In deze bodemzaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, staat de vraag centraal of de gedaagde, aangeduid als [gedaagde], ten onrechte is overgegaan tot executie van een eerder vonnis. Dit vonnis, gewezen op 30 augustus 2019, verplichtte de stichting FUNDACION LOTTO PA DEPORTE (hierna: Lotto) tot doorbetaling van loon aan [gedaagde]. De zaak is ontstaan na een vaststellingsovereenkomst die in december 2019 werd ondertekend, waarin de arbeidsrelatie tussen Lotto en [gedaagde] met wederzijds goedvinden werd beëindigd. Lotto heeft gesteld dat zij aan haar verplichtingen uit deze overeenkomst heeft voldaan, terwijl [gedaagde] dit betwist en de executie van het vonnis heeft aangevraagd.
De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder een verzoekschrift en conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De rechter heeft de feiten en stellingen van beide partijen in overweging genomen. Het Gerecht heeft geoordeeld dat Lotto, indien zij niet tijdig aan haar verplichtingen heeft voldaan, [gedaagde] het recht geeft om tot executie over te gaan. De rechter heeft een comparitie van partijen gelast om verdere inlichtingen te verkrijgen en een minnelijke regeling te beproeven. De uitspraak is gedaan op 29 maart 2023, waarbij de rechter de partijen heeft opgeroepen om hun standpunten verder te verduidelijken en bewijsstukken te overleggen.
De zaak illustreert de complexiteit van arbeidsrechtelijke geschillen en de noodzaak voor duidelijke afspraken in vaststellingsovereenkomsten. De rechter heeft benadrukt dat beide partijen hun verplichtingen moeten nakomen en dat de procedure gericht is op het vinden van een oplossing voor het geschil.