaan als gevolg van en/of verband houdende met (handelingen of gedragingen ter voorbereiding van) terrorisme, kwaadwillige besmetting en/of preventieve maatregelen. In dit artikel wordt voor zover niets anders blijkt, verstaan onder:
(…)
7.4.2
Kwaadwillige besmetting
(…) (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen (…) die letsel en of aantasting van de gezondheid (…) bij mensen en dieren kunnen veroorzaken en/of schade aan zaken kunnen toebrengen (…) waarbij aannemelijk is dat het (doen) verspreiden (…) is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
(…)
7.4.3
Preventieve maatregelen
Van overheidswege en/of door verzekerden en/of derden getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme en/of kwaadwillige besmetting af te wenden of -indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt – de gevolgen daarvan te beperken.’
(...)
2.4.
In de avond van 30 april 2020, kort voor of na 22.00 uur, is [dochter], de dochter van [eiseres], rijdend in de [merk K], op de [plaats] de macht over het stuur kwijt geraakt en is de [merk K] van de weg afgeraakt en vervolgens tegen de erf muur van perceel nummer [x] en een lantaarnpaal gebotst. De [merk K] is daarbij beschadigd (total loss) geraakt.
2.5.
In opdracht van de gemachtigde van Citizens heeft Ing. [naam onderzoeker] van Capricorn One N.V. onderzoek gedaan naar de toedracht aanrijding. In het expertiserapport van 21 april 2021 is, voor zover van belang, opgenomen:
‘Conclusie
De route van het voertuig moest zijn L.G. Smith Boulevard – Malmokweg – Gold Coast.
Het voertuig werd gereden net voor of net in de avondklok van 22:00 uren op 30 april 2020.
Het is onomstotelijk vast te stellen dat wanneer de wagen door te hoge snelheid uit de bocht gevlogen zou zijn, ergens anders terecht zou zijn gekomen dan waar het aangetroffen is.
(…)
Commentaar
‘Het blijkt ons meest waarschijnlijk dat de bestuurster van het voertuig de bocht niet heeft genomen, linksaf geslagen is, en ter hoogte van de weg naar rechts , niet voor L.G. Smith Boulevard 534 ingeslagen is om een u-bocht te maken, (met te hoge snelheid) waardoor het over de kop is geslagen’
(…)
2.6.
In het mutatierapport met [mutatierapport nummer] (het mutatierapport) van de sectie verkeer van het Korps Politie Aruba is voor zover van belang opgenomen:
‘Korte omschrijving van het ongeval
De 1 ([kentekennummer]) reed in noordelijke richting over de L.G. Smith Blvd. en koos een snelheid waarbij zij niet in staat was om haar voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover zij de rijbaan kon overzien. Gekomen bij de naar rechts omgaande bocht reed de 1 rechtsreeks, de rijbaan af, met gevolge dat zij de macht over het stuur verloor en tegen de 2 (erf muur LG. Smith Blvd nummer [x]) botste. Vervolgens botste zij de 1 tegen de 3 (lantaarnpaal’ (…)
2.7. [
eiseres] heeft op grond van de polis aanspraak gemaakt op vergoeding van de schade aan de [merk K]. Bij brief van 20 mei 2020 schreef Citizens aan [eiseres]:
‘de schade aan uw auto wordt niet in behandeling genomen, daar het gedurende een avondklok is gebeurd conform politierapport’,

3.HET GESCHIL

3.1. [
eiseres] vordert -samengevat- dat het gerecht bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a. voor recht verklaart dat de bij het verkeersongeval van 30 april 2020 ter hoogte van perceel [x] te [stad] door [dochter] veroorzaakte schade, gedekt is onder de door Citizens met [eiseres] afgesloten verzekering met polisnummer [polisnummer];
b. Citizens veroordeelt om de door [eiseres] ingediende claim in behandeling te nemen en over te gaan tot de gebruikelijke afwikkeling daarvan;
althans,
c. in goede justitie iedere andere beslissing neemt en Citizens veroordeelt in de proceskosten.
3.2. [
eiseres] legt -samengevat- aan haar vorderingen ten grondslag dat Citizens de verzekeringsovereenkomst moet nakomen.
3.3.
Citizens voert verweer. Zij stelt dat [eiseres] niet heeft voldaan aan de waarheidsplicht van 18c Rv en haar vordering daarop al strandt. Verder beroept zij zich op uitsluitingsbepalingen in de polisvoorwaarden.
3.4.
De stellingen van partijen worden voor zover van belang hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of Citizens op grond van de verzekeringsovereenkomst gehouden is de schade aan de [merk K] als gevolg van de aanrijding aan [eiseres] te vergoeden.
4.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat [dochter] bevoegd was om in de [merk K] te rijden en de verzekering in zoverre dekking biedt.
4.3.
Het verweer van Citizens berust op verschillende pijlers, die het gerecht hierna afzonderlijk zal behandelen.
waarheidsplicht
4.4.1.
In artikel 18c Rv is bepaald dat partijen de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid moeten aanvoeren, bij gebreke waarvan de rechter daaruit de gevolgtrekking kan maken die hij geraden acht. Het belang van deze bepaling is hierin gelegen dat wordt voorkomen dat partijen bewust relevante feiten achterhouden. Citizens stelt dat [eiseres] over de feitelijke toedracht van de aanrijding stellingen inneemt waarmee zij het gerecht wil misleiden en cruciale feiten heeft achtergehouden. Citizen doelt hierbij, naar het gerecht begrijpt, op de stellingen van [eiseres] dat [dochter] ten tijde van de aanrijding op een minuut rijden van haar bestemming was verwijderd en dat [dochter] voorzichtig zou hebben gereden.
4.4.2.
Dit verweer van Citizens leidt tot niets. Het gerecht overweegt als volgt. Daargelaten dat niet is gebleken dat [eiseres] met de stelling dat [dochter] een minuut verwijderd was van haar eindbestemming bewust een onwaarheid heeft willen verkondigen, gaat het om een feit dat voor de beoordeling van het geschil niet relevant is. Dat [eiseres] zou hebben gesteld dat [dochter] voorzichtig reed, heeft het gerecht niet in het inleidend verzoekschrift gelezen. Dat is een conclusie die Citizens zelf trekt uit de stellingen van [eiseres]. De omstandigheid dat Citizens op basis van in haar opdracht verricht onderzoek een andere lezing heeft over de toedracht van de aanrijding dan [eiseres] (waarover later meer), betekent niet dat [eiseres] bewust feiten die relevant zijn voor de beoordeling van het geschil heeft willen achterhouden. Het gerecht passeert dit verweer.
uitsluiting dekkingen
avondklok
4.5.1.
Citizens stelt dat dekking onder de verzekering is uitgesloten, omdat de aanrijding plaatsvond gedurende de door de overheid in verband met Covid-19 pandemie ingestelde avondklok. Hoewel [eiseres] betwist dat de aanrijding tijdens de avondklok plaatsvond, zal het gerecht daar hieronder veronderstellenderwijs van uitgaan.
4.5.2.
Citizens baseert haar verweer op 7.4.3. van de polisvoorwaarden. Voorop stelt het gerecht dat de uitsluitingsbepalingen onder 7.4 tot en met 7.4.3 verre van gelukkig zijn geformuleerd en bepaald niet helder zijn. In 7.1. in verbinding met 7.4. van de polisvoorwaarden leest het gerecht dat de verzekering geen dekking biedt voor schade door een gebeurtenis die ontstaan is als gevolg van en/of verband houdt met onder meer preventieve maatregelen. Volgens 7.4.3 van de polivoorwaarden wordt onder preventieve maatregelen onder meer begrepen door de overheid getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme en kwaadwillige besmetting af te wenden of de gevolgen daarvan te beperken. Voorop geldt dat gesteld noch gebleken is dat de overheid de avondklok tijdens de Covid-19 pandemie heeft ingesteld om het onmiddellijk dreigend gevaar van kwaadwillige besmetting, zoals in de algemene uitsluitingsbepalingen geformuleerd, af te wenden. Het was een maatregel om uit het oogpunt van volksgezondheid zoveel mogelijk Covid-19 besmettingen te voorkomen. Met een maatregel tegen kwaadwillige besmetting (of terrorisme) had de avondklok niets van doen. Bovendien wordt in 7.4.3 uitgesloten de dekking van schade door een gebeurtenis die is ontstaan als gevolg van preventieve maatregelen. De schade aan de [merk K] is het gevolg van de aanrijding. De aanrijding is niet het gevolg van preventieve maatregelen van overheidswege. Een beroep op de uitsluitingsclausule van 7.4.3 komt Citizens dus niet toe, zodat haar daarop gebaseerde verweer faalt.
grove schuld
4.6.
Citizens beroept zich op 7.1 van de polisvoorwaarden waarin dekking van schade veroorzaakt door onder meer grove schuld wordt uitgesloten. Zij stelt dat [dochter] over de L.G. Smith Boulevard richting Arashi reed en net voor het perceel nummer [x] met een te hoge snelheid en op roekeloze wijze een u-bocht heeft gemaakt, als gevolg waarvan de [merk K] over de kop is geslagen. [eiseres] heeft die toedracht betwist. Ter onderbouwing van haar stelling wijst Citizens op het expertiserapport. Een voldoende onderbouwing van die toedracht (een u-bocht en een te hoge snelheid) ontbreekt in het rapport. De enkele stelling dat met een te hoge snelheid een u-bocht is genomen, is bovendien niet voldoende om (bewuste) roekeloosheid in de zin van grove schuld aan te nemen. Daarvoor heeft Citizens niet voldoende gesteld en dus niet aan haar stelplicht voldaan. Voor bewijslevering is dan geen ruimte. Een beroep op de uitsluitingsclausule van 7.2 komt Citizens niet toe, zodat haar daarop gebaseerde verweer eveneens faalt.
goede trouw
4.7.
Het beroep van Citizens op de uitsluitingsclausule van 7.2 in de polisvoorwaarden faalt ook. Aangenomen dat [dochter] op het moment van de aanrijding de avondklokregeling overtrad, valt niet in te zien dat zij of [eiseres] daarmee bij de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst in strijd handelde met de goede trouw. De overtreden norm strekt tot bescherming van de volksgezondheid en staat los van de verplichtingen van Citizens en [eiseres] op grond van de verzekeringsovereenkomst.
4.8.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Citizens zich ten onrechte onttrekt aan haar verplichtingen ten opzichte van [eiseres] om dekking te verlenen voor de door [eiseres] als gevolg van de aanrijding geleden schade. De door [eiseres] gevorderde verklaring voor recht zal het gerecht daarom toewijzen, zij het dat dekking van de schade onder de polis niet verder strekt dan het maximum van de overeengekomen dekking.
4.9.
Hoewel het debat zich daar niet op heeft toegespitst, staat tussen partijen vast dat de [merk K] als gevolg van de aanrijding is beschadigd. In de vordering van [eiseres] (onder b.) om Citizens te veroordelen de verzekeringsclaim in behandeling te nemen leest het gerecht een vordering tot veroordeling van Citizens tot vergoeding van de schade, nader op te maken bij staat. Nu de schade aan de [merk K] onder de dekking van de verzekering valt, is die vordering toewijsbaar. In dat geval dient het gerecht nog te oordelen over het eigen schuld verweer van Citizens.
eigen schuld
4.10.
In het geval schade mede het gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde ([eiseres]) kan worden toegerekend, wordt de schadevergoedingsplicht (van Citizens) in beginsel verminderd in evenredigheid met de mate waarin die omstandigheid tot de schade heeft bijgedragen. Citizens stelt dat indien [dochter] niet met verhoogde snelheid had gereden en zich aan de avondklok had gehouden, de aanrijding niet had plaatsgevonden. Haar schadevergoedingsplicht moet daarom worden verminderd tot nihil, aldus Citizens. Citizens koppelt de eigen schuld van [dochter] (die kan worden toegerekend aan [eiseres]) dus aan het rijden met verhoogde snelheid en het overtreden van de avondklok. Hiervoor heeft het gerecht al overwogen dat het al of niet overtreden van de avondklok niet relevant is. De stelling dat [dochter] met verhoogde snelheid reed - met welke verhoogde snelheid [dochter] zou hebben gereden, laat Citizens in het midden - is een aanname die Citizens op geen enkele manier heeft onderbouwd. Daarmee heeft zij niet aan haar stelplicht voldaan en is voor bewijslevering geen ruimte. Het gerecht gaat dan ook voorbij aan het eigen schuld verweer. Voor vermindering van de vergoedingsplicht van Citizens is dan geen plaats.
4.11.
De overige stellingen van partijen kunnen onbesproken blijven, nu die niet tot een andere beslissing leiden.
4.12.
Als de in het ongelijk gestelde partij moet Citizens de proceskosten van [eiseres] vergoeden

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
5.1.
verklaart voor recht dat de bij de aanrijding op 30 april 2020 ter hoogte van perceel [x] te [plaats] door [dochter] veroorzaakte schade -tot maximaal de overeengekomen dekking- gedekt is onder de door [eiseres] bij Citizens afgesloten verzekering met polisnummer [polisnummer];
5.2.
veroordeelt Citizens tot vergoeding (tot maximaal de overeengekomen dekking) van de schade als gevolg van de aanrijding, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
5.3.
veroordeelt Citizens in de proceskosten aan de kant van [eiseres] begroot op Afl. 450,-- aan griffierecht, Afl. 204,15 aan verschotten en Afl. 2.500,-- aan salaris gemachtigde (2 punten, tarief 5);
5.4.
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. van Voorthuizen, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 1 maart 2023 in aanwezigheid van de griffier.